Door Johan Rooryck
Het verbaal suffix –ig is niet bepaalbaar
Als ‘voorzien van iets’, wél doet het ondergaan:
wie pijnigt past pijn toe, of brengt iets aan,
zoals kruisigen: een kruis op een barbaarzo zoenig je dan niet je lief omdat
zij niet aan zoenen onderworpen wordt
bezoenen daarentegen is in ‘t kort
‘s liefs lijf met zoenen overladen, schat.Matigen voorziet niet iets van maat,
Noch is reinigen voorzien van reinheid
Maar het toepassen d’rvan met resultaatDat –ig soms van be- vergezeld moet gaan
Is interessant maar moet met een’ge spijt
Behandeld in nóg een sonnet, welaan!
Laat een reactie achter