Vier argumenten geeft het Manifest tot behoud van het Nederlands van enkele Amsterdamse docenten in de Geesteswetenschappen – maar vier argumenten waarvoor of waartegen? Je zou gegeven de titel misschien denken: voor het Nederlands, maar bij nadere beschouwing blijkt het vooral te gaan tegen het Engels in het universitair onderwijs. En dat lijkt me niet hetzelfde. Sterker nog, die verwarring, en het wat eenkennige beeld dat de auteurs tentoonspreiden over meertaligheid, maakt het betoog op punten wankel.
Hier zijn de vier argumenten. De eerste komt erop neer dat geesteswetenschappen anders zijn dan andere wetenschappen; dat de beoefening ervan een heel fijn taalgevoel vereist, dat vrijwel niet is op te brengen in andere talen dan de moedertaal: “Een wiskundige, econoom of oncoloog kan zich onder bepaalde omstandigheden misschien nog redden in basaal Engels met een woordenschat van luttele duizenden woorden, voor een academicus die zijn leven aan de humaniora wijdt, is dat ondenkbaar.” Wat dat onderscheid nu precies rechtvaardigt, wordt mij niet helemaal duidelijk.
Ja, de humaniora houden zich bezig met “de bestudering van dit instrument [de taal] zelf”, en bovendien met “iets ongrijpbaars dat wij schoonheid noemen”, maar op welke manier dat nu precies rechtvaardigt dat men zich in die bestudering opsluit in de eigen taalgemeenschap, wordt niet nader geëxpliciteerd. Met evenveel recht zou je kunnen zeggen dat dit alles betekent dat geesteswetenschappers dus zo goed mogelijk Engels moeten leren, veel beter dan andere wetenschappers, zoals de grote humanisten uit het verleden soms prachtig Latijn schreven. Het enige argument dat het manifest lijkt te geven is dat goed Engels spreken en schrijven zo moeilijk is; maar dat betekent dat het niveau van de opleidingen moet worden opgekrikt, iets waar ze in een ander verband zelf voor pleiten (‘Beter goed onderwijs aan een beperkte groep dan matig onderwijs aan hele volksstammen’).
hoog van de toren blazen over het belang van fijn taalgevoel te
bekritiseren, maar een manifest tot behoud? Voor mij kun je tot behoud
een vereniging tot behoud, een actie tot behoud, maar een manifest
vóór het behoud. Zou ik zeggen.)
Het tweede argument gaat over intellectuele vorming: “Hoewel er altijd studenten zijn die doorstromen naar promotieplaatsen en zich een positie willen verwerven in de internationale academische gemeenschap, vindt het overgrote deel van onze studenten emplooi in eigen land, waar ze, gezien hun hoge opleidingsgraad, vaak terechtkomen in veeleisende functies.” De meeste studenten zullen in de toekomst in Nederland werken en dus is het belangrijker dat ze zich goed in het Nederlands kunnen uitdrukken dan dat ze dat in het Engels kunnen.
Dit vind ik het sterkst van de vier argumenten, al valt er nog wel wat op af te dingen, zoals dat het beeld wordt geschapen van Nederland buiten de academie een beetje ouderwets is. Ook conservatoren van Nederlandse musea, leraren op Nederlandse scholen en voorlichters van Nederlandse ministeries zijn gebaat bij een brede internationale blik. En wat belangrijker is: we hoeven niet te doen alsof het gebruik van het Engels in het onderwijs het aanleren van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid in het Nederlands in de weg zit. Die twee dingen kunnen best samengaan, vooral wanneer we ervanuitgaan dat de eisen die we aan studenten stellen best wat hoger mogen (‘Beter goed onderwijs aan een beperkte groep…’)
Het derde argument gaat over Engels en andere talen. Dit vind ik een oneigenlijk argument; het heeft in ieder geval niets te maken met ‘behoud van het Nederlands’. Het manifest wijst er, geheel terecht op, dat het Engels bezig is de andere talen te verdringen. Mensen leren geen Roemeens of Noors meer omdat ze er, geheel ten onrechte, vanuitgaan dat met het Engels de hele wereld al ontsloten is. Nederlandse studenten én veel docenten sluiten hun ogen voor de niet-Engelstalige buitenwereld. Dat is een zorgelijke ontwikkeling, maar die wordt niet gestopt door het Nederlands te bevorderen.
Ook het vierde argument, dat gaat over cultuurpolitiek, vind ik niet sterk. Hier is sprake van ‘nationaal zelfrespect’ en het ‘niet verkwanselen’ van de eigen taal en cultuur, en in dezen een voorbeeld nemen aan ‘Franse, Spaanse of Italiaanse universiteiten’. Nu ken ik van dat rijtje alleen de Italiaanse een beetje, en eerlijk gezegd lijkt mij niet dat we daaraan een voorbeeld moeten nemen. Hoewel het ongetwijfeld juist is dat veel mensen die er werken bijzonder trots zijn op hun eigen taal en nauwelijks Engels spreken, zie ik niet dat dit het niveau van het onderwijs daar bijzonder ten goede komt – en ook niet dat Italiaanse studenten na afloop van hun studie per se beter denken, spreken of schrijven dan hun Nederlandse evenknieën.
