Het is alweer meer dan een decennium geleden dat het tijdschrift TNTL een themanummer publiceerde over de toekomstperspectieven van de Nederlandse letterkunde. ‘Hoe verder?’, luidde de vraag die samenstellers Ernst van Alphen en Frans-Willem Korsten zichzelf en de medewerkers aan het nummer (2004) stelden. In hun inleidende artikel opperden zij dat de neerlandistiek wellicht stervende was. Die diagnose blijkt anno 2016 niet in een overleden patiënt te hebben geresulteerd, maar het is wel goed weer eens op de gezondheid en vruchtbaarheid van het vak te reflecteren. In ruim tien jaar tijd is het veld immers van samenstelling veranderd, zijn er (dus) nieuwe onderzoeksrichtingen ingeslagen en zijn de infrastructurele randvoorwaarden gewijzigd, zowel financieel als organisatorisch. Genoeg reden voor de leerstoel Nederlandse Letterkunde van de Radboud Universiteit om op 30 en 31 maart 2017 een bijeenkomst te organiseren met en voor vakgenoten, die beoogt de inhoudelijke stand van zaken op te maken rond de nationale en internationale letterkundige neerlandistiek. Wat is de huidige positie van ons vak in landelijk perspectief, vanuit internationaal oogpunt, wetenschappelijk en maatschappelijk?
Aan de hand van lezingen van onder meer Frans-Willem Korsten, Maria-Theresia Leuker en Marco Prandoni en een paneldiscussie met onder anderen Stephan Besser, Saskia Pieterse en Helmer Helmers beogen we tijdens deze bijeenkomst meer zicht te krijgen op wat ons bindt en welke grenzen geslecht moeten worden in een periode waarin de bestudering van de Nederlandse taal en literatuur niet langer een vanzelfsprekendheid lijkt. Dreef de zwarte bui schaduwend voorbij?
Dit congres zal plaatsvinden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en wordt georganiseerd door Jeroen Dera, Lotte Jensen, Jos Joosten en Sophie Reinders. Het volledige programma volgt binnenkort. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeroen Dera: j.dera@let.ru.nl.
Laat een reactie achter