Een docente Nederlands ergert zich in de Facebookgroep Leraar Nederlands aan de ‘idiote kop’ Vandaag zijn de meeste mensen jarig op nos.nl. Hoezo zijn de meeste mensen vandaag jarig? De meeste mensen uit mijn kennissenkring zijn helemaal niet vandaag jarig! Je snapt natuurlijk wel wat er bedoeld wordt, maar dat stáát er dus niet!
De doorgewinterde formele semanticus herkent het verschil tussen de bedoelde en de begrepen betekenis natuurlijk meteen als een verschil in bereik. Waar het om gaat is of je de kwantor (als het dat al is) de meeste per se moet lezen met een groot bereik, dus groter dan vandaag, zoals de docente doet, of met een klein bereik, binnen het bereik van vandaag.
In de lezing met groot bereik van de meeste begrijp je de betekenis als ‘Van de verzameling van alle mensen is het merendeel vandaag jarig.’ In deze betekenis is de zin onwaar, want verjaardagen mogen dan een beetje scheef verdeeld zijn, het is onjuist dat meer dan de helft van alle mensen vandaag jarig zijn (dat zou een beetje sneu zijn, en ook voor organisatorische problemen zorgen). De andere lezing zou zijn: ‘Voor de datum van vandaag geldt dat de verzameling van alle mensen die jarig zijn groter is dan op andere dagen.’
De docente heeft een punt, dat je de zin, zeker in een normale intonatie, snel in de grootbereiklezing opvat. Echter, als je de nadruk legt op vandaag en op meeste, lijkt ook de andere lezing mij bereikbaar: Vandáág zijn de mééste mensen jarig. Je suggereert dan een context waarin het aantal jarige mensen per dag vergeleken wordt, en dat je dan zegt Op díé dag zijn de mééste mensen jarig.
Je kunt gemakkelijk een zin construeren waarin die kleinbereiklezing waarschijnlijker wordt, bijvoorbeeld Op vrijdag maken mijn leerlingen de meeste fouten. Die zin heeft hoe dan ook de meest waarschijnlijke interpretatie dat je leerlingen op vrijdag meer fouten maken dan op andere dagen. Daar vallen echter nog wel wat kanttekeningen bij te maken.
Klein bereik van de meeste is makkelijker als het een voorwerp is, en het wordt moeilijker als het onderwerp is. Vandaag worden de meeste fouten gemaakt door mijn leerlingen krijgt al meteen een andere waarschijnlijke lezing, bijvoorbeeld dat je leerlingen meer fouten maken dan andere leerlingen op deze dag. Ook het verschil tussen vandaag en op vrijdag maakt volgens mij uit. Bij op vrijdag is het vanzelfsprekend dat je een terugkerende tijd noemt, en dat maakt het waarschijnlijker dat je aantallen op verschillende tijdstippen met elkaar aan het vergelijken bent. Bij vandaag is dat gekker. Dan moet je vandaag al interpreteren als een bepaalde datum in het jaar.
De docente heeft dus zeker een punt, maar de energie die gaat zitten in die ergernis zou beter gestopt kunnen worden in de vraag ‘Wat leren we hiervan?’ En dat zou kunnen zijn dat je bij het schrijven van een tekst er rekening mee moet houden dat lezers die in verschillende intonaties kunnen lezen en dat daar verschillende betekenissen aan vast zitten. Zeker als jouw bedoelde intonatie afwijkend is, kun je beter maatregelen nemen om te voorkomen dat je lezers op het verkeerde been staan. Tenzij dat de bedoeling is natuurlijk.
En gelukkig zijn de meeste mensen niet vandaag jarig, al hoor ik ervan op dat in deze week de meeste mensen jarig zijn.
Wouter van der Land zegt
Een deel van de ‘verkeerd-lezers’ zal de verwarring oplossen door het bijbehorende stuk te lezen. De kopregel heeft dan dus zijn werk gedaan. Een aanpassing tot een minder dubbelzinnige regel is niet noodzakelijk een verbetering. ‘Grootste aantal Nederlanders jarig op 25 september’ is langer en ruikt te veel naar statistiek.