De kwestie lijkt me daarbij ook of je het ‘nationaal zelfrespect’ of de ‘eigen cultuur’ per se moet ophangen aan eentalig gebruik van een ‘eigen’ taal, of dat je die ook kunt zoeken in het gebruik, op hoog niveau, van verschillende talen.
Dat is wat ik dan ook tegenover het manifest van de Amsterdammers zou willen stellen. Ja, we moeten inzetten op betere Nederlandse taalvaardigheid van studenten geesteswetenschappen. Ja, we moeten inzetten op passieve én actieve kennis van andere talen dan alleen het Nederlands en het Engels. Maar nee, dat hoeft niet te gebeuren door de eisen in het gebruik van het Engels te verlagen. Naar mijn ervaring heeft het Engelstalig onderwijs in de Nederlandse masters ook veel goeds gebracht: het heeft de opleidingen opengebroken, ze bijvoorbeeld gevoelig gemaakt voor de kritiek van buiten.
Weg, daarom, met de conclusie dat het Nederlands alleen behouden kan worden door onze taaleisen voor andere talen naar beneden bij te stellen. Mijn manifest: we moeten de taaleisen opschroeven: voor het Nederlands, voor andere talen, en voor het Engels.
Albert Oosterhof zegt
Over de bespreking van het derde punt is nog discussie mogelijk denk ik. Als je vaststelt dat het manifest er terecht op wijst dat het Engels bezig is de andere talen te verdringen, dan gaat dat toch niet alleen of vooral over Roemeens of Noors, maar ook over het Nederlands? Als mensen geen Roemeens of Noors meer leren omdat ze ervan uitgaan dat met het Engels de hele wereld al ontsloten is, dan kan diezelfde houding er toch ook toe leiden dat anderen aannemen dat Nederlands leren onnodig is? Uiteraard zou je ook het standpunt in kunnen nemen dat dat helemaal geen zorgelijke ontwikkeling is. Maar áls je dat zorgelijk vindt, dan wordt die ontwikkeling toch wel degelijk geneutraliseerd door te bevorderen dat onderzoekers en docenten ideeën blijven presenteren in het Nederlands?
Lucas zegt
De Italiaanse of Spaanse universiteiten als voorbeeld nemen lijkt me inderdaad een heel slecht idee. Vorig jaar college gegeven aan een groep Erasmusstudenten uit o.a. Spanje en Italië en het niveau van spreekvaardigheid en vooral schrijfvaardigheid in het Engels was niet minder dan belachelijk. In principe willen we de eis kunnen stellen dat essays e.d. taalkundig correct zijn, maar dat was een volstrekt irreële eis als we wilden dat ook maar één Spaanse of Italiaanse student het vak zou halen.
Natuurlijk mag van studenten aan een Nederlandse universiteit verwacht worden dat hun vaardigheid in de moedertaal op hoog niveau ligt. Maar we zijn nog altijd bezig met academisch onderwijs en Engels is de voertaal van de academie. Als je wilt dat studenten op fatsoenlijk niveau een wetenschappelijke opleiding afronden, dan hoort daar ook een goede beheersing van het Engels bij.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, maar dat is wel heel indirect, en ik heb niet de indruk dat het de opstellers van het manifest hierom te doen is. Het gaat hun om het Nederlandse onderwijs.
Marc van Oostendorp zegt
De opstellers van het manifest zouden hiertegen in kunnen brengen dat die Italiaanse en Spaanse studenten hun eigen taal wel op hoger niveau beheersen. Maar dat lijkt me moeilijk te meten en mijn eigen ervaring correspondeert er ook niet mee. Ik heb niet de indruk dat de Corriere nu zoveel beter geschreven is dan de NRC, of zoiets.
joost eskes zegt
Je citeert de opstellers als volgt:
Ook het vierde argument, dat gaat over cultuurpolitiek, vind ik niet sterk. Hier is sprake van 'nationaal zelfrespect' en het 'niet verkwanselen' van de eigen taal en cultuur, en in dezen een voorbeeld nemen aan 'Franse, Spaanse of Italiaanse universiteiten'.
De verengelsing of veramerikanisering van het hoger onderwijs (hogescholen doen ook mee aan deze trend) heeft wel degelijk trekjes van 'verkwanseling'. Wat moeten VWO's eigenlijk nog voorbereidend doen op het hoger onderwijs als dat – inderdaad om financiële redenen – vrijwel geheel Engelstalig wordt? Het is een retorische vraag … En daarna?
