Door Marc van Oostendorp
In dit zondagochtendminicollege bespreek ik het curieuze fenomeen dat Nederlanders steeds slechter verstaan wat Vlamingen zeggen – ook als die Vlamingen standaard-Nederlands spreken.
Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is neerlandistiek.nl op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!
yvanspijk zegt
Vlamingen die ik ken is het inderdaad vaak overkomen dat ze in Nederland niet verstaan werden, ook als ze standaardtaal spraken. Ik heb wel de indruk dat dit meer boven de rivieren gebeurt, en dan vooral in het westen, dan in Limburg en Brabant, waar ik woon.
In deze video gaat het over problemen met de verstaanbaarheid van Vlamingen die standaardtaal spreken en dan met name op de televisie. Bij een toeristische trekpleister waar ik nu zo’n zeven jaar in het weekend werk, komen veel Vlamingen en die spreken me verbazend vaak aan in de tussentaal – en soms zelfs gewoon in het plaatselijke dialect. Een man met wie ik gisteren wat langer praatte, sprak van begin tot eind Antwerps, waar ik – gelukkig en toevallig – al enigszins aan gewend was.
Het is dus niet verwonderlijk dat iemand die begint met een bijvoorbeeld West-Vlaams getint “Voor meei hraoh ’t broeëdje esp mi hruuntjes en voor ulder dad ander” op veel plekken in Nederland niet verstaan wordt, als blijkbaar zelfs het Standaardnederlands op de Vlaamse TV al moeilijk te volgen is voor sommigen.
Marcel Plaatsman zegt
Bekend terrein voor mij, als levensgezel van ’n Vlaamse die in Nederland is komen wonen. Om maar meteen bij het begin te beginnen: zij wordt nooit in het Engels aangesproken. Dat Engels terugpraten lijkt ook wel een redelijk Amsterdams verschijnsel, waar het Engels al haast de status van het Frans in Brussel heeft. Maar zelfs daar krijgt zij Nederlands terug. Het is ook cultuur, niet enkel taal. Ze vertelt graag de anekdote van de Surinaams-Nederlandse kassierster, die twee toeristen voor haar in de rij groette met een hardop “goedemiddag!”, niks terug kreeg, en vervolgens in het Engels verder praatte, tot ergernis van deze, naar later bleek, Vlamingen. Hier lijken niet zozeer klanken, maar omgangsvormen (Vlamingen zijn wat minder van het enthousiast groeten) voor de miscommunicatie te hebben gezorgd.
Maar goed, de talen groeien zeker uit elkaar. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt natuurlijk niet uitsluitend bij de Hollanders. De taal die je in Vlaanderen op straat hoort, bij de kapper, op café, in de tram, in soaps, ga zo maar door, staat toch echt wel verder van de klassieke standaardtaal af dan wat Erdbrink spreekt. Dat is de veelbesproken Tussentaal en die lijkt de standaardtaal wel te kunnen beïnvloeden, in bepaalde situaties zelfs te verdringen. Tel daarbij op dat veel Vlamingen een sterk regionaal accent handhaven, waarbij fonemen als “g” en “h” kunnen samenvallen, of in de Ruit “i” en “ie”, “u” en “uu”, en de verwarring aan Nederlandse zijde is toch wel iets beter te begrijpen.
Heel praktisch is het toch allemaal niet. Als ik kinderen zou krijgen zou ik die toch graag in neutraal Standaardnederlands willen kunnen opvoeden, maar de praktijk zal me dat wel onmogelijk maken. Op de Nederlandse straat zullen ze een taal leren die daar qua uitspraak van afwijkt, op de Vlaamse straat leren ze een taal die van allebei afwijkt qua uitspraak, woordenschat en grammatica. Maar zou het verschil al groot genoeg zijn om die kinderen ook echt tweetalig te maken?
Frans zegt
In het verleden heb ik als Texelaar altijd heel wat meer moeite gehad om de taal uit het oosten (Grunnegs e.d.) te verstaan dan die uit het zuiden, ondanks mijn goede beheersing van het Duits. Eventuele begripsproblemen hier in België bevinden zich wat mij betreft hoofdzakelijk in het vocabulaire, althans in die zin dat in Nederland natuurlijk ook algemeen bekende woorden als sjiek of vijs enkele jaren geleden nog wat ongeolied door mijn hersenscharnieren werden verwerkt. Ik vermoed dat vooral de vele van oorsprong Franstalige woorden, waarvoor Nederlanders simpelweg ‘schoon Vlaams’ gebruiken, eventueel voor communicatiestoornissen kunnen zorgen.
