Door Tessa Sparreboom
(student Nederlands, Universiteit van Amsterdam)
Vanavond was het weer zover: Philip Freriks en Freek Braeckman bezetten primetime NPO 2 om in smoking de meest ondefinieerbare woorden zo helder mogelijk voor te lezen. Juist, het was tijd voor Het Groot Dictee der Nederlandse taal, het (zoals de genitief al verraadt) meest elitaire taalfeestje van het jaar. In woorden als Hyperboreeërs, conciliatie en fotovoltaïsche cellen vond het przewalskipaard vanavond weer waardige opvolgers.
Ook dit jaar was de NTR erin geslaagd een club BN’ers en BV’ers te strikken voor de gevreesde spellingtest. Prima, moeten de ‘prominenten’ hebben gedacht, dan neem ik van tevoren nog even het Groene Boekje door. Natuurlijk valt zoals ieder jaar te betwijfelen of hun voorbereiding verder is gegaan dan het googlen van tweeëntwintig en de vervoeging van het werkwoord sms’en. Zie hier het grote verschil met de niet-prominenten: die zijn uiteraard allemaal vastbesloten het minste aantal fouten te maken, of, als het even kan, helemaal geen fouten.
Voor aanvang dronk iedereen zich moed in in de foyer. Ter lering en vermaak waren op de statafels alvast een aantal exemplaren van de nieuwste editie van het tijdschrift Onze Taal klaargelegd, die in eerste instantie onaangeroerd bleven. Nog heel even niet, moeten de prominenten en niet-prominenten hebben gedacht. De bitterballen en kaassouffleetjes konden op meer animo rekenen.
Denglisj
Toen Klaas van Kruistum net toe was aan zijn zevende bitterbal, ging de handbel die aangaf dat de aanwezigen zich naar de Eerste Kamer moesten begeven. Nu pas werd de spanning voelbaar. Logisch, want niet alleen bestaat de kans dat je vreselijk faalt, maar ook dat er een camera in je schrift en gezicht wordt geduwd op het moment dat je van de stress ‘korte ij’s’ neerpent (ik noem geen namen).
Wat ook niet hielp tegen de zenuwen was het feit dat dit dictee van de hand van de grote A.F.Th. van der Heijden kwam, die tevens als jurylid aanwezig was. Weinig verrassend misschien, maar Van der Heijden was erin geslaagd een dictee op te stellen dat niet alleen uitdagend is, maar ook nog eens zinnen bevat die logisch op elkaar aansluiten en samen een mooi afgerond betoog vormen – iets wat lang niet alle schrijvers lukt. Onderwerp van zijn dictee was de verengelsing van het Nederlands en het daarmee opkomende Dunglish, een samenstelling van Dutch en English die tijdens het dictee niet direct door iedereen werd begrepen en hier en daar leidde tot neologismen als denglisj.
Get money
Volgens een sombere Van der Heijden zou het introduceren van het Engels in de Nederlandse collegezalen “het begin van het einde van het Nederlands” betekenen. Misschien heeft hij gelijk, maar als Van der Heijden daar echt zoveel op tegen heeft krijgt de aanwezigheid van woorden als boobytraps en geüpgradede in zijn dictee wel iets ironisch. Enfin, wij begrijpen ook wel dat de vervoeging van upgraden nu eenmaal spannender is dan die van opwaarderen. Blijkt dat Dunglish opeens zo gek nog niet.
Tijdens de pauze waren de bitterballen en kaassoufflés vervangen door zwaardvis en salades met gerookte kip. Tijd voor een vragenrondje: wat vonden de deelnemers van de strekking van Van der Heijdens boodschap? Moet het Nederlands worden beschermd, pardon, geprotegeerd? Jan Roos, wiens leven inmiddels zo ongeveer is overgenomen door de politiek, was het roerend met Van der Heijden eens: “Om Geert Wilders na te praten: laten we het Nederlands gewoon het Nederlands houden.” Zelfs rapper Hef, toch (co-)auteur van nummers als Get money en Never broke meer, gaf aan het belangrijk te vinden dat de Nederlandse taal in bescherming wordt genomen.
Verlichte ruimte
Alleen striptekenaar en neerlandicus Jean-Marc van Tol leek niet onder de indruk van het sentiment van Van der Heijden: “Joh, alsof het überhaupt mogelijk is om die verengelsing tegen te gaan. En trouwens, als hij als schrijver zijn boek de naam President Tsaar op Obama Beach geeft, mag hij daar ook eigenlijk niet over zeuren.”
Het is best verwonderlijk dat de NTR ieder jaar weer neerlandici als Van Tol zo gek krijgt om mee te doen. Voor hen valt er, net als voor schrijvers, immers weinig eer te halen bij het dictee: als ze weinig fouten maken is dat logisch, want “ze hebben ervoor gestudeerd” of “het is hun beroep”. Maar als je als schrijver of neerlandicus meer dan twintig fout maakt, word je om dezelfde redenen met de nek aangekeken. Kortom, zouden sommigen het dictee niet beter ergens in hun eentje in een slecht verlichte ruimte kunnen maken?
Marktplaats
Volgens schrijver en deelnemer Bert Natter hoeft het zo erg niet te zijn. “Deze woorden komen zo weinig voor en zijn zo absurd, dat het voor ieder normaal mens onmogelijk is ze allemaal te kennen,” beweert hij. “Dit is echt de freakshow van de Nederlandse taal.”
Dit hoge freakshowgehalte is precies waar de critici zo graag over zeuren. Ieder jaar staat er wel weer een neerlandicus op die ons er fijntjes op wijst dat het dictee helemaal niet representatief is voor de taal. Het zou alleen een geheugentest zijn die nagaat wie de meeste vreemde woorden kent. En wat is daar nu leuk aan?
