Mediëvist Herman Mulder (KB Brussel) heeft een vloertegel gevonden, maar wat voor een? Jeuk is erger dan pijn, maar voor iemand die zijn leven aan teksten wijdt, is het niet kunnen lezen van wat er geschreven staat een kwelling. Zie hier de tegel:
De voorstelling lijkt die van een nar met bellen en een zotskolf, en daar omheen staan letters. ‘Geschreven’ schrift kan er beroerd uitzien, maar desondanks leesbaar zijn. Geschilderde letters of letters zoals hier, die vermoedelijk met een houten ‘pen’ geschreven zijn, kunnen gekmakend onleesbaar zijn. Vandaar dit beroep op de ‘wisdom of the crowd’. Welke Neder-L lezer heeft enig idee waar wij de herkomst van deze tegel moeten zoeken en welke tegeltjeswijsheid ons hier wordt voorgehouden? En als u het zelf niet weet, zet het op Twitter of op welk ‘sociaal’ medium dan ook. En ga hiermee door totdat ik u samen met Herman Mulder dankzij uw inspanningen kan vertellen wat het geheim van deze tegel is.
Naschrift: De tegel is vorig jaar december bij een Brusselse antiquair gekocht. Die Brusselse antiquair kocht de tegel van een Parijse antiquair, die hem weer kocht van de Gentse verzamelaar Onghena.
Naschrift 2: Zie hier dezelfde tegel uit La Chapelle-Monthodon:
Naschrift 3: Op verzoek van Herman Mulder een alternatieve afbeelding van de tegel:
jagruys zegt
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Willem Kuiper zegt
Dank voor deze suggestie. Natuurlijk hadden enkele mensen onafhankelijk van elkaar al letters en (delen van) woorden gelezen, zonder dat dit een bevredigende betekenis opleverde. Dit zat daar bij mijn weten niet tussen.
jagruys zegt
Heb mijn suggestie per ongeluk verwijderd toen ik een correctie wilde aanbrengen. Moet luiden:
Misschien
Per tenebr(as …) penetrare
=Door duisternis heendringen
??
jagruys zegt
In het bovenstaande is penetrare in ieder geval onjuist. Wat ik las als TRARE moet waarschijnlijk zijn: TERIE. Wat daarvoor staat, weet ik niet. Misschien drie letters + MA (materies is het enige latijnse woord op -teries/-teria dat me te binnen wil schieten, maar er zijn er vast meer).
Dus: Per tenebr(as … ma)terie
??
Willem Kuiper zegt
De taal op de tegel is onzeker. Zelf denk ik ook aan Latijn, maar dat is niet zeker.
Annemiek zegt
Ik lees: per ne ba…
en rechts: a trace.
Leuk, zo'n puzzel!
Willem Kuiper zegt
Peter Gumbert schreef aan Herman Mulder: "Met de tegel kan ik ook niet veel. Wellicht staat er achter zijn rug prenes a en aan de andere kant trace — en wat helpt dat dan?"
Willem Kuiper zegt
Zelf las ik in eerste instantie: qui … traie (s)perneba
Anoniem zegt
Kan het zijn dat de tekst in spiegelschrift staat, als grap van de nar ?
Henk Laros
Willem Kuiper zegt
Probeer het maar met Photoshop.
Frederik zegt
Onderaan staat er zo goed als zeker 'pernebat' (3°p.sing. fut.simpl. van pernere); tekst bovenaan is te zeer beschadigd om veel uit op te maken, maar het laatste stuk lijkt inderdaad […]trace te zijn: misschien ablatief van een woord dat einigt op -trax? (al kan ik er niet meteen eentje bedenken)
Willem Kuiper zegt
Je bedoelt deze?: per-neō, nēre, nēvī, nētum (Mart.) (v.d. schikgodinnen) afspinnen [alci supremos annos].
Anoniem zegt
doorgestuurd naar KIK Brussel, afd. conservatie-restauratie. Succes! Willem Suys.
Frederik zegt
Afspinnen, inderdaad. Maar het moest uiteraard 3°p. sing. ind. imperfectum zijn (en niet futurum simplex!!)
Maar ik kan dus geen substantief bedenken dat eindigt op -trax (-trace): iemand?
Bart Migchelsen zegt
Hoewel ik denk dat daaraan gedacht is, maar dat zie ik niet, vraag ik mij af of de leeftijd van de tegel en de plaats waar hij gevonden is, misschien kunnen helpen bij het vaststellen van de eventuele taal.
