Vorig jaar augustus vond er op Aruba een prachtige bijeenkomst plaats. De Society for Caribbean Linguistics, de Society for Pidgin and Creole Linguistics en de Associação de Crioulos de Base Lexical Portuguesa e Espanhola confereerden samen over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar contacttalen.
Al aan het begin van de week sprak ik Ian Robertson. Deze Guyanese creolist, werkzaam aan de University of the West Indies op Trinidad, is de persoon die in oktober 1975 maar liefst twee aan het Nederlands gerelateerde talen heeft teruggevonden. ‘Ontdekt’ is een beetje een gek woord in deze context, al krijg je wel een licht Indiana Jones-gevoel als je hoort wat er precies gebeurd is.
Al in september 1974 publiceerde hij ‘Dutch Creole in Guyana: some missing links’ en na aanwijzingen over het bestaan van een Nederlandsachtige taal vertrok hij naar de Oost-Guyanese rivieren Berbice en Wiruni Creek om de sprekers te ontmoeten, wat lukte. In 1979 promoveerde hij op deze taal. Binnen de familie van creooltalen neemt het Berbice Dutch een bijzondere plek in vanwege de grote invloed die slechts één Afrikaanse taal, het Oost-Ijo, heeft gehad. In andere Atlantische creooltalen is de Afrikaanse invloed vaak heel divers of lang niet zo goed te aan te wijzen. Maar, het voert wat ver om er hier op in te gaan. Silvia Kouwenberg, hoogleraar Taalwetenschap aan de Universtiy of the West Indies, Jamaica, en gepromoveerd op het Berbice Dutch, heeft een leuke inleiding gepubliceerd op Stemmen van Afrika.
Robertson heeft trouwens ook de (voorlopig…) oudste woordenlijst van het Berbice Dutch gevonden. Deze mysterieuze lijst uit 1792-1794 is niet af en het laatste woord, onderaan de pagina (jendi of zoiets), is onbekend (Amsterdam Creole Studies 1994).
Ik dwaal af. Robertson ging vervolgens ook in de rest van Guyana met de bandrecorder op stap om meer van het ‘Dotch’ te vinden. Op een gegeven moment ontmoette hij mensen die zich wel iets meenden te herinneren van een dergelijke taal, maar bij het verzamelen van woorden en zinnetjes bleek het niet om Berbice Dutch, maar om een andere taal, het Skepi Dutch, te gaan. Deze taal werd oorspronkelijk gesproken aan de Essequibo in West Guyana. Ondanks het beperkte aantal informanten, kon hij genoeg informatie verzamelen om het Skepi, het Berbice en het Negerhollands te kunnen vergelijken. Deze studie is in 1989 in TNTL verschenen (). Het opmerkelijkst is wel, dat er tussen Skepi en Negerhollands meer lexicale overeenkomsten zijn dan tussen Skepi en Berbice. Dit wijst op een overeenkomende Nederlandse woordenschatbron, die zeer gekleurd was door het Zeeuws/Westvlaams.
Het bleef maar een vaag taaltje, dat Skepi, dat uit de lucht was komen vallen via herinneraars. Echter, toen Marijke van der Wal een paar jaar geleden in het Letters-as-Loot-corpus de ‘Hebban Olla Vogala’ van het Skepi vond (brief van de maand december 2013), kreeg de taal er een geschiedenis vanaf 1780 bij.
Ik was afgelopen augustus dus erg benieuwd naar Robertsons bandopnames van de herinneraars van het Skepi en naar zijn laatste gesprekken met de 102-jarige Albertha Bell, de laatste spreekstervan het Berbice, uit 2005.
‘Laatste spreekster? Nee! Er is nog een oude dame. Ze woont een flink eind stroomopwaarts aan de Wiruni Creek. Ik heb haar al gesproken, maar ik ga terug voor video-opnames. Ze heeft een zwakke gezondheid en wordt nogal afgeschermd door haar dochters. Wacht maar.’ Ik kon mijn oren niet geloven. De taal was inmiddels door zowel de Nederlandstalige National Geographic (februari 2010) als door de gigantische talenbank van het Summer Institute of Linguistics Ethnologue doodverklaard, maar… er bleek dus nog een allerallerlaatste spreekster.
Deze week is het zover. Ian Robertson zal op 7 juli, om 12.30 u. tijdens zijn presentatie Berbice Dutch – Moriturus tijdens het grote congres van SPCL en ACBLPE, dit keer in Graz, zijn ervaringen delen met het publiek. Ik had er heel graag bij willen zijn, maar mijn schooljaar is nog niet afgelopen en als deeltijdonderzoeker kun je niet naar elk congres.
De abstracts van het SPCL/ACBLPE-congres zijn hier te vinden. De aankondiging van Robertson staat op pagina 50.
Andere interessante SPCL-presentaties over aan het Nederlands gerelateerde onderwerpen:
- Peter Bakker (e.a.) (Aarhus Universitet) – How European are European-lexifier creoles? (Over de rol van Europese talen, zoals het Nederlands, bij de vorming van creooltalen)
- Ellen-Petra Kester (Universiteit Utrecht) – < Language attitudes and language use among Aruban and Curacaoan students in the Netherlands
- Silvia Kouwenberg (University of the West Indies, Mona Campus) – The strange absence of Amerindians in creole formation: the Berbice Dutch case.
- Paul Roberge (University of North Carolina at Chapel Hill/Stellenbosch University) – Factivity and contrafactivity in the Cape Dutch Vernacular.
- Ian R. Smith (York University) – Dutch influence in 19thC Sri Lanka Portuguese: the case of inversion.
- Peter Stein (Universität Bremen) – Oldendorp’s Grammar, the original manuscript version: an unknown masterpiece of early creolistics. (Over Virgin Islands Dutch Creole/Negerhollands)
Laat een reactie achter