Door Marc van Oostendorp
Ik heb kennelijk vijanden en die gaan smullen van mijn stukje van vandaag. Veel plezier ermee, vijanden!
Ik heb de afgelopen 15 jaar een beetje op en af voor de Universiteit Leiden gewerkt. Ik deed dat gratis omdat het Meertens Instituut mijn salaris doorbetaalde en voor veel mensen in Leiden was dit een reden om mij geregeld in te wrijven wat een eer het voor mij was om in Leiden te mogen werken. (Echt waar, dat is me herhaaldelijk verteld.)
In de afgelopen 6 jaar heb ik mensen af en toe toevertrouwd dat ik best wat meer in Leiden zou willen werken, omdat ik geïnteresseerd ben in onderwijs, omdat het dichter bij huis is, en omdat ik me een zekere zin een ouderwetse neerlandicus voel, met belangstelling voor meer dan alleen de taalkunde.
Uitgenodigd
Mij werd dan altijd verzekerd dat het nú weliswaar nog niet mogelijk was, maar dat er later misschien vacatures zouden komen en dat ik dan natuurlijk heus een goede kandidaat zou zijn en natuurlijk wilde iedereen me hebben en dan zou iedereen heel blij zijn.
De laatste twee jaar heeft vooral mijn vrouw, die ook als taalkundige in Leiden werkt, andere banen afgeslagen omdat het mét die vooruitzichten het beste leek om in Leiden te blijven. Dat was ook wat men ons altijd vertelde dat we moesten doen.
De deadline voor de vacature hoogleraar Nederlandse Taalkunde (ik hoef niet per se hoogleraar te zijn, het was de eerste keer in die 6 jaar dat er een vacature was waarop ik kon solliciteren, alle andere banen werden op een wat minder duidelijke manier verdeeld) was bijna twee weken geleden. Vijf dagen later werd ik door de secretaresse van de decaan uitgenodigd voor een gesprek dat gisteren plaats vond.
Foto
De decaan wond er geen doekjes om. Met nauw verholen plezier vertelde hij me dat er drie kandidaten ‘met kop en schouders’ bovenuit staken in het deelnemersveld en dat ik daar ‘natuurlijk’ niet bij hoorde. Hij drong me ook de namen van de kandidaten op, die hij volgens mij eigenlijk niet had mogen onthullen, maar hij wilde heel graag laten weten hoe dichtbij mij de collega’s stonden die dan wel waren geselecteerd.
Toen ik daarna naar de directeur van de onderzoeksschool stapte om toelichting te vragen, legde hij me geduldig uit dat ik moest leren dat er nu eenmaal mensen zijn die beter zijn dan ik.
De afgelopen paar jaar heeft de universiteit geadverteerd met een paginagrote foto van mij in NRC Handelsblad, heeft de rector mij genoemd als een van de prominente neerlandici op het IVN Colloquium, heb ik een MOOC gemaakt (ook weer gratis) die door 70.000 mensen is bekeken, ik heb regelmatig reclame voor Leiden gemaakt. Er zijn postdocs en AiO’s naar Nederland gekomen om met mij in Leiden samen te werken.
Loyaliteit
Van te voren werd gezegd dat de hoogleraarsplaats in ieder geval niet voor generatieve syntactici was omdat er daarvan al ‘genoeg’ zijn in Leiden. De drie topkandidaten die er nu zijn, zijn wel allemaal generatieve syntactici.
Ik kan niet zeggen hoe zeer mij dit heeft geraakt: het feit dat niet alleen allerlei beloftes achteloos terzijde werden geschoven, maar men mij vooral ook een paar keer heeft willen inwrijven dat het eigenlijk een belachelijk idee van mij was geweest om überhaupt te solliciteren.
Voor mij is loyaliteit een belangrijke waarde en ik geloof niet dat ik jullie (of iemand anders) ooit heb lastig gevallen met mijn klachten over de totale desinteresse die er in Leiden altijd heeft geheerst voor wat ik deed. Maar kennelijk heb ik dus wel allerlei vijanden gemaakt. De vraag is dan wel waarom ze me wel de hele tijd hebben laten weten dat ze me zo graag wilden en dat ik moest solliciteren (zoiets is veel werk). Dus nu voel ik me niet meer gebonden aan die loyaliteit.
Smullen
Het was allemaal bijzonder kwetsend en waarschijnlijk ook zo bedoeld. Ik ben dan ook gekwetst.
Ik mag natuurlijk wel gratis blijven doorwerken, maar ik wil natuurlijk niet meer ergens werken waar men denkt dat mijn werk geen waarde heeft.
Als er nog iemand een baan heeft, houd ik me aanbevolen. Het goede nieuws is overigens dat er binnenkort dus een topsyntacticus in Leiden komt te werken die met kop en schouders boven mij uitsteekt.
Ik kan ondertussen beter dit blog overlaten aan anderen en dan natuurlijk een mooi boek schrijven over het Cambridge én Oxford van Nederland. Wat zullen jullie smullen, vijanden.
