Vandaag ga ik jullie een verhaaltje vertellen. Sam en Anne houden van elkaar, hun liefde groeit iedere dag, hun harten raken steeds inniger aaneengeklonken. Het is dinsdag. Sam maakt ontbijt voor Anne zoals ze dat iedere ochtend doet. Nadat ze de wentelteefjes heeft uitgeserveerd en er kaneel over heeft gestrooid, loopt ze terug naar de keuken, neemt een broodmes en steekt Anne in haar rug.
Klaar! Vonden jullie dit een fijn verhaaltje? Nee, he? Maar waarom eigenlijk niet? Daarover gaat een nieuw artikel van Antoine Saillenfest en Jean-Louis Dessalles in Literary and Linguistic Computing. Zij stellen vast dat een goed verhaal in ieder geval interessant moet zijn.
Ja, zo kan je zus ook onderzoek doen. Maar wat betekent dat?
Er zijn verschillende manieren waarop een verhaal interessant kan zijn.
Wanneer er een babytje in voor komt, is een verhaal al snel interessant, en ook als er een heftige emotie in wordt uitgedrukt. Maar daarvan is in mijn verhaal over Sam en Anne geen sprake. Dit verhaal maakt gebruik van een ander element dat een verhaal geheid tot een succes maakt: verrassing.
Aantrekkingskracht
Er is met verrassing alleen een probleem, namelijk dat het in conflict komt met andere eigenschappen van een goed verhaal. In dit geval is dat de geloofwaardigheid van de karakters. Wie een verhaal leest of beluistert, wil dat de personages zich op een begrijpelijke manier gedragen. Als ze een probleem hebben, moeten ze pogingen doen die op te lossen; wanneer ze een of andere handeling ondernemen moet die het doel hebben een probleem op te lossen of te voorkomen.
Zoals gezegd is er een conflict tussen deze twee eigenschappen van een goed verhaal: wanneer iedereen zich op deze geloofwaardige manier gedraagt en keurig al zijn problemen oplost, gebeurt er nooit iets interessants. Maar wanneer iedereen alleen maar in het wilde weg onvoorspelbare dingen doet, verliest het verhaal ook zijn aantrekkingskracht.
Ontfutselen
Saillenfest en Dessalles willen om de een of andere reden – mij wordt uit het artikel niet helemaal duidelijk welke – een computer maken die verhalen kan schrijven die mensen interessant vinden. (Zijn er nog niet genoeg interessante verhalen?) Zo’n computer wordt dus, zoals iedere schrijver, met dit probleem geconfronteerd. Saillenfest en Dessalles zetten een wiskundige theorie in die kan verklaren wanneer iets precies interessant is, en die Simplicity Theory heet. Maar eigenlijk lijkt me die wiskunde, tenzij je zo’n computer wil bouwen, een beetje onzin. Het idee achter hun betoog is eenvoudig genoeg, daar heb je geen formules voor nodig.
Mijn verhaal kun je redden door achteraf een verklaring voor Sams gedrag te geven. Eigenlijk was ze een spionne die haar liefde alleen maar voorwendde om Anne een groot geheim te ontfutselen en toen dit gebeurd was, Anne uit de weg moest ruimen.
Prachtig
Kijk, ineens wordt Sams gedrag zo weer geloofwaardig en mijn verhaal bijgevolg een stuk fijner. Door gebruik te maken van het feit dat ik niet alle informatie tegelijk geef, creëer ik zo maar liefst twee verrassingselementen: eerst hadden jullie dat mes helemaal niet zien aankomen, en daarna kwam ook het spionnendom volkomen onverwacht om de hoek kijken. Ik had dus twee leuke verrassingen voor jullie in petto, en uiteindelijk waren Sam en Anne ook nog eens volkomen geloofwaardig, al hun handelingen waren gericht op het oplossen van hun problemen! En dan zijn er nog mensen die geen hoop zien voor de digitale geesteswetenschappen!
Laat een reactie achter