De verengelsing heeft dus enorme onbedoelde gevolgen.
Gevolg: steenkolenengels aan de universiteiten en in de maatschappij introductie van een Nederengels omdat begripsvorming in goed en creatief Nederlands niet meer plaats vindt.
Het is idioot dat we over zwarte pieten praten in dit land en tegelijk niet zien wat er in het hoger onderwijs aan taalverlating plaats vindt.
Ik woon vlak bij Friesland en weet wat betekent als een taal – de tweede taal van dit land – aan prestige verliest en hoe moeizaam je dat terug verdient.
met vriendelijke groet,
Joost Eskes
Anoniem zegt
U schrijft:
Weg, daarom, met de conclusie dat het Nederlands alleen behouden kan worden door onze taaleisen voor andere talen naar beneden bij te stellen. Mijn manifest: we moeten de taaleisen opschroeven: voor het Nederlands, voor andere talen, en voor het Engels.
Dit klinkt behartigenswaardig, maar het is gegeven de huidige situatie volstrekt utopisch, op het wereldvreemde af.
Natuurlijk zou ik ook het liefst willen dat een afgestudeerd classicus behalve Latijn en Grieks ook voortreffelijk Nederlands, Engels, Frans en Italiaans beheerste. Maar de 'gewone' MA is maar 60 ects; dat is eigenlijk al veel te weinig tijd om studenten fatsoenlijk Latijn en Grieks in bij te brengen, laat stáán een behoorlijk niveau Engels of Italiaans.
Maar alle MA-vakken klassieke talen worden intussen wel in het Engels gegeven, zonder dat daar enige discussie aan voorafgegaan is. Ik heb afgelopen jaar de MA klassieken gevolgd en vond het niveau van de colleges bedroevend laag, met name door de ontoereikende Engelse taalbeheersing. Discussies waren van een veel lager niveau dan tijdens de BA, omdat niemand, noch docent noch student, zich in het Engels met de noodzakelijke nuance kan uitdrukken. Verengelsing van de universiteit? Was het maar wáár, denk ik dan. Wat op universiteit wordt gesproken is geen Engels maar globish, een zaken-Engels met een woordenschat van ongeveer 2000 woorden.
Zorg dus in de BA dat studenten uitstekend academisch Engels beheersen, zowel schriftelijk als mondeling. Tot die tijd (en ik vrees dat het nog wel even kan duren, ook omdat de BA al overvol zit met andere belangrijke zaken) moet het MA-onderwijs bij voorkeur in het Nederlands plaatsvinden.
Marc van Oostendorp zegt
De oplossing zou ook kunnen zijn: het taalvaardigheidsonderwijs voor al die talen uit de MA halen, maar als ingangsvoorwaarde stellen, zodat men die 60ects helemaal aan nuttige zaken kan besteden.
Misschien vindt u dat 'in de huidige situatie ook' 'volstrekt utopisch, op het wereldveemde af'.
En wie weet is het dat ook. Maar we hebben het hier wel over een _manifest_. Als we het oorspronkelijke stuk van de Amsterdamse collega's moeten begrijpen als 'dit is weliswaar niet ideaal, maar onder de gegeven omstandigheden het best haalbare', vind ik het prima, maar ik zou het dan geen manifest noemen. Mijn indruk is echter dat het wel degelijk hun ideaal is dat het onderwijs in het Nederlands moet zijn en dat het niet uitsluitend door praktische overwegingen wordt ingegeven.
Anoniem zegt
De oplossing zou ook kunnen zijn: het taalvaardigheidsonderwijs voor al die talen uit de MA halen, maar als ingangsvoorwaarde stellen, zodat men die 60ects helemaal aan nuttige zaken kan besteden.
Ik zou daar helemaal voor zijn. Maar dan wel éérst die ingangseis stellen, en daarna pas colleges in het Engels (zoals het manifest stelt: 'een afwisseling tussen Nederlands- en Engelstalige vakken'). Nu zijn die colleges al in het Engels, zonder ingangseis, en is het niveau gekelderd.
Dus totdat het BA-curriculum verzwaard is en de nieuwe ingangseisen ingegaan zijn, alle MA-onderwijs in het Nederlands.
Het manifest gebruikt inderdaad veel woorden (en hoe meer woorden, hoe meer om over te muggenziften), maar uiteindelijk gaat het volgens mij om een praktisch probleem met een praktische oplossing. Als u zich in het bovenstaande kunt vinden, dan zijn we, en naar ik vermoed ook de manifestopstellers, het allemaal met elkaar eens.
Anoniem zegt
Waarom dan, Joost, geef je les in het Engels zelf? Zijn dat financiële redenen? Taalverlating en cultuurpolitiek eindigt met xenofobie.