(Persbericht Radboud Universiteit)
De grens tussen de noordelijke en zuidelijk dialecten in Limburg ligt anders dan tot nu toe gedacht. Zo blijkt Venlo niet bij het noordelijke maar bij het zuidelijke dialectgebied te horen. Taalkundige Frens Bakker vergeleek de finesses van vrijwel alle Noord-Limburgse dialecten. Hij promoveert op 21 november aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Al 170 jaar proberen dialectologen een duidelijke scheidingslijn te trekken tussen het Noord-Limburgs oftewel Kleverlands dialect en de Zuidnederfranksiche (‘Limburgse’) dialecten. De huidige grens is volgens veel dialectologen de Uerdinger lijn (zie Figuur 1), de scheidingslijn tussen de noordelijke k en de zuidelijke ch in de woorden ik-ich en ook-auch. Omdat deze en eerder voorgestelde scheidingslijnen op basis van isoglossen (woord- of klankgrenzen) nog niet tot consensus hebben geleid, bestudeerde taalkundige Frens Bakker de scheidingslijn tijdens zijn promotieonderzoek aan de Radboud met behulp van de dialectometrie, een soort ‘dialect-meetkunde’.
Eerdere studies namen slechts een handjevol Noord-Limburgse dialecten mee, maar Bakker betrok vrijwel alle Noord-Limburgse plaatsen in zijn onderzoek. Op basis van een reeks universele woorden die in iedere taal gebruikt worden, bijvoorbeeld ik, jij, man, vrouw, vuur, water, groot en klein, kon hij onderlinge dialectverschillen en -overeenkomsten meten. Die woorden putte hij uit dialectenquêtes die tussen ongeveer 1880 en 1950 zijn afgenomen.
Figuur 1. De grijze stippellijn (op dit plaatje onder Maasbree en Venlo) is de Uerdinger lijn, die tot nu toe meestal als grens tussen de noordelijke en zuidelijke dialecten werd aangeduid. De Uerdinger lijn is de grens tussen de noordelijke k en zuidelijke ch in twee woorden: ik-ich en ook-auch.
De blauwe doorlopende lijn (op dit plaatje boven Horst en Broekhuizen, met een scherpe hoek langs de Duitse grens naar Niederdorf) is de nieuwe, door Bakker gevonden grens. De noord-zuidgrens verschuift dus een flink stuk naar het Noorden.
Tussen blauwe doorlopende lijn en de blauwe streepjeslijn ligt een middenzone, de zogenaamde ‘Horster band’, waarvan de dialecten iets dichter bij de zuidelijke staan. De plaats Sevenum zit talig precies tussen de middenzone en de zuidelijke zone in. In Meijel spreekt men een Brabants dialect dat taalkundig bij de aangrenzende dialecten in Noord-Brabant en niet bij die in Limburg hoort. Download het figuur in groot formaat. (jpg, 93 kB)
‘Dialecten zijn gestolde geschiedenis’
Bakkers resultaten laten zien dat de grens tussen de noordelijke en zuidelijke dialecten niet, zoals vaker betoogd, samenvalt met de Uerdinger lijn, maar duidelijk noordelijker loopt (zie Figuur 1). Naast nieuwe grenzen biedt Bakker ook historische verklaringen voor die grenzen. ‘Dialecten zijn eigenlijk gestolde geschiedenis. Aan de scheidingslijnen die nu naar voren komen, liggen oude grenzen en belangrijke historische gebeurtenissen ten grondslag. Zo hebben periodes van voor- én tegenspoed voor de stad Venlo hun sporen in het Noord-Limburgse dialectlandschap achtergelaten. Door de opdeling van Opper-Gelder rond 1700 werd Venlo bijvoorbeeld een Nederlandse enclave in voornamelijk Pruisisch gebied. De riviertollen die de Pruisen instelden, betekenden de doodsklap voor Venlo als handelsstad. Venlo verarmde en verloor in vijftig jaar tijd een derde van zijn inwoners.
Venlo en Venray
De grensverschuiving maakt onder meer duidelijk dat Venlo toch echt een Zuidnederfrankisch (‘Limburgs’) dialect heeft, en geen noordelijk Kleverlands. Eén woord verraadt dat al, aldus Bakker. ‘Het Nederlandse woord jij is in zuidelijk dialect, en dus ook in het Venloos, van het type doe en in noordelijk dialect gij.’
Dit is een opvallend verschil, maar er zijn er veel meer. Belangrijk blijken vooral klinkerverschillen. In het Kleverlands heet een goede brief bijvoorbeeld een goejen brief, terwijl in de Horster band en zuidelijker een goojen breef wordt gezegd. Een ander voorbeeld: ‘Tijdens vergaderingen van de Limburgse dialectvereniging Veldeke spreken alle aanwezige vertegenwoordigers hun eigen dialect’, vertelt Bakker. ‘Venray is daar ook aanwezig, maar telkens wanneer de Venrayse afgevaardigde gesproken heeft, reageren de Zuid-Limburgse afgevaardigden in het Nederlands. Het Kleverlandse Venrays lijkt zeker voor Zuid-Limburgse dialectsprekers dus meer op het Nederlands dan op hun Zuidnederfrankische dialecten!’
Laat een reactie achter