Willem Kuiper zegt
Daar is aan gedacht, maar daar heb ik geen informatie over. Vermoedelijk omdat die er niet is. Zo'n losse tegel kan heel ver weg van de plaats van herkomst geraken. Weet ook niet of hij deel uit maakte van een vloer met meer van zulke tegels.
Herman Mulder zegt
De vloertegel is laatmiddeleeuws, waarschijnlijk van rond 1500. De tekst en de afbeelding werden met een houten stempel aangebracht (inlegtegels). Juist omdat ze gestempeld werden, bestaan er altijd meerdere van. Een gaaf exemplaar zou natuurlijk helpen bij het lezen, maar tegelexperts hebben tevergeefs in de naslagwerken gezocht.
Anoniem zegt
Christine Kasper (Wenen, Oostenrijk)
Wilde even erop maken dat het "Goldenes Dachl" in Innsbruck (gebouwd door Maximiliaan I, eveneens rond 1500) ook een opschrift heeft die tot nu toe niet ontcijferd is; cf. http://www.goldenes-dachl.at/.
Mark Kempeneers zegt
Heb het even aan mijn oom Dr.Fil. Paul Kempeneers gevraagd en hij schrijft:
het eerste woord lijkt me perneba(m), dat is de 1e persoon imperfectum. Dus de nar die zegt: "Ik spon af". Wat daar achter komt zie ik ook niet zo dadelijk.Gewoonlijk verwacht je "de levensdraad". Dat wil zeggen: de dood komt eraan
Hopelijk helpt dit.
Vriendelijke groeten,
Mark Kempeneers (Tienen, België)
Willem Kuiper zegt
Is dit in overeenstemming met wat wij van narren denken te weten?
Frederik zegt
Een -m zie ik niet staan (zijn narrenstaf laat er ook geen ruimte voor), dus ik houd het bij 3de persoon enkelvoud.
Frederik zegt
Aanvulling (excuus, ik was wat te snel!): het zou ook een -s kunnen zijn (dus 2de persoon enkelvoud)
erik_op_borneo zegt
Ik ken alleen een beetje potjeslatijn, dus bij voorbaat excuus voor mijn domme suggesties. Maar het is zo'n mooi tegeltje met die prachtige nar, dat de tekst er omheen ook vast heel mooi is. Een uitdagende puzzel! Voor het tweede deel kom ik op 'art estrare' (of art est rare).
En dan dat eerste deel… Tja, begint met een hoofdletter P… maar verder? Peruc Ba, Pecuc Ba of Pecue Ba. De u kan ook een n zijn, overigens. En de e, de c en de r zitten typografisch ook heel dicht bij elkaar. Dus Perne Ba zou bijvoorbeeld ook kunnen. Na Ba komt zeer waarschijnlijk nog wel een letter (hooguit twee), maar of er naast / boven de staf en de zotskap ook letters hebben gestaan, kan je je afvragen. Hiervoor lijkt er nauwelijks de ruimte. Wel spannend!
Taalprof zegt
Kan die eerste letter ook een soort ligatuur zijn van s en p, zodat je 'sperneba(t)' krijgt? Hij (de nar) verachtte of verwierp iets?
Willem Kuiper zegt
Als de tekst op de afgebeelde nar slaat – en waarom niet? – dan lijkt – als er inderdaad Latijn staat – een vorm van (het spottende?) 'spernere' meer in de lijn der verwachting dan (het noodlottige?) 'pernere'.
Willem Kuiper zegt
Naschrift: De tegel is vorig jaar december bij een Brusselse antiquair gekocht. Die Brusselse antiquair kocht de tegel van een Parijse antiquair, die hem weer kocht van de Gentse verzamelaar Onghena.
Frederik zegt
Nu je het zegt: ik had eerst niet op dat dwarsstreepje gelet, maar een ligatuur zou – gezien de omvang van de p (in verhouding tot de andere letters) – best wel eens kunnen!
Overigens garandeert de nar natuurlijk nog geen vrolijke tekst: die kan net zo goed moraliserend bedoeld zijn!
Frederik zegt
…en bovenaan zou het ook een infinitiefvorm op -trare kunnen zijn (al ziet de 'r' er anders uit dan die onderaan, daarom denk ik toch eerder aan een 'c')
Frederik zegt
…en intussen vind ik en het evangelie van Johannes (jaja!), hoofdstuk 9, vers 7, de passage: spernebat intrare Iordanem.
