Door Michiel de Vaan
rataplan zn. ‘rommel’
Nnl. rataplan ‘rombom’, nabootsing van het geluid van een trommel. Het vroegst aangetroffen in Rataplan, of de jonge Trommelslager, titel van een uit het Frans vertaald blijspel (1825). Daarna bekend geraakt door het rataplan(-koor) uit Meyerbeers opera Les Huguenots (1836), in Nederlandse krantenrecensies vanaf de jaren 1850. Van het geluid is afgeleid het werkwoord rataplannen ‘op de trommels slaan’ (1864, Busken Huet). De uitdrukking d(i)e (ge)heele rataplan ‘de hele santekraam, de hele boel’ tref ik in kranten aan vanaf 1865, met rataplan (1865), ratteplan (1884), rattaplan (1887).
Afkomstig uit Frans rataplan ‘tromgeroffel’ (sinds 1822 in de titel van de boven genoemd blijspel), klanknabootsend gevormd; vergelijk Franse varianten als patatras, patatrac, patapouf, bataclan.
Marcel Plaatsman zegt
In het Nederlands wordt dit woord (in ieder geval door mij) wel met klemtoon vooraan uitgesproken (rátaplan), anders dan in het Frans. De hier aangehaalde spelling “ratteplan” doet vermoeden dat die uitspraak vrij oud is. Zou daar inderdaad die volksetymologie (rat + plan) aan ten grondslag liggen?
Michiel de Vaan zegt
Dat kan zeker. Of omgekeerd: een deel van de sprekers ging het leenwoord uitspreken met beginklemtoon, waarna de associatie met ‘rat’ onvermijdelijk werd.