Door Arina Banga
Voormalig moedertaalsprekende docent Nederlands in Debrecen
Wat een goed nieuws in mei 2013! Ik was voor het studiejaar 2013/2014 aangenomen als moedertaalsprekende docent Nederlands in het Hongaarse Debrecen. Een jaar eerder had ik op dezelfde functie gesolliciteerd, alleen dan in Boekarest, en destijds was de voorkeur naar een kandidaat met meer ervaring gegaan. Jammer voor mij, maar wat fijn voor de Roemeense vakgroep dat ze kon kiezen uit diverse goede sollicitanten met ervaring in onderwijs en wetenschap. Als de suppletie verdwijnt, is de kans groot dat er voor de vakgroepen extra muros in de toekomst nog weinig te kiezen valt (een letterkundige of taalkundige, meer ervaring in onderwijs of in onderzoek?) of, erger, dat men zelfs met een onvervulde vacature blijft zitten.
Begrijpelijk, dat de vakgroep in Boekarest voor een sollicitant met meer relevante werkervaring koos. Onbegrijpelijk, dat de Taalunie ervan overtuigd is, dat pas afgestudeerde neerlandici deze functie ‘wel even’ kunnen vervullen. Afgestudeerd zijn in de neerlandistiek houdt in dat je op academisch niveau taalkunde, letterkunde en taalbeheersing hebt leren bestuderen. Dat maakt je natuurlijk niet automatisch een goede docent in Nederlands als vreemde taal. Dat maakt je ook niet automatisch het geschikte ’type’ om in een ver buitenland te gaan wonen, waar je niemand kent, waarvan je de taal niet spreekt en waar relatief weinig mensen talen spreken die jij ook spreekt.
Taal is ook heel veel cultuur
Zo is het nodig dat een lector relativerend en respectvol om kan gaan met cultuurverschillen. Vooraf had ik hier niet zo nadrukkelijk bij stilgestaan, maar mijn Hongaarse collega’s zijn dit nagegaan in het sollicitatiegesprek. Eenmaal in Debrecen realiseerde ik me hoe onlosmakelijk taalonderwijs met cultuur verbonden is. Vooral bij het vak interculturele competentie, waarin mijn studenten en ik de cultuurverschillen bespraken en analyseerden. Hoe kan het dat men Nederlanders in het buitenland als bot ervaart? Lijkt de Hongaarse cultuur meer op de Vlaamse of op de Nederlandse? Waarom nemen Hongaarse werknemers niet zo snel zelf initiatief?
Zulke gesprekken zijn anders mét iemand uit een andere cultuur dan óver iemand uit een andere cultuur, en niet alleen omdat dan de voertaal anders is. Het verdwijnen van de suppletie en de zomercursussen zorgt ervoor dat grote aantallen studenten buiten het taalgebied straks niet meer de kans krijgen om met een moedertaalspreker van gedachten te wisselen over cultuurverschillen. Communiceren in een andere taal is zoveel meer dan een lijstje grammaticaregels op de juiste manier toepassen. Voor talige beroepen is dat bovendien zeker niet voldoende.
Niet alleen onderwijstaken
Naast het verzorgen van onderwijs in taal en cultuur zorgt een lector er mede voor dat het Nederlands van de lokale, niet-moedertalige docenten op peil blijft (of, hopelijk, zelfs beter wordt). Op kantoor beantwoordde ik meerdere taalvragen per dag, die mijzelf ook scherp hielden: “Is het eigenlijk ‘het Europees Parlement’ of ‘het Europese Parlement’?” “Ik lees hier: …, maar mag je dat zo zeggen? Kan je het ook anders formuleren?” Toegegeven, je kan al die vragen verzamelen, eens per week in een e-mail zetten en naar iemand in Vlaanderen of Nederland sturen, maar ze meteen mondeling toelichten is vele malen effectiever.
Ook redigeert de moedertalige docent subsidieaanvragen, Nederlandstalige wetenschappelijke artikelen van collega’s en motivatiebrieven van studenten. Bovendien bezoekt hij of zij af en toe colleges van collega’s om op basis daarvan bepaalde taalkundige aspecten eens door te nemen. Doordat taal dynamisch is, ontkomt een niet-moedertaalspreker er namelijk niet aan af en toe een foutje te maken, hoe hoog zijn beheersingsniveau ook is.
Inderdaad, onbetaalbaar
Docenten met Nederlands als moedertaal dragen onmiskenbaar bij aan de neerlandistiek extra muros. Het was voor mij bovendien een geweldige en unieke ervaring, daarin moet ik de heer Joris gelijk geven. Toch is niet iedereen zo ‘ongebonden’ dat hij of zij zomaar voor een jaar of langer weg kan of wil. Zelf heb ik mijn baan bij de Consumentenbond opgezegd, terwijl de functie in Debrecen nooit een vaste baan kon worden en ik geen recht op ww zou hebben bij terugkomst. Een financieel risico dus, waardoor de suppletie noodzakelijk was om de baan te kunnen accepteren.
Een baan extra muros onbetaalbaar voor de moedertaalsprekende docent (om met Joris’ woorden te spreken)? Met deze bezuinigingen straks niet meer alleen figuurlijk, maar helaas ook letterlijk. Het gevolg: onherroepelijke schade aan de neerlandistiek.
Gert Loosen zegt
Spijkers met koppen, collega. Dank je.