Onverwachte taalvragen aan de wetenschapsagenda (15)
Door Marc van Oostendorp
Les één van de cursus ‘hoe stel ik een wetenschappelijke vraag?’ is waarschijnlijk: begin je vraag nooit met waarom? Dergelijke vragen zijn eigenlijk niet te beantwoorden, of in ieder geval kun je altijd doorgaan met waarom te vragen, zoals iedereen weet die een kind heeft van anderhalf.
Gelukkig heeft niet iedereen die een vraag naar de Nationale Wetenschapsagenda stuurde, die cursus gevolgd. En zijn er vragen gesteld zoals:
- Waarom zeggen we “energie opwekken” terwijl we het alleen maar kunnen omzetten van de ene naar de andere vorm? Met energie opwekken wordt de indruk gewekt dat energie maakbaar is, maar dat is niet zo.
Dit is een vraag die je in veel andere varianten ook kunt stellen:
- Waarom zeggen we dat de zon ‘opkomt’ en ‘ondergaat’ terwijl de aarde om de zon draait?
- Waarom zeggen we dat een kamer leeg is als hij helemaal gevuld is met luchtmoleculen?
- Waarom zeggen we dat iemand schuldig is aan moord terwijl hij eigenlijk geleid wordt door allerlei neuronale processen in zijn hoofd?
De vraag is met andere woorden: hoe komt het dat ons dagelijks taalgebruik niet in overeenstemming is met ons wetenschappelijk gefundeerde beeld van de werkelijkheid? Die vraag lijkt me trouwens voor het voorbeeld van de zon nog prangender dan voor dat van de energie, omdat ik vermoed dat er meer mensen op de hoogte zijn van de Copernicaanse revolutie dan van de eerste wet van de thermodynamica.
Zelfs hooggeleerde astronomen zullen, zo stel ik me voor, zullen af en toe best durven beweren dat ze genieten van een zonsondergang zonder dat ze meteen willen preciseren dat ze eigenlijk genieten van het moment dat het punt op de aarde waarop zij zich bevinden vanwege de voortgaande wenteling rond de as zich in de schaduw begint te begeven.
Een deel van de verklaring is kortom: het is te ingewikkeld om de wereld de hele dag te beschrijven zoals hij wetenschappelijk gezien is. Een ander deel van de verklaring is: je moet in je communicatie nu eenmaal af en toe rekening houden met je medemens die niet zo wetenschappelijk onderlegd is.
Dat zijn allebei antwoorden die te maken hebben met praktische aspecten van communicatie. We zeggen de dingen minder nauwkeurig omdat we zo in ieder geval ongevéér begrepen worden. Maar daarnaast is er mogelijk ook nog een cognitieve reden. Wij mensen zijn waarschijnlijk biologisch uitgerust met bepaalde manieren om de werkelijkheid op een bepaalde manier te zien. Die manier stemt niet precies overeen met wat de wetenschap ons inmiddels geleerd, maar is evolutionair gezien altijd voldoende geweest om te kunnen overleven.
Het ziet er nu eenmaal soms zo uit alsof energie wordt opgewekt. We weten misschien wel dat energie wordt omgezet van de ene vorm naar de andere, en dat massa bijvoorbeeld daarom ook ‘eigenlijk’ een vorm van energie is. Maar zo kunnen wij, eenvoudige zorgdieren, dat niet echt zien. En dus kunnen we er ook niet zo over praten.
Wouter van der Land zegt
Lakoffs antwoord zou zijn dat hier de ene metafoor voor de andere wordt omgeruild. 'Omzetten van energie naar een andere vorm' bevat metaforen (omzetten, energie, vorm), evenals 'laten leiden door zijn neuronale processen' (alten leiden, zijn, proces).
Het is interessant dat 'lege kamer' van alles kan betekenen. De symbolistische dichter Mallarmé kon het niet nalaten om er tenminste een versierd bijzettafeltje in te zetten.