Gegroet, zondagse vrienden van de verscheiden neerlandici, en welkom bij weer een spannende aflevering van onze flitsquiz. Als je de geboorte van de neerlandistiek dateert op ergens in de negentiende eeuw, dan is iedereen die daarvóór geleefd heeft, automatisch geen neerlandicus, zou je zeggen. Maar de neerlandistiek is natuurlijk veel minder een beroep of een officiële kwalificatie, maar meer een manier van leven, en hooguit de optelsom van je verdiensten voor de neerlandistiek. En het lijdt geen twijfel dat er vóór 1800 al verscheidene personen hebben bestaan die je achteraf als neerlandicus zou moeten beschouwen.
Een zo’n persoon is degene van wie wij verderop in de week de geboortedag gedenken. Hij was eigenlijk arts (hij had een geneeskundige opleiding), maar zijn interesses gingen eigenlijk uit naar de Nederlandse taal en literatuur. Hij schreef een invloedrijk werk, dat taalkundig gezien misschien de laatste stuiptrekking vormde van een uitstervend verschijnsel, maar dat eeuwenlang zijn schaduw vooruit zou werpen.
Wie was hij, en wat was dat invloedrijke werk?
Marc Beerens zegt
David van Hoogstraten, geboren 14 mart 1658 te Rotterdam, en zijn ‘Aenmerkingen over de
geslachten der zelfstandige naemwoorden’ (1700), vanaf de editie-1723 ‘Lyst der
gebruikelykste zelfstandige naemwoorden, betekent door hunne geslachten’.
Peter-Arno Coppen zegt
Ja, dat is weer het goede antwoord!