Maar dat klopt dus niet met de rest van de tegel, helaas…
Willem Kuiper zegt
Inderdaad helaas, want het is heel wel mogelijk dat de spreuk ofwel bijbels is of aan de Bijbel refereert.
Frederik zegt
Inderdaad is die kans groot, gezien het gebruik van Latijn.
Dus moeten we een link zoeken tussen een nar en de bijbel… Òf rekening houden met de mogelijkheid dat het geen nar is: in de middeleeuwen werden joden immers ook vaak met een raar hoedje en vreemde kleren afgebeeld. Maar die narrenstaf wijst eerder naar de eerste hypothese.
Taalprof zegt
Is het trouwens Tijl Uilenspiegel, of is het daar te vroeg voor? Dan zou het ook een toespeling op hem kunnen zijn.
Willem Kuiper zegt
Chronologisch gezien behoort Tijl Uilenspiegel tot de mogelijkheden. Een snelle blik in de Till Eulenspiegel van Hermann Bote levert op: "Die Magd sagte: “Er [Till Eulenspiegel] schrieb etwas über die Tür, als er wegging. Es ist ein Antlitz, das sieht aus wie eine Eule.” Denn Eulenspiegel hatte diese Gewohnheit: wo er eine Büberei tat und man ihn nicht kannte oder seinen Namen nicht wußte, da nahm er Kreide oder Kohle, malte über die Tür eine Eule und einen Spiegel und schrieb darüber auf Lateinisch: “Hic fuit”. Und das malte Eulenspiegel auch auf des Schmiedes Tür.
Frederik zegt
Maar een verwijzing naar Uilenspiegel in het Latijn lijkt me minder waarschijnlijk, aangezien die tot de volkscultuur behoort (bij mijn weten is er geen Latijnse editie van de Uilenspiegel-legende bekend), zodat een verwijzing naar hem logisch eerder in de volkstaal zou zijn.
Willem Kuiper zegt
Denk dat Uilenspiegel ook in humanistische kringen bekend was, en dan is die combinatie niet onmogelijk. Maar misschien moeten wij (nog) eerder aan Erasmus denken en aan diens Lof der Zotheid of zijn Adagia?
Frederik zegt
Uitgesloten is het niet, maar ik acht de kans wel kleiner.
Ook de Lof der Zotheid is niet onmogelijk, maar dan zou de tegel dus zeker 16de-eeuws moeten zijn. Hij leek me iets ouder (op basis van het schrift – al zie je nu ook nog wel eens mensen schrijven met een 'ouderwets' mooi handschrift, dus dat blijft giswerk).
Maar misschien valt er wel te achterhalen in welke periode dit soort stempeltegels in de mode waren?
Karina zegt
Ik heb op internet een identieke afbeelding van de tegel gevonden. Even googelen: carreau chapelle montodon.
Vervolgens kijken bij afbeeldingen: op het 2e plaatje linksboven vindt je dezelfde tegel met een iets duidelijker tekst. Dan doorklikken naar pagina bezoeken. Wellicht is er meer over te vinden. Maar … wel in het frans! Veel succes Hoor wel graag of het je wat verder gebracht heeft.
Frederik zegt
Geweldig! Alleen jammer dat de foto niet beter is…
Maar op die tegel lijkt toch pernebat te staan (ziet er toch een p uit, en geen sp-ligatuur); bovenaan arc… tra.. (of are…tra..)?
Iemand die toevallig in de buurt van Montodon passeert?
Herman Mulder zegt
De vondst van een tweede exemplaar is een belangrijke stap voorwaarts. Het eerste woord heeft duidelijk een nasaalstreep op de laatste letter, zodat het door Kempeneers gesuggereerde 'pernebam' juist zal zijn. Ik meen ook zo'n nasaalstreep te zien op 'trace' of 'trase' ('trance' of 'transe'). Maar het geheel doorgrond ik nog steeds niet.
Frederik zegt
Die nasaal-streep is wel niet terug te zien op 'onze' tegel hier, maar achter de a lijkt er nog een letter te staan. En op de a ter rechterzijde lijkt er inderdaad een streepje te staan. Zou de letter die aan 'tra..' voorafgaat geen h zijn?
