Proeflezer(s) gezocht voor (een digitale) editie van die Queeste vanden Grale
Na mijn vrije transfer in 2004 van het Meertens Instituut KNAW naar het toenmalige Constantijn Huygens Instituut KNAW raakte ik betrokken bij dit project, en nam ik op mij de tweede helft van de Graalqueeste in deze reeks te editeren.
Aanvankelijk heb ik mij voor die editie moeten baseren op zwart-wit foto’s van het handschrift en mij braaf gehouden aan de conventies van de reeks. Gaandeweg kwam ik tot het besef dat die regels in geval van de Queeste een typografisch gedrocht zouden opleveren. Dat gevoel van onbehagen werd er een stuk minder op toen mij werd meegedeeld dat ik er niet op moest rekenen dat mijn deel van de Queeste in boekvorm zou verschijnen. Vanaf die tijd had ik een digitale editie voor ogen. Vervolgens kreeg ik op een goede dag digitale kleuren foto’s van het handschrift, in een zo hoge resolutie dat je ‘alles’ kon zien. Hierna kon ik weer helemaal van voren af aan beginnen.
Wat er daarna allemaal fout liep en mis ging, zal ik u besparen. Maar net als met het REMLT wil ik niet dat mijn naam verbonden is aan een mislukt project. Inmiddels voel ik mij weer goed genoeg om mijn belofte in te lossen, en daarbij beperk ik mij niet tot het tweede deel van de Graalqueeste. Ik heb het diplomatische afschrift gekregen van mijn Queeste-broeder, die de eerste helft zou doen, en ben van plan om in de loop van dit en komend jaar hoofdstuk voor hoofdstuk de Queeste vanden Grale kritisch en leesbaar te editeren voor een publiek van filologen en letterkundigen. Ik zal overeenkomstig de opzet van de reeks de roman editeren zoals hij eruit kwam te zien ná de ingrepen van de zogeheten corrector. Omdat de roman sterk te lijden heeft gehad onder de bekortende ingrepen van de zogeheten compilator, daardoor vaak onbegrijpelijk geworden is en heel veel ambiance en sfeer heeft ingeleverd, geef ik (vol)zin voor (vol)zin de brontekst in voetnoten. Tezijnertijd moet het mogelijk zijn de editie zoals ik hem nu maak om te zetten in een échte digitale editie. Ik heb daar wel ideeën over, maar ik kan niet programmeren en heb geen geld om daar een programmeur op te zetten.
Het origineel dateert van omstreeks 1220-1230. Het zal geschreven zijn als een zelfstandige roman, maar die roman werd ingepast in de zogeheten vulgaat-versie van de Lancelot en prose. In welke versie de vertaler de roman heeft leren kennen weet ik niet, dat mag iemand anders uitzoeken, maar ik houd het zeer wel voor mogelijk dat hij hem als een zelfstandige tekst onder ogen kreeg. Wel denk ik op basis van taal en spelling te weten dat die vertaler uit Brugge kwam, dat hij een prachtige tekst afleverde, goed rijmend en met een rijk vocabulaire. Deze vertaling is onder handen genomen door de zogeheten compilator, die wat mij betreft beter de mutilator genoemd kan worden. Wie dat geweest zou kunnen zijn, wil ik zelfs niet weten. Opvallend is wel dat het religieuze element zwaar te lijden heeft gehad onder de bekortingen die opvallen door hun eentonig rijm. Het spirituele origineel is ingekort tot een meer profane ridderroman waarin de lotgevallen van de helden tamelijk getrouw naverteld worden. Het eindresultaat houdt niet over.
