Door Lucas Seuren
Regelmatig als ik een politiek artikel in de krant lees of op een website als nu.nl kijk staan er citaten in van politici. Vaak zijn deze gegeven op verzoek van de journalist, maar niet altijd: soms worden uitspraken die politici uit zichzelf doen gekopieerd. In die laatste categorie citaten springt er een politicus altijd uit: Geert Wilders. Niet om wat hij zegt, maar simpelweg omdat de meeste tweets die worden geciteerd van zijn hand zijn. Bovendien zie ik zelden een citaat van Wilders dat is verkregen op verzoek van de journalist in kwestie (al komt hij nog wel eens in Nieuwsuur). Los van de inhoud is de strategie van Wilders om zijn visie grotendeels via tweets uit te dragen bijzonder slim, en het is in dat opzicht opvallend dat weinig andere politici het spelletje zo spelen. Wilders neemt op deze manier namelijk de controle over het gesprek, waar die normaal bij de journalist ligt.
Interviews zijn normaal vrij simpel van opzet. Uitgaande van een dialoog tussen één journalist en één geïnterviewde, bestaat een interview vrijwel volledig uit vraag-antwoordsequenties: de journalist stelt vragen, de geïnterviewde geeft antwoord. Door die opzet is de geïnterviewde vanaf het begin in het nadeel, want vragen zijn een bijzonder machtig middel.
In een overzichtsartikel uit 2013 bespreekt Hayano enkele van de manieren waarop vragen gebruikt kunnen worden om controle te nemen en houden over een gesprek. De eerste is vrij evident: een vraag zorgt ervoor dat de geïnterviewde moet antwoorden. Daarnaast moet zo’n antwoord voldoen aan enkele beperkingen. Zo moet het antwoord herkenbaar on-topic zijn; elke vraag heeft een agenda en het antwoord moet ingaan op die agenda. Doet een geïnterviewde iets anders, en dat gebeurt natuurlijk regelmatig, dan kan hij/zij daarop worden aangesproken. De interviewer bepaalt dus waar de geïnterviewde over mag praten en ook hoe dat antwoord er ongeveer uit moet zien.
De geïnterviewde moet niet alleen minimaal een antwoord geven, hij moet ook maximaal een antwoord geven. We houden ons in gesprekken veelal aan het beurtwisselingsmodel zoals beschreven door Sacks en zijn collega’s in 1974. Een van de aspecten van dit model is dat we om de beurt praten; iedere spreker mag dus maar één handeling doen voor de ander weer aan de beurt is. Dit betekent dat als de geïnterviewde een antwoord heeft gegeven, de journalist weer aan de beurt is om een vraag te stellen.
Nou krijgen politici net als andere publieke figuren vandaag de dag natuurlijk volop mediatraining. Daarin leren ze onder andere hoe ze om moeten gaan met dergelijke beperkingen, maar ze komen er daarmee nog altijd niet geheel onderuit.
Vergelijk dat nou eens met de manier waarop de Twitterpolitiek van Wilders werkt. Er is geen vraag gesteld; hij neemt het initiatief en bepaalt daarmee dus wat hij zegt en hoe hij dat zegt. Hij bepaalt de agenda. Anderen kunnen daar natuurlijk op reageren en hem er vragen over stellen, maar er rust geen enkele druk op hem om vervolgens te antwoorden. Hij trekt de macht daarmee volledig naar zich toe.
Daarbij heeft zijn strategie nog andere voordelen. Zo is zijn reactie deel van het publiek discours. Veel reacties van Wilders worden opgepikt door journalisten en gebruikt als quotes in artikelen. Ze worden dus gequote als reacties, als antwoorden, maar Wilders ontkomt aan de druk van de vraag. Het is een ogenschijnlijk zeer transparante manier van politiek bedrijven, en je geeft de kiezer directe toegang. In zekere zin maak je de kiezer onderdeel van het politiek debat.
Maar zo’n strategie werkt natuurlijk niet voor iedereen. De media willen een citaat van Wilders. Niet alleen omdat hij een belangrijk politiek leider is, maar ook omdat zijn vaak ongenuanceerde stellingnamen tot discussie leiden en dus tot meer lezers. Wilders weet dit ongetwijfeld, hij profileert zich er zelfs mee als iemand die zegt wat hij denkt en zich los kan maken van de dwingende media. Niet alleen kan hij dus de agenda van het debat bepalen, hij krijgt er een hoop aandacht mee, en aandacht is zo’n beetje de belangrijkste politieke valuta.
Het lijkt dus misschien alsof Wilders vooral controversiële stellingen de ether in slingert en Twitter daarbij gebruikt om zich te verschuilen voor kritische vragen van journalisten. En mogelijk speelt dat ook mee, maar tegelijkertijd is het een zeer geraffineerde manier van politiek bedrijven. Het past bij de rol die hij speelt als de man van het volk; hij spreekt niet via de (linkse) media, maar direct tot zijn kiezers. En die kiezers kunnen weer reageren. Bovendien citeren die media hem toch wel. Er zijn weinig politici in Nederland die zo slim gebruikmaken van Twitter, die vrijwel volledig bepalen wat de burger te zien en te horen krijgt. Hij ondermijnt daarmee weliswaar de toetsende taak die media hebben in een democratisch bestel, maar misschien moeten journalisten in de toekomst dan ook maar een soort Twittertraining krijgen.
Laat een reactie achter