Gegroet, beste vrienden van de verscheiden neerlandici! Het lijkt wel of de animo voor onze flitsquiz enigszins tanende is, maar het kan natuurlijk ook zijn dat de toppers inmiddels zo snel antwoorden dat voor de gemiddelde lezer de lol er een beetje af is. Laat u echter niet ontmoedigen om toch eens te bedenken wie er de komende week weer geboren of gestorven zullen zijn van hen op wier schouders wij als neerlandici staan. Zoekt u eens op wat de goede man of vrouw geschreven heeft, om te ervaren hoe verrassend relevant een in het verleden geschreven neerlandistisch artikel of boekwerk nog vaak is. Dat geeft in elk geval hoop voor onze eigen geschriften, die wellicht tot in lengte der jaren hun betekenis niet zullen verliezen!
In de komende week gedenken wij op één dag van drie neerlandici de geboortedag en van één de sterfdag. Deze neerlandicus genoot in zijn tijd een zekere bekendheid, ook buiten de neerlandistische gemeenschap. Dit kwam onder andere door het feit dat hij nogal wat populair-wetenschappelijke publicaties op zijn naam had staan. Hij schreef, met name in de oorlogsjaren, regelmatig in een landelijke krant, en schuwde daarbij ook de controversiële onderwerpen niet, zoals het ongenoemde lichaamsdeel der boerinnetjes, dat boven een van zijn artikelen prijkt. Als u dat artikel kunt vinden, moet u het zeker even tot het einde toe lezen, want er komt ook nog natte stopverf in voor, meer zeg ik niet.
De vraag van deze week is dan ook: wie was deze neerlandicus, en waar ging het bewuste artikel over? En was dat ongenoemde lichaamsdeel? (S.v.p. geen schuttingwoorden in Neerlandistiek!)
Marc Beerens zegt
Prof.dr. A.A. Verdenius, overleden op 18 oktober 1950. Het artikel, uit ‘De Telegraaf’ van 12 april 1941, gaat erover dat ‘purisme leidt tot taalverarming’. Het ongenoemde lichaamsdeel betreft des boerinnetjes ‘derrière’, oftewel ‘achterwerk’, oftewel ‘gat’.
‘en het staat er niet’, om Verdenius te citeren: mag ik erop wijzen dat Jac. van Ginneken overleed op 20 oktober 1945, aankomende week dus 71 jaar geleden?
Peter-Arno Coppen zegt
Ha, maar natuurlijk mag dat! Van Ginneken staat uiteraard in onze verzameling. Hij had wel meer dan ‘een zekere bekendheid.’ Misschien dat je door die aanwijzing eerst bij hem hebt gekeken, maar dat kan allemaal geen kwaad. Dat zal geen vervelende omweg zijn geweest.
Erik De Smedt zegt
Andries Anton Verdenius (1876 – 18-10-1950) schreef in De Telegraaf van 12-04-1941 over het (eufemistische) nut van vreemde woorden, in gevallen dus waar het directe Nederlandse woord onfatsoenlijk zou kunnen overkomen. De boerinnetjes uit het kinderliedje vallen, al werd door de regen alles nat, niet op hun … – Verdenius verontschuldigt zich zelfs voor deze stippels – maar op hun ‘derrière’.
Peter-Arno Coppen zegt
Helemaal goed heren! Maar nu doe ik er toch even link naar het betreffende artikeltje bij, dan kan iedereen het even nalezen.
Marc Beerens zegt
Oeps, dat was te flitsend; 18 oktober is toch echt twee dagen eerder dan 20 oktober. Ik had in huiselijke kring een weddenschap afgesloten dat de markante Van Ginneken vandaag de verscheiden neerlandicus van dienst zou zijn in de Flitsquiz, vandaar mijn zondagse preoccupatie met hem.