Door Marc van Oostendorp
Nauwkeurige taalanalyse kan ons soms een precies beeld geven van de geschiedenis. Dat geldt bijvoorbeeld voor de gemeente het Bildt, in Friesland. Er wordt daar een dialect gesproken dat al lange tijd de aandacht van taalkundigen heeft getrokken, omdat het niet duidelijk is of het wel Fries is. Het heeft daarvoor wel heel erg veel Hollandse woorden.
In een nieuw artikel in het International Journal of the Sociology of Language zet een groep taalkundigen (Van Sluis, Hoekstra, Van de Velde) nauwkeurig uiteen hoe het zit. Neem een Bildtse zin als de volgende:
- Dou hest der feul meer fan loofd aste doe wete wouste
‘Je hebt er veel meer van geloofd als je weten wilde’
Dijk
Heel veel van de woorden in deze zin (feul, loofd, wete, wou) zijn duidelijk te traceren tot het Hollands, en nog preciezer: tot Zuid-Hollands zoals dit in de vroege zestiende tussen Rotterdam en Den Haag gesproken werd. Hest en doe zijn Fries; de overige woorden zouden zowel Hollands als Fries kunnen zijn.
De woordenschat van het dialect is dus overwegend Zuid-Hollands, wat correspondeert met het feit dat de meeste mensen die vroeg in de zestiende eeuw in het Bildt kwamen vestigen nadat daar een dijk was aangelegd uit die regio kwamen.
Verfriesd
Maar de grammatica is overwegend Fries. Van Sluis, Hoekstra en Van de Velde laten zien dat dit bijvoorleeld geldt voor uitgangen van werkwoorden: loofd lijkt meer op het Friese leafd dan op het Zuid-Hollandse geloofd.
De reden hiervoor is dat het Zuid-Hollandse dialect van de kolonisten langzaam maar zeker is verfriesd. Zeker nadat de economie aan het eind van de zeventiende eeuw was ingestort, was er meer contact met omliggende Friese steden dan met het Hollandse moederland, en bovendien zullen er gaandeweg steeds meer Friezen zijn gaan wonen.
Aparte status
Waarom is de woordenschat niet mee verfriesd? Dat heeft er mogelijk mee te maken dat de Bildtenaren trots bleven op hun afwijkendheid. Door andere woorden te gebruiken wilden ze laten horen dat ze echt ánders waren dan hun Friese buren.
In een persbericht wijzen de auteurs erop dat hun resultaten mogelijk politieke consequenties hebben: het Bildts is een aparte taal, en vorig jaar is er een verzoek ingediend bij de Nederlandse regering om deze aparte status te erkennen. De resultaten van dit artikel zouden dat verzoek dus kunnen ondersteunen.
Weinig hoop
Ik vraag me af of dit klopt. Vorig jaar heb ik al enige redenen gegeven voor scepsis, maar het specifieke argument geeft wel weer een nieuwe draai. Volgens het Europees Handvest, dat als kader voor de erkenning moet dienen, komen dialecten die gerelateerd zijn aan de standaardtaal niet in aanmerking. Bij eerdere erkenningen (Fries, Nedersaksisch, Limburgs) heeft die ongerelateerdheid altijd een belangrijke rol gespeeld. Nu is het Bildts onmiskenbaar een Zuid-Hollands dialect en onmiskenbaar een Fries dialect, dus een dialect van twee officiële landstalen.
We zullen zien tot welke conclusie de overheid komt over dit dossier, maar ik zie nog steeds weinig hoop voor de sprekers van het Bildts. We kunnen de geschiedenis uit de taal construeren, maar tegelijkertijd walst de geschiedenis onherroepelijk over de taal heen.
Laat een reactie achter