Door Marc van Oostendorp
Was de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) maar een experiment geweest, dan had hij tenminste kunnnen mislukken.
Helaas, het was geen wetenschappelijke proef maar een project waar zich tevoren al het ministerie en de KNAW, NWO, de VSNU en Beatrice de Graaf achter hadden gesteld. Dus zitten we nu met een project dat door allerlei gremia geprezen zal worden om het verbluffende succes.
De bedoeling van de wetenschapsagenda was om het publiek bij de wetenschap te betrekken. Ook mensen buiten de muren van de academie mochten meebepalen welke vragen er in het onderzoek zouden worden gesteld; zo zou de kloof tussen onze ivoren torentjes en hun straat worden gedicht. Daartoe werd er een website geopend waarop iedereen zijn vragen kon plaatsen, alsmede een Twitter-account.
Groot is de respons niet geweest.
De organisatie schermt graag met het feit dat er ongeveer 11.000 vragen zijn ingestuurd, maar dat is een teleurstellend aantal voor een zo grootschalige actie. Als alleen de bij een Nederlandse universiteten ingeschreven studenten een vraag hadden ingediend, waren het er 2 keer zoveel geweest. Voor het referendum over een associatieverdrag met de Oekraïne kreeg een clubje particulieren met gemak het 40-voudige aantal handtekeningen bij elkaar. Naar De wereld draait door, waarin uitgebreid aandacht werd besteed aan de campagne, kijken op een doorsnee-avond 100 keer zoveel mensen.
De organisatie schermt graag met het feit dat er ongeveer 11.000 vragen zijn ingestuurd, maar dat is een teleurstellend aantal voor een zo grootschalige actie. Als alleen de bij een Nederlandse universiteten ingeschreven studenten een vraag hadden ingediend, waren het er 2 keer zoveel geweest. Voor het referendum over een associatieverdrag met de Oekraïne kreeg een clubje particulieren met gemak het 40-voudige aantal handtekeningen bij elkaar. Naar De wereld draait door, waarin uitgebreid aandacht werd besteed aan de campagne, kijken op een doorsnee-avond 100 keer zoveel mensen.
Bovendien valt aan de vragenlijst af te zien dat veel vragen door onderzoekers zelf zijn ingediend. In allerlei onderzoeksinstituten en universiteiten zoemde al snel rond dat je snel vragen moest indienen omdat er natuurlijk geld naar die wetenschapsagenda zou gaan – ook al ontkende de minister dat in alle toonaarden. Je leest dat af aan veel van die vragen, die af en toe gekopieerd lijken uit de korte samenvatting van een NWO-projectaanvraag. “In dit project”, staat er dan, “werken archeologen samen met gedragswetenschappers en moleculair biologen.”
Vervolgens hebben onderzoekers in allerlei gremia vlijtig vergaderd om tot een definitieve keuze te komen. Die selectie is is natuurlijk niet democratisch geweest – het volk mocht na het indienen van zijn vraag niets meer zeggen. Tegelijkertijd is ze ook niet gespeeld volgens de normale regels van het academische spel: er is geen anonieme peer reviewer aan te pas gekomen. Het is daarmee onduidelijk waarop de selectie gebaseerd is.
Het doel – mensen bij de wetenschap betrekken – is niet alleen nobel, maar ook belangrijk. Wie wetenschappelijke kennis en inzicht heeft, moet die ook willen delen. Mijn conclusie van de afgelopen maanden zou zijn: de wetenschapsagenda is niet de juiste manier om dat te bereiken. Mensen alleen een vraag laten stellen en die vervolgens laten verdwijnen in een ondoorzichtig proces, werkt zo niet. Er zijn andere manieren waarop wetenschappers in gesprek kunnen komen met het volk – ik geloof dat een wat persoonlijkere aanpak in ieder geval nodig zou zijn: niet het loket waar mensen vragen dumpen, maar een manier om samen te werken.
Het zou ook niet zo erg zijn dat het mislukt is. Het plan is in enige haast en met de beste intenties opgezet. Maar minister Bussemaker heeft inderdaad haar woord gebroken – verontrustend hoe gelaten op daarop wordt gereageerd – en tientallen miljoenen verschoven naar de wetenschapsagenda. Daarmee wordt het ineens het omgekeerde van wat het beoogde: onderzoeksprojecten van wetenschappelijke lobby’s, en niet het begin van een gesprek.
Laat een reactie achter