Willem Kuiper zegt
In de begeleidende tekst bij de tegel, die door Karina gevonden werd [Knap!], staat: – le bouffon du carreau n°68 (Pl. CLXXII : a) était un motif très répandu; citons par exemple le carreau du musée de Laon (Pl. CCI : a), ou celui de l'église de Chapelle-Monthodon (Aisne) (Pl. CCI : b). Misschien weet men meer in het Museum van Laon?
Karina zegt
Googel de publicatie: Le pavement ceramique de lábbaye de vauclair et son four-tuiler, geschreven door Jenny Wahl. Ik denk dat zij verbonden is aan de Universiteit van Leuven. De tegel wordt in dit boek genoemd.Misschien kan zij je verder helpen
Willem Kuiper zegt
Gelet op een mogelijk religieuze herkomst van de tegel – ook kathedralen werden aan de buitenkant opgesierd met 'bouffons' – zou je een bijbelse spreuk verwachten. Maar ik kan het woord 'pernebam' niet vinden in mijn digitale Vulgaat, noch in het Oude noch in het Nieuwe Testament.
Frederik zegt
En als je nog eens de 3de persoon (pernebat dus) probeert? Je weet maar nooit. 3de persoon meervoud pernebant kan trouwens ook nog (indien nasaal-streep + t)
Willem Kuiper zegt
Ook met een wildcard levert perneb* in OT en NT niets op behalve: I Machabaeorum 3:14 "et ait faciam mihi nomen et glorificabor in regno et debellabo Iudam et eos qui cum ipso sunt qui spernebant verbum regis"
Frederik zegt
Maar bevat die de tekst van de vier evangeliën? In Johannes IX,7 zou het werkwoord immers moeten voorkomen, dus mogelijk toch ook elders nog. Vreemd…
Willem Kuiper zegt
In mijn digitale Vulgaat leest Johannes 9,7: et dixit ei vade lava in natatoria Siloae quod interpretatur Missus abiit ergo et lavit et venit videns
Frederik zegt
Wat een blunder van mij! De gevonden passage komt niet uit de evangelietekst zelf, maar uit de bijhorende annotaties van Hugo Grotius… Dus daar moeten we zeker niet zoeken: da's meer dan een eeuw te laat!
Maar als het geen bijbeltekst is kan het dus om het even wat zijn.
Ik neem wel aan dat een mailtje naar hetzij Jenny Wahl (kan mogelijk Louvain-la-Neuve zijn) of de conservator van Monthodon voor opheldering kan zorgen
Frederik zegt
Staat er bovenaan niet Grecia? Grecia … spernebat/m/nt?
(ik weet niet of in die tijd de ae van Graecia al een e was geworden…)
Willem Kuiper zegt
In het middeleeuws Latijn is Grecia normaal. Soms heeft de e (indien een klassieke ae) een cedille, maar meestal niet (althans dat is mijn persoonlijke ervaring).
Frederik zegt
Ja, die e leek me bij nader inzien inderdaad vrij normaal.
Maar wat hebben een nar en Griekenland in een kerk met elkaar te maken?
Willem Kuiper zegt
Te gek voor woorden (grapje). Misschien moeten wij eerder aan 'gracia' denken?
Frederik zegt
Nee, hoewel het op zich logischer lijkt, op die van Monthodon, die iets leesbaarder is, lijkt het me zeker geen a te zijn.
Willem Kuiper zegt
Berucht zijn de spelfouten in dit soort inscripties. Degene die de inscriptie in de tegel maakte, was geen filoloog maar een tegelbakker.
Frederik zegt
We mogen er niet a priori van uitgaan om een hypothese te doen kloppen, maar dat is zeker iets waarmee we rekening moeten houden… Hoewel het op beide tegels eerder een e dan een a lijkt (al kan het natuurlijk zijn dat de tekst klakkeloos werd overgenomen met spelfouten en al – maar ook dat blijft een louter hypothetische aanname).
Karina zegt
Ben ik op de goede weg als ik denk dat de spreuk begint met PERNEGA? Van het Een vervoeging van het woord pernegare?
Willem Kuiper zegt
Het schrift op de tegel lijkt een minuskelschrift. Als dat zo is dan zou de letter g onder de schrijflijn moeten duiken. Zie de eerste letter rechts naast het hoofd van de nar. Het woord 'perneg*' komt niet voor in mijn digitale Vulgaat. Maar dat hoeft helemaal niets te zeggen.
