Soms voel ik me net een kokovorist, zo iemand van honderd jaar geleden die van een idealist heeft gehoord dat alle mensen alleen maar kokosnoten moeten eten, en dat de wereld dan een veel gelukkiger oord wordt. En die deze verheven ideologie decennialang in praktijk brengt. En die dan, na al die jaren, ontdekt dat zelfs de idealisten van weleer inmiddels allang aardappelen en biefstuk eten.
Wat de kokosnoot is voor de kokovorist, is het internet voor mij. Ongeveer twintig jaar geleden werd het ‘wereldwijde netwerk van computers’ (zo noemde je dat toen wanneer je er een stukje over schreef, want sommige mensen hadden er nog nooit van gehoord) opengesteld voor particulieren, en ik werd al heel snel gegrepen door de idealen die eraan vast zaten. Gratis kennis voor iedereen die er belangstelling voor heeft! Onbeperkte uitwisseling van informatie! Ieder belangstellingsgebied, hoe klein ook, kan onbeperkt communiceren!
Heimelijk geloof ik nog steeds in die idealen.
Het zou mij een lief ding zijn wanneer inderdaad zoveel mogelijk informatie – in mijn geval: vanuit de wetenschap – gratis toegankelijk wordt. Iemand moet de elektriciteitsrekening betalen, en dat moet dan ook gebeuren, maar ik vind het fijn én nuttig én belangrijk om blogposts en boeken en gefilmde colleges op internet te zetten. Je kunt experimenteren met nieuwe vormen, het kost niet veel om allerlei mensen te bereiken die geïnteresseerd zijn in dezelfde dingen als jij, om met hen in discussie te gaan en daar over en weer van te leren!
Filmpjes
Mijn nieuwste fascinatie: de MOOC, de gratis, via het internet verspreidde universitaire cursus. De Universiteit Leiden heeft mij middelen gegeven om er één te maken en ik ben daar sinds enige tijd mee bezig, een korte inleiding in de taalwetenschap. Maar gisteren zat ik in de auto met de regisseur van de video’s van mijn cursus en die vroeg mij naar mijn motieven om zo’n MOOC te maken. Dus ik barstte los.
Ja! We kunnen nu cursussen maken die iedereen op de hele wereld met een internetaansluiting gratis kan volgen zodat hij of zij de basisbegrippen van de taalwetenschap leert hanteren, leert nadenken over zijn taal en over de vele, vele andere talen op de wereld! Iedereen die dat wil kan de video’s bekijken, de opdrachten maken (we maken ook filmpjes met informanten van allerlei talen die je zelf kunt bestuderen) en een beetje taalkundige worden!
In de stilte die volgde op mijn betoog kon je op een Polynesisch eiland een kokosnoot horen vallen.
Peuzel
Het was niet dat die regisseur onsympathiek stond tegen die idealen; hij was te jong, hij had er nog nooit van gehoord. En ineens besefte ik dat inderdaad allang niemand het nog over dat soort idealen heeft gehad. Het internet is inmiddels toch iets geworden van grote bedrijven. Neder-L wordt gepubliceerd op een forum van Google. De toekomstige open access-tijdschriften zouden uiteindelijk best eens in de handen van Elsevier kunnen zijn.
Het internet is Facebook geworden. Het is iets dat mensen iedere dag gebruiken, maar hun hart gaat er niet sneller van kloppen, het is een dienst geworden die anderen leveren – anderen die daar natuurlijk veel geld voor krijgen. En ondertussen peuzel ik mijn kokosnoot.
Remco Ekkers zegt
Hou vol!