De Nederlandse taal is af. Dat is de conclusie die zich opdringt wanneer we de inzendingen bestuderen die dit jaar binnenkwamen voor de wedstrijd De beste taalregel.
De achterliggende gedachte van die wedstrijd is van oudsher tweeërlei. Enerzijds hebben de deelnemers in de loop der jaren actief gaten in de taal gedicht: zaken opgespoord waar taaladviseurs tot nu toe altijd onterecht meenden dat ze ‘allebei’ konden, terwijl er natuurlijk nooit iets allebei kan! Minstens één manier van uitdrukken moet fout zijn, anders ontstaan er chaos en verwarring. Inmiddels blijken die chaos en verwarring echter voorbij.
De andere doelstelling van de wedstrijd was om het Nederlands ingewikkelder te maken.
De voornaamste bedoeling daarvan dan weer is: taalkundigen betere werkgelegenheid te verschaffen. Wanneer we onze taalgenoten ervan overtuigen dat inzien of iets al dan niet ‘correct Nederlands’ is, een langdurige studie aan een hoogwaardige universiteit vereist, komen ze vanzelf naar ons en betalen ons enorme gages. Als de omgangsvormen tussen mensen in complexe wetten kunnen worden gevangen, waarom kan dat dan niet in de taal?
Welnu, de deelnemers van dit jaar hebben hun best gedaan; maar ze hebben geen enkele regel boven water weten te halen die aan allebei de eisen voldoet. Sommigen kwamen zelfs uit arren moede met ‘regels’ aanzetten die zaken goedkeurden die vroeger werden afgekeurd. Of ze stelden nieuwe manieren voor om bestaande fouten (het woord duidelijkere, bijvoorbeeld) op een nieuwe manier te repareren. Ik concludeer daaruit dat alle regels die een paar jaar gelden ontbraken, inmiddels wel gevonden zijn.
Er is daarom dit jaar geen prijs te verdelen. Er is wél een eervolle vermelding. Deze gaat naar ‘Upatamby’, voor diens apostrofregel:
In zinnen waarin woorden worden weggelaten dient een apostrof geplaatst te worden op de plaats van elk weggelaten woord of ‘ woordgroep.
Bovenstaande regel is zelf een goed voorbeeld van die regel. In die regel staat de apostrof op de plaats van het weggelaten woord weggelaten. Het belang van de regel is nu direct duidelijk: zonder apostrof zou de regel betekenen dat je een apostrof moet plaatsen op de plaats van elk weggelaten woord en op de plaats van elke woordgroep (of die woordgroep nu weggelaten is of niet). De apostrof maakt duidelijk dat de regel geldt voor weggelaten woorden en weggelaten woordgroepen.
Dit is inderdaad een zeer nuttige regel, die bovendien grote deskundigheid vereist bij toepassing ervan. Wanneer spreken we precies van een weggelaten woord? Ik denk dat we die regel zo precies mogelijk ‘ ‘ moeten ‘ ‘ toepassen. In de vorige zin staan apostrofes ‘ ‘ ‘ ‘ omdat ‘die regel’ ook op andere plaatsen in de zin zou kunnen staan. In de vorige zin staan ‘ ‘ na apostrofes drie apostrofes, omdat ‘in de vorige zin’ ook op die plek ‘ had kunnen staan ‘ ‘ ‘ ‘. Die apostrofes moeten dus niet alleen geschreven worden bij weggelaten woorden, maar ‘ ‘ ‘ iedere keer ‘ ‘ wanneer er ergens ook een woord had kunnen staan in plaats van geen woord ‘ ‘ ‘.
Deze regel komt weliswaar de duidelijkheid van het Nederlands enorm ten goede, maar geldt alleen voor de schrijftaal. Vandaar dat Upatamby slechts een eervolle vermelding krijgt.
Hoe dan ook: hoera! Het Nederlands is kennelijk eindelijk af. We hebben nu een complete taal waarmee we voor de dag kunnen komen, althans wanneer iedereen zo vriendelijk wil zijn zich voortaal aan het Neder-L-stijlboek te houden.
Pieter Bal zegt
Hij heeft een betere regel bedacht dan ik ' ' ' ' . Of: hij heeft een betere regel bedacht als mij.
Marc van Oostendorp zegt
Hij heeft een betere regel bedacht als ' mij ''.
Evert zegt
De conclusie van het overigens goede artikel deel ik niet; de taal is niet af omdat er geen i n g e w i k k e l d e nieuwe regels bedacht kunnen worden. Ik heb namelijk nog wel een rijtje dringende taalregelverbeteringen, maar die zijn allemaal eenvoudig te begrijpen: http://demeningvanevert.blogspot.nl/2014/06/het-kornalijnen-boekje.html.