Frank zegt
Ik lees heel iets anders….'Prineba' met liggend streepje op de a?
Karina zegt
Ik ga uit van minuskelschrift. Ik kan de g helaas hier niet tonen. Kijk op google naar de Gotische minuskel g. De "lus" van de g komt onder schrijflijn. Voor de tekst moet ik mij behelpen met een oud prismaboekje: Latijns Nederlands Woordenboek. Daarin staat het woord pernegare, met een streepje op de a. De betekenis is: 1. hardnekkig ontkennen; 2. hardnekkig weigeren.
P.S. Voor de duidelijkheid: ik ben geen latiniste, maar calligrafe.
Willem Kuiper zegt
Als de begeleidende tekst begint ter hoogte van de linker kuit van de nar dan lees ik op de tegel uit de Chapelle Monthodon: pre u/n eba m/n. Ik vermoed dat dit 'pre' als 'prae' begrepen moet worden, in de zin van 'vooruit'. Vgl. praenoscere: van te voren leren kennen. Die b klopt niet, want je zou daar een minuskel b verwachten. Het lijkt me geen letter g en ook geen ligatuur van een s met een c of t.
Karina zegt
Die "B" kan ook nog een vroeg gotische minuskel s zijn of zelfs een h. De ellende is dat er zoveel soorten gotisch schrift zijn. Heb je voor de rest van de tekst nog iets aan GREX …? In mijn boekje vertaald als: grex. gresis: kudde, troep; zwerm; schaar; gezelschap; gevolg; mil. staf; kliek. Heb je pernegare nog kunnen vinden?
Willem Kuiper zegt
Het schrift zal even oud zijn als de tegel. Wat ik nu, dankzij die Monthodon tegel kan lezen is: pre u/n eba m/n gre[…]a tran(c?)e[…]
Onwillekeurig denk ik bij het laatste woord aan 'transeunt': gaan voorbij. Maar dit is pure speculatie.
Frederik zegt
Pernegare bestaat wel (verloochenen), maar ook al lijkt een middeleeuwse g vaak op een b, hier denk ik toch dat een b waarschijnlijker is (boven- en ondereind zijn immers helemaal aaneengesloten zonder aan de schacht te raken, wat je bij een g zelden ziet). En zoals je nog wel vaker hebt worden 'minuskels' (de veronderstelde e, n, r) en 'majuskels' (de vermoedelijke A en B) hier schijnbaar door elkaar gebruikt – net zoals soms nog alle letters boven dezelfde schrijflijn blijven (al duikt de p er hier wel onder). Anderzijds lijkt het er inderdaad sterk op dat ik de e en de r met elkaar heb verward, en er dus niet perne[ba.] maar prene… staat: het nochtans duidelijk zichtbare schreefje van de (vermoedelijke) r was me eerst niet opgevallen. En ja, transire of transeunt: wie weet – maar dan wel sterk ingekort (en zonder enig afkortingsteken)…
Frederik zegt
Maar zou het pren(d)ebat kunnen zijn? (al lijkt een 'nd'-contractie me niet zo waarschijnlijk)
Karina zegt
Ik ben er nu bijna van overtuigd dat het eerste woord PERURBANUS moet zijn. Ik ga er van uit dat de letters nus zijn weggevallen. Zag o,a, dat dit woord geestig betekent. Kunnen de latinisten hier alvast wat mee? Ga ik verder met het tweede woord … Als ik gelijk heb dan weten we nu ook dat wij met majuskels rekening moeten houden.
Willem Kuiper zegt
De Monthodon tegel is beter leesbaar en daar zie ik als eerste woord staan: preuebam / preueban / prenebam / preneban, en met dat woord kan ik helaas niets beginnen.
Taalprof zegt
Na enig gepuzzel kom ik op het volgende uit (vol onwaarschijnlijkheden, maar het resultaat klinkt enigszins coherent): stel dat er staat 'provebant.' Dat zou kunnen want voor een Fransman zou 'ant' kunnen klinken als een nasale 'a.' Die 'o' is niet helemaal lekker, maar goed. 'provebant' vind ik op het internet een enkele keer terug als een leesfout van 'provehant,' "bevorderen." Als ik nu in google translate op goed geluk intik 'gratia et transi provehant,' dan krijg ik 'genade en kruis bevorderen.' Dat kan niet kloppen zou je zeggen, want 'transi' is de eerste (of tweede) persoon van een werkwoord ("oversteken, kruisen"). Maar gek genoeg krijg ik hetzelfde als ik het naar het Frans vertaal: 'Grâce et croix promouvoir.' Ik vind die vertaling wel middeleeuws klinken, al heeft het niks met een nar te maken natuurlijk. Maar waarom zou dat moeten?
