Door Marc van Oostendorp
Wie zich live een belangrijke taalgebeurtenis wil zien ontwikkelen, moet op de voet volgen wat er met het Engels in de Lage Landen gebeurt. Merkwaardig genoeg gebeurt dat alleen nauwelijks, in ieder geval niet wetenschappelijk. Hoe staat het er precies voor met ons Engels? Daarover bestaan vooral slagen in de lucht.
In een nieuw artikel in het tijdschrift World Englishes probeert een groep Nijmeegse onderzoekers daar wat verandering in aan te brengen. Gebruik makend van allerlei gegevens toetst het team de Nederlandse situatie aan een bekend internationaal model en komt tot de conclusie: zo sterk opgerukt als sommigen beweren is het Engels bij ons nog niet.
Het model is dat van de ‘drie kringen van Engels’ van de onlangs overleden Indiase taalkundige Braj Kachru. Deze deelde de Engelstalige wereld in drie concentrische cirkels in. De binnenste cirkel (de ‘inner circle’) bestaat uit de traditionele Engelstalige wereld: Groot-Brittanië, Amerika, Australië en nog een paar landen. Een meerderheid van de inwoners heeft het Engels er als moedertaal, in die landen wordt bijna alles in het Engels gedaan, enz.
Expanding circle
Daarom ligt een ‘outer circle’ van voornamelijk voormalige kolonieën, zoals Singapore of India, waarin een substantiële groep het Engels op hoog niveau beheerst, al dan als moedertaal en al dan niet naast andere talen, het Engels een wettelijke functie heeft, en een belangrijk deel van het culturele leven zich in die taal afspeelt. De buitenste kring heet de ‘expanding circle’ en omvat, zoals de naam al zegt, een steeds belangrijker deel van de wereld, waarin mensen het Engels om wat voor reden dan ook als vreemde taal aanleren.
In de literatuur wordt regelmatig gesuggereerd dat Nederland zich in de richting van de outer circle aan het bewegen is, of daar misschien zelfs al aangekomen is. De Nijmegenaren laten echter zien dat daar geen sprake van is. Volgens eigenlijk alle criteria van Kachru behoort Nederland nog duidelijk tot de expanding circle.
Vergelijkbaar
Zo speelt het Engels in de wetgeving geen enkele rol. Wetten zijn niet in het Engels geschreven, en hoewel de overheid probeert te stimuleren dat alle leerlingen Engels leren, is de verankering in de wet van dat streven minimaal. Er is bovendien geen enkel cultureel of economisch terrein aan te wijzen waarin het Engels een exclusieve rol heeft. Ook is er bij ons eigenlijk geen literair leven van belang in het Engels. Nederlandse schrijvers schrijven in het Nederlands (het enige genre dat je kunt uitzonderen is dat van de popteksten – daar bestaat inmiddels een Engelstalige traditie, maar Nederland is wat dat betreft geen uitzondering in de expanding circle).
Het model van Kachru is daarom misschien iets te eenvoudig: in de expanding circle is van alles aan de hand. De rol die het Engels in Nederland speelt is niet vergelijkbaar met die in China.
Toenemend gebruik van het Engels
Tegelijkertijd is er natuurlijk van alles aan het veranderen. De auteurs baseren zich grotendeels op gegevens van voor 2012 – de wetenschap gaat nu eenmaal niet zo snel – maar het valt de lezer op dat sommige van die gegevens al echt verouderd zijn. Zo vermelden ze dat 56% van de universitaire masterprogramma’s in het Engels gegeven worden. Vijf jaar later ligt dat aantal boven de 95%.
Toch wordt daarmee eigenlijk de kwalitatieve sprong niet gemaakt. Het Nederlands is anno 2016 nog zonder enige twijfel dé dominante taal van Nederland. En het is de vraag of daar wel echt verandering in komt. Het Engels wordt op steeds meer terreinen gebruikt, maar eigenlijk altijd naast het Nederlands. Een kolonie van de Engelstalige wereld zijn we vooralsnog niet, en worden we, zelfs met toenemend gebruik van het Engels, voorlopig ook niet.
Bovendien: met de politieke ontwikkelingen in de Inner Circle, en de voorspelde ernstige economische gevolgen, zou je kunnen zeggen: er is nog een weg terug,
Frieda Steurs zegt
Er is ook heel interessant werk geleverd door Eline Zenner (KU Leuven, onderzoeksgroep QLVL) over dit fenomeen, en zij stelt ook vast dat het nog niet zo erg is met het Engels in onze taal.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, dat is de andere kant van de medaille natuurlijk (het werk van Gerritsen e.a. gaat niet over de kwaliteit of plaats van het Nederlands, maar die van het Engels), maar daarom niet minder interessant.
Marcel Plaatsman zegt
Het Engels heeft natuurlijk wel ’n klein plaatsje in onze wetgeving, het is een officiële taal op Saba en Sint-Eustatius. Maar ook die wetgeving bevestigt toch wel de dominantie van het Nederlands.
Therapy? zegt
Het mooie is dat Engelse werkwoorden lekker in het Nederlands vervoegd kunnen worden;
“Computeren, “Ik heb iets gedownload”