Taalprof zegt
Ik ga je feuilleton ineens met heel andere ogen lezen, Marc! Je weet hopelijk dat als er in de top van het Neder-L-bedrijf ineens geld vrijkomt voor een hoofdredacteurschap, jij de enige bent die hier aanspraak op kan maken! En daar hoef je niet eens voor te verhuizen.
Bas Jongenelen zegt
1) Blijf schrijven op Neder-L en 2) ja, schrijf ook dat boek maar. Werktitel: 'Onderprofessoren'.
Jos van den Broek zegt
Dit is behoorlijk balen, beste Marc. Ik heb dergelijke ongein moeten meemaken op een andere universiteit als de mijne, en had gehoopt dat dit niet in Leiden zou voorkomen. Jammer, jammer, jammer! Pijnlijk om dit te lezen. Het moet je zeer diep raken. Sterkte! Met collegiale groet, Jos van den Broek
Johannes zegt
Een nare ervaring, Marc! Ik lees je stukken met veel plezier (en met verwondering over je veelzijdigheid) en hoor je graag praten over tellen of over spreken als een vlogger. Dat moesten ze in Leiden ook doen, dan piepten ze anders. Sterkte.
Ben Salemans zegt
Dit is gewoon stank voor dank! Universiteiten zijn wespennesten, waarin je vaak wordt beoordeeld door jaloerse minkukelige collega's. Ik wens jullie tweeën veel sterkte toe.
Hans Broekhuis zegt
Omdat je mijn eigen "Leidse" geschiedenis kent, zal je begrijpen dat ik je gekwetstheid heel goed kan invoelen. Hoe men tot het oordeel kan komen dat "het eigenlijk een belachelijk idee van [jou] was geweest om überhaupt te solliciteren" begrijp ik niet. Ik ken je zeer goed (we zijn immers jarenlang collega's geweest in Tilburg en nu weer op het Meertens Instituut) en ik vind je beslist professorabel; met je brede belangstelling voor de Neerlandistiek ben je bovendien bij uitstek geschikt als hoogleraar Nederlandse Taalkunde. Leiden heeft wat uit te leggen, dunkt mij!
Marcel Plaatsman zegt
De hapsnurkers! Zo'n geschiedenis zou mij ook steken. Als het een boek oplevert, is het toch nog ergens goed voor geweest; als 't je doet stoppen bij Neder-L dan weer nergens voor. En als het je zover brengt dat je toch nog dat instituut voor talenbedenkers opricht, dan is 't wellicht voor mij goed (al weet je dat dus maar nooit). Dispereert niet!
Anoniem zegt
Leef met je mee. Ook omdat het herkenbaar is. In mijn geval betrof dit niet Leiden maar een hogeschool. Wel goede sier maken met het resultaat van externe, onbetaalde werkzaamheden (weblog, video's voor studenten, goodwill gebruiken om buitenlandse studenten binnen te halen) om vervolgens op een kwetsende manier niet te leveren als het mogelijk kan.
De manier waarop jij het vak toegankelijk maakt voor anderen (ik denk dan bijvoorbeeld ook aan de zondag-mini-colleges) zou voor veel universitaire medewerkers als voorbeeld mogen dienen. Ik geniet er in ieder geval wel van. Sterkte met de reuring die het ongetwijfeld / hopelijk zal opleveren.
Anoniem zegt
Leiden is loco, u bent er te goed voor. Hang asjeblieft de lier niet in de wilgen, en blijf schrijven (voor dat boek hebt u alvast één intekenaar). Sterkte, en hopelijk gaat u weer even enthousiast door nadat de ergste, terechte kwaadheid gezakt is.
Jean-Marc van Tol zegt
Dit soort mechanismen…. ze zijn dus overal! Zet hem op, Marc. Vermorzel je vijanden!
Lucas Seuren zegt
Misschien waren er gewoon drie hele lange kandidaten? Ik weet niet hoe groot je bent?
In de metaforische zin: ik ben erg benieuwd wie die drie mensen zijn. Dat moeten dan wel hele indrukwekkende namen zijn. Heeft Chomsky gesolliciteerd of zo?
Rob Zeeman zegt
Gewoon door blijven schrijven hier, Marc. Ik lees je stukken graag en met mij vele anderen. Het moet voor jou toch niet al te moeilijk zijn om een plek te vinden waar je werk wél wordt gewaardeerd.
Jan Paul Schutten zegt
Ontzettend zuur. Sterkte Marc, ik hoop dat je gauw iets goeds vindt.
Martijn Spruit zegt
Er zijn sowieso teveel generatieve syntactici in Nederland…
Wouter Steenbeek zegt
Ik ben geen Leidenaar en geen taalkundige en zal me daarom verder buiten deze interne kift houden. Het enige wat ik ken zeggen is dat Van Oostendorp wat mij betreft als hoogleraar beslist niet zou misstaan.