La Queste del saint Graal is in meerdere handschriften overgeleverd en is meerdere malen geëditeerd, de belangrijkste edities zijn die van H. Oskar Sommer, Washington 1913, die van Albert Pauphilet, Paris 1923 en die van Fanni Bogdanow, Paris 2006 (Lettres gothiques). Laatstgenoemde editie is voorzien van een synoptische vertaling in modern Frans. Mij is als editeur gebleken dat de rechtenvrije editie van Pauphilet uitstekend voldoet als vergelijkingsmateriaal. Jammer alleen dat hij zo beroerd geOCRd is. Om een gemakkelijke vergelijking met de recente editie van Fanni Bogdanow (La quête du saint Graal [Lettres gothiques], Paris 2006), met een synoptische vertaling in hedendaags Frans van Anne Berrie, mogelijk te maken geef ik tussen [rechte haken in vet] het paragraafnummer. Welk(e) handschrift(en) de Brugse? vertaler op zijn schrijftafel had liggen kan misschien op basis van varianten bij benadering gereconstrueerd worden, maar dat laat ik graag aan iemand anders over. Daarvoor zou eerst op basis van taal en spelling exact moeten worden uitgezocht wat er van de oorspronkelijke vertaling is heel gebleven en wat door de Brabantse compilator opnieuw geformuleerd is. De taal is dus heterogeen, een Vlaamse grondtekst met daarover heen een Brabantse kopiist (kopiist B binnen de Lancelot-compilatie), een Brabantse compilator en een Brabantse corrector. Voor de editeur geldt hier een persoonlijke ontboezeming van de compilator, regels 1194-1196
Mer daert glat es moetmen gliden
Ende sometijt met pinen staen,
Na dien dat d’aventuren gaen.
Maar … de reden waarom ik en beroep doe op de lezers van Neder-L is dat ik niet goed weet welke woorden ik wel en welke woorden ik niet van een woordverklaring moet voorzien. Wie het Oudfrans machtig is, zal zelden woordverklaring nodig hebben, omdat het origineel heel duidelijk geschreven en geformuleerd is. Wie echter het Frans niet beheerst, zal of kan over woorden struikelen die met name de compilator gebruikt om in te korten of te rijmen, maar die in wezen niet zo veel of nog minder met de tekst zélf te maken hebben. Kortom, ik zou zo graag van lezers horen over welke woorden zij vallen, en dan zal ik mijn best doen die zo goed mogelijk te verklaren. Onder de inzenders van moeilijke woorden wordt géén Ipad verloot en ik garandeer ook niet dat ik gehoor geef aan elke suggestie. Maar wél beloof ik dat trouwe inzenders met in mijn ogen goede voorstellen in het colofon van de editie met name genoemd en bedankt zullen worden.
De procedure die ik mij voorstel is deze: Op mijn website Bibliotheek van Middelnederlandse Letterkunde (BML) vindt u een ingang Queeste vanden Grale. Daar zet ik hoofdstuk voor hoofdstuk scans van het origineel neer, als ook de corresponderende pagina’s uit Sommer en Pauphilet. Wie nattigheid voelt of iets niet vertrouwt, kan het zonder extra moeite controleren. De pdf van de editie is niet beveiligd en kan gekopieerd of geëditeerd worden. Voorstellen voor woordverklaring kunt u sturen naar wkuiper@xs4all.nl
WK
bas janssen zegt
Ik had gehoopt ooit nog eens een complete Lancelot-serie op de boekenplank te hebben staan, maar inmiddels had ik al het donkerbruine vermoeden dat het in dit digitale tijdperk wel nooit meer zo ver zou komen. Maar ik ben blij te horen dat er nog wel aan de reeks gewerkt wordt, dus hopelijk zal ie dan ooit mijn digitale boekenplank vullen.
Als het lukt om wat tijd vrij te maken voor aandachtige lezing, stuur ik graag wat voorstellen voor woordverklaringen in. Ik weet alleen niet of ik helemaal binnen de doelgroep val: letterkundige of filoloog ben ik niet, maar wel lettergretige en filoloog in de letterlijke zin van het woord 🙂
Willem Kuiper zegt
Wees welkom, Bas. Zoals je ziet, bevat het handschrift geen hoofdletters (afgezien van de eerste letter van elke regel) en geen interpunctie (afgezien van een incidentele punt binnen de versregel). Door die toe te voegen wordt al heel veel duidelijk(er). Lees het Middelnederlands hardop en maak gebruik van het gegeven dat de tekst rijmt. Stel na het lezen van een paar zinnen jezelf de vraag: Wat staat hier? Vergelijk jouw interpretatie met de brontekst. Mijn belangstelling gaat vooral uit naar wat er daarna nog aan onduidelijkheden overblijft. Staar je niet blind op woorden in rijmpositie. Hun functie is vooral om te rijmen. De betekenis is hieraan vaak ondergeschikt.