Over de DOT Nederlands
Door Thomas de Bruijn
Teacher in Residence Nederlands Radboud Universiteit
t.debruijn@ru.nl
De autonomie die wij als docenten genieten, verschilt van school tot school en van sectie tot sectie. De eindtermen zijn leidend, maar uiteindelijk blijft er veel vrijheid over om lessen te ontwikkelen, werkvormen uit te proberen en onderwerpen te bespreken die ‘gewoon heel leuk’ zijn. Binnen secties is het meestal vanzelfsprekend om materiaal te delen, maar buiten de schoolmuren komt jouw webquest, project of onderzoek vaak niet. Er ligt een schat aan potentieel lesmateriaal te wachten op collega’s in het land, maar die schat moet wel opgegraven worden.
Er zijn al vele initiatieven om lesmateriaal en werkvormen te delen. Er bestaan diverse Facebookgroepen over vakgebieden, Kennisnet heeft een leermiddelendatabank en elke week is er wel ergens een congres of workshopdag vol inspirerende lesideeën. Deze kennisuitwisseling is helaas niet structureel. De Radboud Universiteit (RU) heeft deze zaken ondervangen door Docentenontwikkelteams (DOT) op te zetten. Deelnemen aan een DOT heeft een tweeledig effect. De deelnemende docenten, afkomstig van verschillende scholen, werken structureel aan lesmateriaal onder begeleiding van een universitair docent. Deze docent is op de hoogte van de laatste wetenschappelijke inzichten en kan deze nieuwe inzichten verbinden aan de lespraktijk. Aan de andere kant is het voor de universiteit interessant, want wetenschappelijke inzichten kunnen op die manier vertaald worden naar het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. In het schooljaar 2015-2016 is er door de DOT Nederlands een nieuwe grammaticamodule ontwikkeld voor de onderbouw, die aansluit op het taalgevoel van de leerling. Dit schooljaar test een aantal scholen de module en de eerste resultaten zijn teruggekoppeld: zowel leerlingen als docenten zijn positief over de module. De module is hier gratis te downloaden.
Deze kruisbestuiving tussen VO en WO is voor docenten de optimale manier om, samen met vakcollega’s, met onderwijsontwikkeling bezig te zijn die verankerd is in de wetenschap. Ook blijf je zo op de hoogte van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen in je vakgebied, zodat je deze binnen je school naar eigen inzicht kunt inzetten. Voor de universiteit is het een prachtige gelegenheid om de aansluiting met het VO te zoeken. Een DOT is de manier om intercollegiaal te werken en we juichen het opzetten van deze teams in het hele land toe! Een belangrijke voorwaarde is dat er een universitair docent of onderzoeker lid is van het ontwikkelteam. Nu bedient een DOT maar 12-15 docenten per jaar en dat is veel te weinig om tot een actieve én structurele uitwisseling van kwalitatief materiaal te komen tussen grote groepen docenten. Centraal geregelde coördinatie, vanuit bijvoorbeeld een universitair orgaan zoals de lerarenopleiding, is een basiseis voor het functioneren van zulke expertteams. Daarbij moet de opmerking gemaakt worden dat er structureel tijd voor vrij wordt gemaakt die niet afgaat van lesgebonden taken. Daar ligt een belangrijke verantwoordelijkheid voor schoolleiders. Het is aan ons, de professional, om deze tijd te claimen.
Frans zegt
De link resulteert in een “Pagina niet gevonden”-melding.
Herma van den Brand zegt
Hier dan? http://www.ru.nl/docentenacademie/nascholing/aanbod-per-schoolvak/nederlands/lesmateriaal/2016-activerende-didactiek-grammatica/
Frans zegt
Ja, die werkt. 🙂
Peter-Arno Coppen zegt
Ik heb de link in het artikel nu ook aangepast.