Gegroet, vrienden van de verscheiden neerlandici! Hoewel velen van u op dit moment van een welverdiende vakantie zullen genieten, lijkt deze omstandigheid weinigen ervan te weerhouden om fanatiek deel te nemen aan onze populaire flitsquiz Welke neerlandici gedenken we de komende week?
Was het de afgelopen week wat stilletjes waar het het verscheiden van neerlandici in het verleden betreft, de komende week is het weer goed raak. Talloze neerlandici staan er klaar om bejubeld dan wel betreurd te worden, onder andere de “vader van de neerlandistiek” zelve. Maar hij zit niet in onze quiz, dat zou wat al te gemakkelijk worden.
Deze week eens een keer geen Vondelkenner – al zal hij als neerlandicus ongetwijfeld over de nodige basiskennis beschikt hebben – maar meer een taalkundige. Samen met zijn zwager (wiens zus Geerdine hij huwde) schreef hij een grammaticaboek dat meer dan een halve eeuw keer op keer herdrukt werd. Ook al maakten vakgenoten het boek met de grond gelijk, zoals Paardekooper die het in 1967 nog geringschattend omschreef als een ‘kweekschoolboek’ en een ‘schoolspraakkunst,’ het boek is tot diep in de twintigste eeuw in gebruik geweest.
Ondanks dit werk bestaat er nauwelijks biografische informatie van hem op het internet. Op dbnl staat niet eens zijn sterfdatum vermeld, die verderop in deze week is. Hij zal dan precies 70 jaar geleden overleden zijn.
Wie is hij, en hoe heette de zwager met wie hij als duo in naam vereeuwigd is?
Marc Beerens zegt
E. Rijpma en F.G. Schuringa
diecreoltaal zegt
Eneeus Rijpma, 12 augustus 1946 overleden.
diecreoltaal zegt
http://www.schuringa.nl/Stamboom/429.htm
diecreoltaal zegt
Partner bij de Nederlandse spraakkunst is natuurlijk F.G. Schuringa, zie het duo bij Marc! Hartelijkge groet van Cefas
diecreoltaal zegt
Verwijzing naar de kritiek: Van den Toorn in Bakker & Dibbets (1977: 167). Deze kritiek van Paardekooper verscheen in Forum der Letteren (1967: 147-159) ‘Rijpma ziet Abraham’. Geen tikfouten in deze post?
Peter-Arno Coppen zegt
Ha, Enneus Rijpma is inderdaad het goede antwoord. Samen met Frans Schuringa schreef hij een bekende spraakkunst, die nog in 1968 door Jan van Bakel grondig bewerkt werd.