Willem Kuiper zegt
Voor het gemak heb ik de afbeelding van de tegel uit Chapelle-Monthodon als Naschrift 2 toegevoegd. Men hoeft geen paleograaf te zijn om te zien dat de derde letter geen o is, maar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een e. En daarmee …
Taalprof zegt
Ja dat zie ik wel, maar jij had het eerder zelf al over het feit dat de tegelbakker geen filoloog was en dat tegels berucht zouden zijn om hun spelfouten. Dus ik liet me even verleiden tot het grotere plaatje om van daaruit iets geloofwaardigs te krijgen (wat we vanuit de huidige aannames nog steeds niet hadden). Ik ben het overigens helemaal met je eens dat die derde letter een overduidelijke 'e' is. Want ook die 'i' van 'tra(n)si' lijkt me bijna zeker een 'e' en geen 'i.' Eerder is al een vorm van 'transire' voorgesteld, 'transeunt' of zo maar dan sterk ingekort. Dan kan het ook wel 'transitus' zijn, "overgang," kan dat ook geen "bekering" zijn? Misschien iets als 'de genade van de bekering helpt je vooruit' of 'de bekering brengt genade met zich mee' of zoiets. Of is de nar ook een pelgrim met een jacobsschelp op zijn staf? Dan kan het over een letterlijke passage gaan. Hij loopt in elk geval, dat is zeker. Sorry als ik maar wat in het wilde weg speculeer, maar je moet toch wat zou je onderhand denken.
Willem Kuiper zegt
Epigrafie (inscripties) is berucht om zijn spelfouten. En dat komt omdat degene die de letters moest uithakken de tekst op een wastafel aangeleverd kreeg in een lopend handschrift (cursief), dus niet in schoonschrift. Dankzij de spelfouten in Romeinse triomfbogen en vergelijkbare schriftdragers heeft men die Romeinse cursief kunnen reconstrueren: men wist dat een bepaalde letter er net zo uitgezien moest hebben als een andere letter om chronisch met elkaar verwisseld te worden. Ik weet te weinig, eigenlijk niets, van het productieprocede van dit soort tegels. Ik vermoed dat een houtsnijder een stempel maakte met de afbeelding en de letters in reliëf (hoogdruk), dat die stempel in de klei gedrukt werd en gevuld met een glazuurachtige substantie, zodat afbeelding en tekst na het bakken zichtbaar werden en de tegel slijtvast. Als iemand denkt dat het anders ging dan laat ik mij graag corrigeren. Mogelijk had die houtsnijder zijn tekst op een stuk papier staan, misschien ook in cursief, maar de verlezing van een o als een e komt mij niet waarschijnlijk voor. Nog eerder het omgekeerde. Los van dit alles is fantasie vaak een onverwachte katalysator om dit soort Gordiaanse knopen door te hakken.
Herman Mulder zegt
Er bestaat goede literatuur over hoe zulke tegels gemaakt werden. Een zeer informatief archeologisch rapport staat in pdf-vorm op het internet (http://www.tegels-uit-antwerpen.be/inlegtegels/inlegtegels.htm). Onder de daar besproken tegels zijn er ook met tekst (Middelnederlands). Je ziet dan dat er bestaande teksten gekozen zijn: een bijbelcitaat (Alle dinc heeft sinen tijt = Omnia tempus habent) en een rijmspreuk (Die tijt is cort …). In belettering worden inderdaad wel eens fouten gemaakt. In onze tegel is de zesde letter zowiezo ongelukkig: of het nou een majuskel B, een majuskel G of een ronde s is, in minuskelschrift is dit een 'verkeerde' vorm. Maar is het niet zo dat inscripties altijd een rotzooitje zijn en dat men er naar hartelust in mag veranderen. Het is waarschijnlijk een bestaande tekst die hooguit kleine foutjes bevat. Aan heel veel fantasie heb je niets, meer aan goede zoektechnieken.