Marcel Plaatsman zegt
Ha, ’n Texelaar in België, dat klinkt al helemáál als bekend terrein voor mij. Als het met de tweetaligheid niet lukt kan ik m’n nageslacht natuurlijk ook altijd in het Tessels opvoeden, dan worden ze vrijwel zeker de laatste sprekers van dat dialect…
Zelf vind ik Oost-Nederlands goed te verstaan. Aan de “Vlaamse” spreektrant (m.n. de Ruit, dus eigenlijk Brabants), met veel weglatingen en liaison, heb ik meer moeten wennen. Wat het oosten dan weer met Vlaanderen gemeen heeft is de monoftongische uitspraak van “oo” en “ee”. Dat is natuurlijk ook hoe de standaardtaal dat vanouds voorschreef. Het is dan best ironisch dat westerlingen nu stellen dat die monoftongische uitspraak “dialect” is.
Frans zegt
De overdreven hedendaagse diftongering is inderdaad een afwijking van de standaardtaal, maar een lichte diftongering werd in de jaren ’50 als een aanvaardbare “beschaafde uitspraak” beschouwd. In ieder geval volgens het Algemeen repertorium, een “gemakkelijk hanteerbaar boek, waarin de leerstof van het algemeen vormend middelbaar onderwijs — aan dit begrip de ruimste inhoud gegeven — [is] samengevat”. Dat komt vooral naar voren in contrast met andere talen:
Zeytveld, W. van (redactie), Algemeen repertorium, Brussel: Elsevier, 1955, p. 24.
Eventjes in de DBNL gebladerd, vindt
Frans zegt
Verdorie, per ongeluk al geplaatst terwijl ik nog aan het typen was.
http://www.dbnl.org/tekst/haer001eenh01_01/haer001eenh01_01_0001.php
Het gros van deze tekst uit 1923/1924 zou ik bij wijze van spreken vandaag kunnen geschreven kunnen hebben.
Albert Oosterhof zegt
Het is misschien aardig om te vermelden dat je als Nederlander soms ook wel in het Engels wordt aangesproken in Vlaanderen. Het is heel simpel: men maakt op grond van uitspraak, maar ook gedrag en uiterlijk een beoordeling, concludeert dat het om een buitenlander gaat en switcht dan naar de internationale omgangstaal. Dat heeft niet eens met verstaanbaarheid te maken, maar eerder met routine. Dat overkomt trouwens zelfs Nederlanders die (zich) een “perifeer” accent hebben (aangemeten) en door “Hollanders” geïdentificeerd worden als “vreemd”.
Ik betwijfel zelf of het Nederlands in Vlaanderen meer dan in Nederland evolueert in een richting weg van het Standaardnederlands. (Is dat te onderbouwen?) Zoals Marc graag naar Commissaris Witse kijkt, kijken wij bijna dagelijks naar de soapserie ‘Thuis’. Een goede manier om Vlaamse accenten, gebruiken en personages te leren kennen. Maar zonder ondertiteling is het niet te volgen. Sterker nog, ook mijn Vlaamse medekijker lukt het niet zonder ondertiteling. Wij hebben overigens bij vrijwel elk “informele” tv-uitzending ondertiteling op, zowel bij VRT als NPO. Misschien dat de variatie in het Nederlands in het algemeen te groot wordt om nog te kunnen bevatten met onze oren.
Het valt op dat het gedaan is met de samenwerking en convergentie die er bijv. in de jaren zeventig en tachtig was tussen Nederland en Vlaanderen. Een project als Sesamstraat had destijds bij kunnen dragen aan een soort van culturele en talige eenheid tussen beide delen van het taalgebied. Op de sociale media zie je tegenwoordig eerder dat Nederlanders en Vlamingen elkaar in de haren vliegen bijv. rond prestaties op de Olympische Spelen met alle onderlinge verwijten van dien. Tegelijk trekt men zich meer en meer terug in de eigen variëteit van het Nederlands. Dat komt niet alleen door de Nederlanders; volgens sommige Vlamingen speelt ook een rol dat in allerlei campagnes (bijvoorbeeld rond de slogan “Tous ensemble”) juist de eenheid binnen België in de verf wordt gezet. Begrijpelijk, maar het bevordert natuurlijk niet de talige eenheid en samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. Tegelijk wordt er in Vlaanderen steeds meer tolerantie voor Vlaamse variëteiten zoals tussentaal bepleit. Een Nederlander heeft snel de neiging om de “schuld” bij zichzelf te zoeken en in dit geval bij het “Poldernederlands” en dergelijke, maar onderschat de divererende inbreng vanuit Vlaanderen niet.
