Regionaal, (trans)nationaal, continentaal, globaal
Definities en methodologieën, grenzen en gemeenschappelijke ruimtes,
schrijvers en erfgoed
Het tweejaarlijkse congres Cross-Overvan de internationale letterkundige neerlandistiek heeft een interdisciplinaire opzet. Op 27 en 28 februari 2015 vindt het colloquium voor de eerste keer buiten de Lage Landen plaats, met als doel vooral jonge onderzoekers uit verschillende landen een internationaal uitwisselingsplatform te bieden. Het concept cross-over verwijst naar een oversteekplaats maar refereert tevens naar andere specifieke betekenissen. In de tennistaal staat cross-over voor een baanwisseling en duidt in het spoorwegjargon op een verbindingsrail tussen parallelle sporen. Deze beelden liggen aan de basis van het concept voor dit congres, m.n. waar liggen de knelpunten in de internationale beoefening van de contemporaine neerlandistiek en waar de mogelijke oplossingen? We willen de deelnemers uitnodigen vragen te stellen naar regionale, (trans)nationale, interculturele, continentale en globale dimensies van de hedendaagse Nederlandse literatuur en het neerlandistisch onderzoek.
Vragen die in de bijdragen aan de orde gesteld kunnen worden zijn onder meer:
- Heeft ‘de’ Nederlandse cultuur of literatuur ooit bestaan? Hoe is zij vanaf het eerste moment geïnfiltreerd en gevormd door het omringende: van de Europese cultuur in de middeleeuwen tot het hedendaagse globale kapitalisme?
- Wat betekent het om oog te hebben voor de Europese, (post)koloniale en geglobaliseerde aard van de Nederlandse cultuur?
- Welke methoden en benaderingen (zoals comparatieve letterkunde) kunnen daarbij van toepassing zijn?
- In hoeverre wordt een Nederlandse identiteit geconstrueerd en bekritiseerd in teksten die de relatie met de culturele Ander representeren? Hoe worden relaties tot die Anderen (op het vlak van gender, seksualiteit en religie) onderhandeld in literatuur?
- Zijn de hedendaagse literatuurwetenschappelijke discoursen mondiaal of blijven ze, ondanks modes en trends, lokaal en wat is de interactie tussen globale en nationale neigingen?
- Welke functies in het onderzoek naar literaire fenomenen vervullen concepten zoals land, staat, regio en continent?
- Bestaat er een ‘wereldliteratuur’ of zijn er alleen maar verschillende literaturen in de wereld?
- Welke grenzen en tegenstrijdigheden zijn er te vinden in de theorievorming rondom cultuur- en literatuurtransfer?
- Wat is de rol van politieke en culturele gemeenschappen in het Europese literaire veld (gemeenschappelijke ideeën, internationale samenwerkingsverbanden, transnationale projecten, institutionele mogelijkheden en beperkingen van het onderzoek naar de Europese literaturen)?
- Hoe wordt het (trans)nationale en het meertalige van nationale literaturen bevorderd door middel van vertalingen? Op welke manier beïnvloedt het vertaalbeleid samenwerking en grensoverschrijdingen?
- Welke rol spelen de tussentalen en grotere literaire boekenmarkten in de bevordering van kleine nationale literaturen en hoe veranderen begrippen zoals nationale, transnationale en wereldschrijvers?
- Moet de Nederlandse literatuur opnieuw uitgevonden worden als een kafkaiaanse ‘kleine literatuur’?
- Zijn concepten zoals ‘nationale schrijver’,‘volksschrijver’ of ‘dichter voor het vaderland’ actueel of anachronistisch?
- In hoeverre is het internet als literaire ruimte transnationaal? Kunnen we daar nieuwe vormen van literaire gemeenschappen ontdekken?
- Wat is de specifieke bijdrage van de neerlandistiek aan het beantwoorden van bovenstaande vragen?
Aan de hand van deze en andere vragen willen we de deelnemers aan Cross-Overkritisch laten nadenken over brandende kwesties in de Nederlandse literatuur en de literatuurwetenschap in het algemeen.
De organisatie is in handen van de Vakgroep Nederlandse en Zuid-Afrikaanse Studies van de Faculteit Engels (Adam Mickiewicz-Universiteit te Poznań, Polen). Net als de voorbije jaren werken we met pre-papers van 6000 tot 8000 woorden die de deelnemers tijdens parallelsessies kort toelichten. We voorzien ruime tijd voor discussie. Er wordt van de sprekers verwacht dat ze grondig aandacht besteden aan de theoretische en methodologische implicaties van de casussen die ze in hun paper behandelen.
We ontvangen voorstellen voor bijdragen van ongeveer 300 woorden graag vóór 1 juni 2014 via crossover@wa.amu.edu.pl . Geïnteresseerden vernemen begin september 2014 of hun voorstel is aanvaard. In oktober 2014 verschijnt het definitieve congresprogramma. De sprekers zullen worden gevraagd hun pre-papers een maand op voorhand (tegen eind december 2014) aan de organisatoren te bezorgen. De op de pre-papers gebaseerde artikels kunnen na een peer-reviewprocedure worden opgenomen in een speciale uitgave van Werkwinkel.Tijdschrift voor Nederlandse en Zuid-Afrikaanse Studies.
Meer informatie over de praktische kwesties van het congres volgt binnen enkele maanden.
Coördinatie en praktische organisatie:
Jerzy Koch (Poznań)
Paweł Zajas (Poznań)
Wetenschappelijk Comité:
Rosemarie Buikema (Utrecht)
Elke Brems (Brussel)
Suzan van Dijk (Den Haag)
Yra van Dijk (Leiden)
Odile Heynders (Tilburg)
Jerzy Koch (Poznań)
Marie-Therese Leuker (Köln)
Helma van Lierop (Tilburg)
Lut Missinne (Münster)
Els Stronks (Utrecht)
Yves T’Sjoen (Gent)
Yves T’Sjoen (Gent)
Margriet van der Waal (Groningen)
Paweł Zajas (Poznań)
Laat een reactie achter