Overigens zou ik, tussen al die steunbetuigingen hier, wel eens een reactie vanuit de vakgroep willen zien. Gewoon om de andere kant van het verhaal te horen.
Wouter Steenbeek zegt
Schreef ik nou "ken zeggen"? O, wat erg. Wie met dialecten omgaat…
mark zegt
Wat een nare aflevering van het feuilleton dit zeg! Net als veel anderen vereenzelvigde ik Marc met neerlandistiek —denk Neder-L, boeken & publicaties— én met Leiden —denk Mooc, Mare, Universiteit van Nederland— dus dit is best verrassend. Is dit een geval van het Carl Sagan-effect, zoals Ionica Smeets op twitter vermoedt?
Nanne Nauta zegt
Uh, Marc, ik hoop dat je gauw ergens onderdak vindt waar men je kennis en kunde wel waardeert. Blijf ajb wel hier online met je geschreven en gesproken columns.
Bart Lankester zegt
Wetenschappelijke kinnesinne, ik heb er recent ook mee te maken gehad. Vooral onafhankelijke, want niet manipuleerbare onderzoekers hebben daar last van volgens mij. Sterkte en laten we het foeilelijke begrip 'generatief syntacticus’, wat dat ook moge betekenen, uit elk woordenboek bannen.
Hans zegt
@Bart en @Martijn. Voordat we alle schuld voor wat Marc overkomen is op de generatieve syntactici schuiven, lijkt het me wel goed om erop te wijzen dat de andere sollicitanten niets te maken hebben met de behandeling van Marc. Ik stel daarom voor dat Wildersiaanse taal even achterwege laten. Jullie reactie stoort me: laat jullie eigen agenda even rusten s.v.p.
Koen Donker van Heel zegt
Dat klinkt heel zuur. De situatie, niet uw column.
bescha zegt
Door mij en vele anderen wordt u wel gewaardeerd. Ik hoop dat dit een troostje is, al weet ik ook wel dat complimentjes de huur niet betalen. Jammer te moeten vaststellen dat de universiteit verdacht veel op de rest van de wereld lijkt. Van 'intellectuelen' hoop je toch beter…
Bart Lankester zegt
Een beetje syntactische humor mag ook al niet…
Marc van Oostendorp zegt
De suggestie kan inderdaad ontstaan dat die 'drie syntactici' het gevolg zijn van een of andere manipulatie, maar dat is niet waarschijnlijk. Het geval wil dat er slechts 4 mensen hadden gesolliciteerd die uberhaupt de juiste papieren hadden – en die andere drie zijn dus syntacticus.
Ik ben overigens al jaren gelukkig getrouwd met een generatieve syntacticus.
Liesbeth Lemmens zegt
Alstublieft niet ophouden met Neder-l! U bent m'n op één na favoriete neerlandicus (na degene op wie ik vermoed dat de enige nog-niet-manager uit uw feuilleton gebaseerd is) en blijkens uw vlogs een hoogst inspirerend en begeesterd docent. Het zou zonde zijn mochten we hierdoor niet meer van uw haast dagelijkse column kunnen genieten; m'n dagelijkse portie "taal is cool!". Ze weten niet wat ze missen, daar in Leiden. Sterkte!
Felix van de Laar zegt
Het is gruwelijk Marc. Gezien de advertentietekst, die veel vraagt maar ook veel openlaat, ben je meer dan geknipt voor deze baan. Dat de commissie je zelfs botweg afwijst, is ongehoord. Ze willen je dus écht niet, zelfs niet als die drie anderen onder de tram komen. Zeer bedenkelijk. Ik hoop ook wel dat je niet van de radar verdwijnt.
Anoniem zegt
Schokkend!
Wim Bender zegt
Ik sluit me aan bij Jean-Marc van Tol en alle anderen. Niet stoppen, please
Paul S zegt
Ik denk met ontzettend veel plezier terug aan de colleges taalkunde die je in collegejaar 97-98 gaf aan de eerstejaars neerlandici in Leiden. Werkelijk heel inspirerend. Kortgeleden zag ik je spreken bij de herdenking voor Louis Grijp. Je liet toen mooi en eloquent zien hoe taal- en letterkunde elkaar kunnen versterken.
Ik snap werkelijk niet hoe een decaan zich zo onprofessioneel kan opstellen. De andere drie kandidaten zullen ongetwijfeld van buitenaardse klasse zijn, maar de bewezen aardse klasse van jou zou voor iedere student in Leiden een geschenkje zijn.
Gabrielle de Vries zegt
Beste Marc,
Ik kan me je gekwetstheid zo goed voorstellen en leef enorm met je mee. Tegelijkertijd hoop ik zó dat je hier bijft schrijven omdat ik je stukken met onvoorstelbaar veel plezier en interesse lees. Ik weet zeker dat er ergens een baan is die je (misschien wel binnenkort) met veel plezier kunt vervullen en waar men je wél op waarde weet te schatten!