• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De zoon van D.C. Hesseling. Een familiegeschiedenis

24 juli 2016 door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

Door Jan Noordegraaf

hesselingDe Leidse hoogleraar D.C. Hesseling (15 juli 1859 – 6 april 1941) heeft weliswaar geen Nederlands gestudeerd, maar in de loop van zijn werkzame leven heeft hij zich ook intensief bezig gehouden met de neerlandistiek in de ruime zin van het woord. Meer dan twintig jaar lang was Hesseling bijvoorbeeld redacteur van het Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde. Eind september 1925 schreef hij een briefje aan de secretaris van de Commissie voor Taal- en Letterkunde van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, WNT-redacteur Reinier van der Meulen (1882-1972). Daarin liet hij weten dat hij ‘wegens toenemende doofheid’ ontslag wilde nemen als lid van de Commissie, die hem, ‘een dilettant’ op het gebied van de Nederlandse taal en letterkunde, altijd met ‘voorkomendheid’ tegemoet was getreden.

In taalkundige kringen geldt Derk Hesseling nog steeds als ‘de ontginner van alle Nederlandsche Creoliseringen’ – het woord is van Jac. van Ginneken. Hesseling schreef, zoals bekend mag zijn, niet alleen over de taal van de planeet Mars, maar ook over het Afrikaans (1899), over Het Negerhollands der Deense Antillen (1905), over het Leeg Duits (‘Low Dutch’) in Noord-Amerika (1912-1914). En zijn belangstelling voor het Papiaments blijkt onder meer uit het feit dat hij in 1933 een vertaling maakte van een verhaal van de Curaçaose auteur Willem Eligio Kroon (1886-1949), dat als Papiamentstalig romanfeuilleton in de jaren 1926-1927 in het Curaçaose La Union verschenen was en in 1927 in boekvorm was gepubliceerd: ‘Mester a deré, promé el a drenta na casa’ (’t Was nodig hem te begraven voor hij in het huwelijk trad). Hesseling kreeg een presentexemplaar toegestuurd. Met een vertaling in het Nederlands wilde Hesseling een proeve geven van het Papiaments als geschreven taal. ‘Een literatuur begint zich te vormen’, constateerde hij tevreden. Inmiddels is door de goede zorgen van Dr. Aart G. Broek (Leiderdorp) het complete feuilleton van Kroon in de vertaling van Hesseling dit jaar verschenen in het Antilliaans Dagblad. Tot het eind van zijn leven heeft Hesseling gewerkt aan ‘a comparative study of phenomena of creolization’ (Valkhoff).

Maar anders dan zijn vriend en Leidse collega C.C. Uhlenbeck (1866-1951) heeft Hesseling nooit veldwerk buiten Europa gedaan, net zo min trouwens als de befaamde taalkundige uit Graz, zijn correspondent Hugo Schuchardt (1842-1927). Bij sommige vakgenoten van vroeger en nu proef je af en toe wat irritatie over ‘ ’n man wat nooit in Suid-Afrika was nie’, zoals een Afrikaanse criticus hem eens typeerde. Wat een mooie beschrijvingen had Hesseling zo’n honderd jaar geleden nog kunnen leveren als hij bijvoorbeeld in Noord-Amerika native speakers van het uitstervende Leeg Duits had willen ondervragen. Buiten Europa is Hesseling voor zover ik weet evenwel nooit geweest.

Misschien had dat wel te maken met zijn gezinsomstandigheden. Zijn opvolger als hoogleraar Nieuwgrieks, Sophia Antoniádis (1895-1972), de eerste vrouwelijke hoogleraar in Leiden en ‘tante Sophie’ voor de (klein)kinderen, spreekt van ‘een bitter leed in zijn gezin’. Toen ik, op zoek naar de mysterieuze koffer met brieven aan Hesseling, telefonisch contact had met zijn kleindochter, begreep die onmiddellijk waar Antoniádis op gedoeld had: ‘oom  Loek’. Hesseling en zijn vrouw Anna Salverda de Grave hadden namelijk niet alleen twee redelijk bekend geworden dochters, te weten Elizabeth en Pauline, maar ook nog een zoon. In een briefkaart van 4 juli 1906 aan zijn ‘amice’, de Vlaming Willem de Vreese (1869-1938), legt Hesseling de thuissituatie uit. Na De Vreese gelukgewenst te hebben met de geboorte van diens vijfde kind (er zouden nog drie kinderen volgen) schrijft Hesseling: ‘Mijn beide meisjes zijn nu 19 en 17 jaar oud en, evenals mijn vrouw, welvarend; mijn zoontje, van tien jaar blijft steeds in de hoogste mate achterlik naar lichaam en geest. Dat is de wolk die boven ons huis hangt. Was mijn jongetje als andere kinderen, dan zou ik gaarne een even aartsvaderlijk getal spruiten om mijn tafel zien als uw deel is, maar nu de zaken zijn zoals ze zijn, moet ik U verzoeken mijn adres niet te verklappen aan de ooievaar, die bij U zulk een trouw bezoeker is’ (UBL BPL 2998). In haar Leidse doctoraalscriptie over Hesseling (2000) heeft Sjoukje Bakker al eens op deze passage gewezen. Het kan zijn dat Hesseling (mede) omwille van zijn gehandicapte zoon geen lange en verre reizen wilde ondernemen.

Loek (voluit: Derk Louis Jacques), een jongen met een syndroom van Down naar ik aanneem, had in de eerste decennia van de vorige eeuw een gouvernante, mevrouw J.B.W. Klaver. Zij had een tweetal albums in haar bezit met foto’s van de familie Hesseling en van villa Berkzicht, het riante pand aan de Zoeterwoudschesingel 41 waar het gezin woonde. Een familielid van mevrouw Klaver was zo vriendelijk om mij de beschikking te geven over deze albums. Sommige meer theoretisch of creolistisch angehauchte collega’s waren enigszins teleurgesteld. Ze hadden gehoopt een foto te zien te krijgen uit Hesselings Parijse studietijd: Derk Hesseling samen met Ferdinand de Saussure bijvoorbeeld; of een foto uit 1905, toen Hugo Schuchardt in Leiden op bezoek was: wellicht heeft Hesseling met Schuchardt (en C.C. Uhlenbeck) de maaltijd genuttigd in het bekende etablissement ‘In den Vergulden Turk’, waar in 1910 ook Gustav Mahler en Sigmund Freud zouden afspreken – een maaltijd met Schuchardt was altijd een ‘Ereignis’, zou Nicolaas van Wijk (1880-1941) eens opmerken. Maar in dit familiealbum zijn dergelijke foto’s niet opgenomen. Wel allerlei foto’s van de tuin aan de Zoeterwoudsesingel en foto’s van het gezin met vakantie. Als voorbeeld staat hierboven een foto van Loek Hesseling samen met zijn ouders. Het is een vakantiekiekje genomen tijdens een tripje naar Parijs in augustus 1927.

Loek Hesseling overleed in 1945, vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hij is 48 jaar oud geworden. Ongetwijfeld zonder het te weten heeft hij in de geschiedenis van de Nederlandse taalkunde z’n eigen rol gespeeld.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: geschiedenis van de neerlandistiek, geschiedenis van de taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Peter-Arno Coppen zegt

    24 juli 2016 om 14:25

    Voor de volledigheid (en de neerlandistieklezers die hier volgend jaar terechtkomen vanuit de Neerlandici-Vandaaglink) voeg ik ook nog even de link naar het levensbericht van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde toe.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d