Frederik zegt
Ik vrees ook dat we met onze fantasie niet veel verder zullen komen, zonder hulp van bijkomende bronnen: de hiaten in de tekst zijn te groot om puur door deductie te kunnen invullen. Een scherpere foto van de tegel uit Monthodon zou misschien enig soelaas kunnen bieden. Tenzij iemand de hand weet te leggen op een van volgende publicaties:
BOLLER 1988. BOLLER (B.), Les carreaux vernissés de la Chapelle – Monthodon, Association pour la sauvegarde et la protection du patrimoine historique et culturel de La Chapelle – Monthodon, 1988.
LEFRANC 1997. LEFRANC (C.), " Renaissance en direct. Conservation d’un carrelage médiéval ", Connaissance des arts, n°542, sept. 1997, p. 78-81.
Herman, heeft de Koninklijke Bib die niet in huis?
Karina zegt
Het boek van Boller is te koop in Frankrijk. Het goedkoopste exemplaar kost 45 euro's en dat voor 53 pagina's! Ik weet niet, Herman, of je dat er voor over hebt. Je hebt dan waarschijnlijk wel meer informatie over je tegel. Ook zag ik dat er afbeeldingen in staan (werd vermeld). Misschien loont het om ook eens anders naar de "hoed" van de nar te kijken. Ik heb het vermoeden dat de tekst achter het hoofd van de nar doorloopt. Ook heb ik bij google in meerdere landen naar afbeeldingen van narren gekeken maar zag geen een nar met een "brede" hoed. Alleen een strakke muts met bellen eraan. En ik zou graag antwoord hebben op mijn suggestie dat er perurbane (adi) zou kunnen staan. Ik blijf maar denken dat dit woord zeer waarschijnlijk zou kunnen zijn.
Herman Mulder zegt
'Perurban' valt misschien niet uit te sluiten, maar dan zit je wel met het probleem dat de (afgekorte) 'n' toch echt de laatste letter van het woord lijkt en dat er niet 'Perurbanus' of 'Perurbane' staat.
Karina zegt
Ik zie na de B toch echt een A met een streepje er op. Of begrijp ik je verkeerd? En nu ik toch bezig ben: zou het kunnen dat het tweede woord GRATIA is. Volgens mijn boekje betekent dat o.a. "ter wille van".
Herman Mulder zegt
Zo'n streepje boven de 'a' is meestal een nasaalstreep en staat dan voor 'm' of 'n', zelden voor iets langers. Het tweede woord lijkt 'gre' (plus nog wat?) te zijn. 'gra' en 'gre' (met een afkortingsstreep erboven) zijn gangbare afkortingen voor 'gratia' en 'gratie', en die lezing moet wel overwogen worden (al zie ik geen streep), maar dit blijft allemaal speculatie zolang je niet een complete zin hebt: er is heel veel mogelijk en alleen de lezing van het geheel bevestigt wat de juiste lezing van de afzonderlijke woorden is. Je gaat dit niet oplossen met louter het lezen van het (te kleine) gedeelte dat redelijkerwijs leesbaar is.
Herman Mulder zegt
Ik heb thans het tijdschrift dat Frederik noemde (Connaissance) kunnen inzien. Het artikel handelt over conservering van tegels en spreekt niet over de tekst. Maar er is wel een nieuwe foto, van de toestand van de tegel in Monthodon na conservering. Die foto helpt weer een beetje: eigenlijk is nu alles vrij goed zichtbaar. Al valt het nog niet mee er een zinvolle tekst van te maken. Misschien kan Willem Kuiper die foto er als nieuw Naschrift aan hangen.
Willem Kuiper zegt
Is gebeurd.
Willem Kuiper zegt
Boven de linker elleboog van de nar lees ik: "la". Zou het dan toch Frans zijn?
Karina zegt
Moet ik zo onderhand geloven dat iedereen zijn kruit verschoten heeft? Wellicht is het nog een goede suggestie om het Herman Pley te vragen?
Willem Kuiper zegt
Volgens Herman Pleij staat er: Moet kunnen
Frederik zegt
Uit de nieuw foto meen ik, afhankelijk van de leesrichting, te kunnen opmaken preurba[na] grecia tra[nsit?]
ofwel grecia tra[…?] preurbana.
Inhoudelijk slaat het wel èrgens op (nou ja), maar het verband mat de nar ontgaat me wel…
Hans Rek zegt
Staat er niet zoiets als "gedrukt in Frankrijk"? Presseba (nogiets) La France. Mijn fantasie vertaling
Hendrik zegt
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Willem Kuiper zegt
Wat een nar ervoor geeft?