Albert Oosterhof zegt
Ik bedoelde het in plaats van “Ik betwijfel zelf of het Nederlands in Vlaanderen meer dan in Nederland evolueert in een richting weg van het Standaardnederlands. (Is dat te onderbouwen?)” juist andersom: “Ik betwijfel zelf of het Nederlands in Nederland meer dan in Vlaanderen evolueert in een richting weg van het Standaardnederlands. (Is dat te onderbouwen?)”
Frans zegt
Absoluut gezien lijkt me dat inderdaad a priori nogal onwaarschijnlijk. In de eerste plaats lagen de Hollandse dialecten sowieso al het het dichtst bij het AN, en ten tweede hebben de Nederlandse dialecten zich al vanaf het begin van de vorige eeuw sterk naar het AN geconvergeerd. De recente divergentie doet daar (nog) nauwelijks afbreuk aan. Maar relatief gezien zijn de Vlaamse dialecten nog steeds aan het convergeren, dus in die zin evolueert het Nederlands natuurlijk “meer” weg van het AN.
Een ander aspect is een simpele definitiekwestie. Hebben we het over de enigszins etherische standaardtaal, die in Nederland nu eenmaal meer variatie toestaat (zoals ai i.p.v. ei), of over wat er daadwerkelijk gesproken wordt? Overigens wil ik daarbij wel opmerken dat het uitspreken van de eind-n juist geen AN is, ook niet van vijftig jaar geleden.
zazkia zegt
mwuh, wat voor vlaanderen hebben jullie t nu helemaal over.
als leek hoor ik het belgisch dat ik in belgisch limburg hoor, in Neerpelt of Hechtel van net over de grens hier echt helemaal nooit terugkomen op de VRT; waar als er al plat wordt gesproken dat meestal west-of oostvlaams is.
Ik vind het Belgisch van de omgeving achel/hamont sterk op het Kempisch Brabants van net over de grens lijken; afgezien dan van invloeden van dat tussentaalgebeuren waarmee ze een bank een zetel noemen en die gekkigheid.
Alle klanken en intonaties zijn verder hetzelfde, dun dizzen, dun diejen en ook veel woorden en zegswijzen, en voorzetsels zijn t zelfde. De binding met de regio Valkenswaard/Eindhoven ook wel zo groot dat de mensen in Nederland wel weten welke veelvoorkomende woorden woorden Vlamingen gebruiken.
Ik denk dat het gebrek aan begrip eerder te verklaren is door t feit dat vroeger veel en veel meer Belgische tv werd gekeken omdat NederTV ophield na Nederland 2 en op nummer 3 BRT 1 stond geprogrammeerd. Boven de rivieren zie je gewoon niet genoeg Belgen om dat te compenseren.
AO zegt
Misschien aardig te vermelden dat in het noorden en oosten van Nederland tot ongeveer 1990 na Nederland 2 op nummer 3 de ARD stond geprogrammeerd. Pas in de jaren 90 verscheen de BRT op de kabel; dan spreek ik over de streek rond Zwolle. Tot die tijd kwamen noordelijke en oostelijke Nederlanders dus via de media helemaal niet in aanraking met Vlaamse variëteiten.
Elisabeth D'Halleweyn zegt
Illustratie uit het Echte Leven: dialoog, nog in de gulden- en videothekentijd, toen ik, Vlaming, al heel lang in Nederland woonde:
– Ik (leg video op toonbank): ‘alsjeblieft, ik ben een paar dagen te laat’;
– Videotheekmedewerker: ‘that’s 2 guilders’;
– Ik (verbouwereerd): ‘maar ik spreek Nederlands!’;
– Videotheekmedewerker: ‘good for you!’.
Need I say more …