Zo pleitte gepensioneerd docent Nederlands Johan de Schryver vorig jaar nog voor een ‘intelligente’ test die niet kennis van onbekende woorden meet, maar van de regels van het Nederlands. Moeilijke woorden als frequentie kun je immers gewoon opzoeken in een woordenboek, maar of je word of wordt schrijft, dat kun je alleen afleiden als je de regels kent en snapt. Journalist Warna Oosterbaan schreef in een soortgelijk stuk dat een programma over taal beter zou kunnen uitleggen hoe ‘t ex-kofschip werkt dan hoe je przewalskipaard schrijft. Daar hebben de mensen tenminste nog wat aan als ze op Marktplaats een correcte tekst bij hun advertentie willen plaatsen.
Idioten
Allemaal leuk en aardig, maar Het Groot Dictee moet niet veranderen in een toets Nederlands zoals je die in 4 vwo krijgt voorgeschoteld. Die toetsen over de regeltjes van de taal zijn namelijk oersaai: als je het principe van ‘t ex-kofschip begrijpt, of dat van de vervoeging van de werkwoorden, is er verder niets meer aan. Zo’n regeltjestoets die eventueel zelfs zou worden uitgezonden op tv zou belachelijk zijn, want iedereen die op de middelbare school heeft opgelet of de afspraken er nog eens op heeft nagelezen zou een 10 halen. Wie zijn kennis van ‘t ex-kofschip toch wil toetsen, moet worden doorverwezen naar www.cambiumned.nl.
Nee, Het Groot Dictee hoort juist bij voorbaat voor de meesten al te hoog gegrepen te zijn. Woorden als bètafaculteit, krambambouli en attaqueren maken het dictee spannend en vermakelijk, juist omdat ze niet of nauwelijks af te leiden zijn uit de bekende regeltjes van het Nederlands. Iedereen heeft er moeite mee, behalve die paar ‘idioten’ die er de Dikke Van Dale voor uit hun hoofd leren. Gun die mensen dan ook de overwinning.
Kaassoufflés
Ondertussen kunnen de gewone stervelingen onder ons luisteren naar een soort Nederlands dat je normaal gesproken nooit zal horen. Wanneer Van der Heijden het dictee eerst helemaal in zijn geheel voorleest, voel je vreemd genoeg een taalbarrière ontstaan. Woorden die soms allang in de vergetelheid zijn geraakt (wie zegt er in plaats van ineenstorting nog kladderadatsch?) staan dankzij de schrijver opeens weer letterlijk en figuurlijk vol in de spotlights. Wie weet onthoud je er nog iets van en breid je je lexicon weer een beetje uit. Maar zelfs als je de woorden niet de moeite waard vindt om in te prenten, kun je vaak nog steeds lachen om hun totaal absurde verschijningsvormen.
Natuurlijk, er mag best een milder televisieprogramma over taal verschijnen dat zich buigt over linguïstische kwesties die dichter bij het dagelijks woordgebruik staan, graag zelfs. Maar houd De Freakshow der Nederlandse taal in ieder geval precies zoals hij is: elitair, normatief en verschrikkelijk moeilijk, met bitterballen en kaassoufflés tegen de zenuwen.
Erik de Smedt zegt
Over ‘linguïstische kwesties die dichter bij het dagelijks woordgebruik staan’ gesproken … De twee presentatoren hadden het consequent over ‘de volgende z i n ‘ terwijl ze een groepering van zinnen, dus een a l i n e a voorlazen. Op ‘Ik lees de eerste zin’ volgden er bijvoorbeeld drie zinnen.
Ludo van Rongen zegt
Dit dictee heeft weinig nog met Nederlandse taal te maken. Jammer, ik heb uit protest niet meegedaan. Kunnen die paar idioten geen eigen clubje beginnen ?
Gerard Vroeijenstijn zegt
Waarschuwing: in het onderstaande komen woorden voor die niet op die manier gespeld worden in het Groene Boekje
en ook niet in (de dikke) van Dale!
Ik heb ook meegedaan aan het Dik Tee van de Nederlandse taal.
Gewoon achter de spelletjesbuis heb ik meegeschreven, en – eerlijk waar –
ik had maar acht (8) fouten.
Maar wat een ellende!
Een auteur die meer inkt nodig heeft voor zijn boeken dan Talens ooit in voorraad had,
kokketeert met zijn hiepogon3 en stelt een diktee samen dat het toppunt van bekaktheid
huizenhoog overschrijdt. En dat heet Nederlandse taal te zijn…
En dan vindt men het nog gek dat “de gewone mens” een pesthekel krijgt aan spelling niet alleen
maar simpelweg aan het lezen van teksten die door dit soort zelfgenoegzame frutselaars in elkaar gedraaid zijn.
Ik wil best een interessante boom opzetten over het werk van deze Dik Tee-samenflanser.
Als auteur heeft hij wel verdiensten, hoewel overschatting al ruim zijn deel is.
Kwaliteit wordt m.i. niet per kilo gemeten, ook literaire kwaliteit niet.
Maar als je op deze wijze de Nederlandse taal wilt verdedigen, give my portion than but to Fickey!
Jammer, ik vind dit hele jaarlijkse Dik Tee – gedoe een deerniswekkende vorm van quasi-intellektuele inteelt
( of is het inteeld c.q. inteeldt, vraagt de niet spelling geconditioneerde zich vast wel af).
Heeft dit gesputter zin?
Neen,
maar het lucht wel op.