Door Miet Ooms
Twee en een half jaar geleden kreeg ik een taalvraag. Dat was niet zo vreemd, want ik werkte toen bij de Taaltelefoon en taalvragen beantwoorden was mijn job. Maar deze ene vraag was anders: ik besefte plots weer dat er nog steeds heel wat variatie zit in de Nederlandse spreektaal en standaardtaal, soms zelfs zonder dat we het beseffen. De vraag in kwestie was: ‘Wat is correct: zo zit de vork in de steel of zo zit de vork aan de steel?’ In Van Dale vond ik enkel de versie met aan. Daarmee leek de kous af, maar het wrong me. Voor mij klonk de versie met in immers helemaal niet vreemd, laat staan fout. Het intrigeerde me, ik stelde de vraag op Facebook (daar antwoorden vooral Belgen) en Twitter (daar zijn de Nederlanders alomtegenwoordig) en met die gegevens tekende ik een heel rudimentair taalkaartje.
Eerste testjes en kaartjes
Ik vond dat zo prettig, de ontdekking dat die variatie er was, dat ik die op zo’n gemakkelijke manier kon achterhalen, en dat ik een manier had gevonden om kaartjes te tekenen. Jaren geleden heb ik immers al tientallen, zelfs honderden kaarten getekend voor het Woordenboek van de Brabantse Dialecten (tegenwoordig allemaal te vinden in de Kaartenbank van het Meertens Instituut). Ik vond dat het fijnste aspect van het hele woordenboekproject. Er is immers geen betere manier om regionale taalvariatie duidelijk èn aantrekkelijk in beeld te brengen dan op een kaart. Jammer genoeg heb ik nu de software die ik toen gebruikte niet meer bij de hand. Gelukkig biedt – opnieuw – het Meertens Instituut de redding in de vorm van een eenvoudige cartografietool op haar website. Mijn project, een atlas van de Nederlandse standaardtaal en spreektaal, was geboren.
Mini-onderzoekjes
Ik heb daarna nog een reeks vragenlijsten, ‘mini-onderzoekjes’, online gezet, waarbij ik onder meer uitgetest heb wat voor vragen het beste werken, hoeveel vragen ik per keer kan stellen en – vooral – hoe ik op een zo efficiënt mogelijke manier plaatsnamen kon registreren. Hierbij combineerde ik mijn eigen kennis en ervaring bij het verwerken en zelf opstellen van dialectvragenlijsten met de huidige digitale middelen, meer bepaald Google Formulieren en de sociale media. De atlas krijgt stilaan vorm, en intussen is het vragenformulier helemaal in orde. En dus is het nu tijd voor de volgende stap: een vaste respondentengroep uitbouwen.
Respondent zijn?
Hiervoor wend ik me onder meer tot jou, lezer van Neerlandistiek.nl. Zou je het leuk vinden om af en toe een vragenlijst in te vullen, en ben je nieuwsgierig naar de kaarten die hieruit zullen ontstaan? Schrijf je dan in voor mijn respondentengroep. Je krijgt dan niet alleen elke nieuwe vragenlijst meteen in je brievenbus, je wordt ook als eerste op de hoogte gebracht van nieuwe resultaten op basis van de ingevulde vragenlijsten. Je inschrijving is volledig vrijblijvend: je bent zeker niet verplicht om elke vragenlijst ook in te vullen en je kunt je ook op elk moment weer uitschrijven. Je gegevens zullen ook enkel voor het versturen van mini-onderzoekjes en informatie rond de atlas zelf worden gebruikt.
Moet je aan bepaalde vereisten voldoen om deel te kunnen nemen? Eigenlijk niet, behalve dat je (een variant van het) Nederlands moet spreken. Fries, Nedersaksisch en Limburgs kunnen ook, het gaat me immers om de spreektaal in het Nederlandse taalgebied. Verder komt iedereen in aanmerking. Hoe meer mensen de vragenlijsten invullen en hoe beter ze over het hele taalgebied verspreid wonen, hoe voller, genuanceerder en dus mooier de kaarten zullen worden. Dus: schrijf je niet alleen in, maar verspreid deze oproep ook onder je kennissen, collega’s, studenten enz. Je doet er mij, jezelf en al die andere taalliefhebbers een ontzettend groot plezier mee. En de neerlandistiek natuurlijk ook.
- Om in te schrijven
- Vragenlijsten die nu open staan: mini-onderzoekje 8: wensen en reacties 1 en mini-onderzoekje 9: wensen en reacties 2.
Lucas Seuren zegt
Ik realiseer me nu pas dat ‘in de steel’, zoals ik het altijd gezegd heb, volstrekt onlogisch is en het natuurlijk ‘aan de steel’ moet zijn. Maar mijn verwarring lijkt logisch als in Den Haag geboren Brabander, die nu ruim een decennium in Groningen woont.
Als we het toch hebben over taalvariatie: ‘het wrong me’ klinkt me gek, wringen is voor mij namelijk niet transitief. Alweer een vraag voor de enquete.
Lucas Seuren zegt
Pragmatiek: bij het inschrijven moet je aangeven dat je een mens bent, maar ik kan alleen maar aangeven dat ik geen robot ben. Wat nou als ik een hele intelligente chimp of kat ben?
WebredMiet zegt
Dan mag je ook meedoen, op voorwaarde dat je kunt lezen en typen 🙂
Peter-Arno Coppen zegt
Ik neem aan dat er toch iets in de steel moet worden aangebracht om ervoor te zorgen dat de steel er niet telkens af schiet (irritant is dat). Dat kan een spijker of een schroef, of een weerhaakje zijn, dat ligt eraan hoe de vork in de steel zit.
Taalgaardenier zegt
spijkers op laag water
Lucas Seuren zegt
Kunnen we niet lassen of zo?
Taalgaardenier zegt
enig idee hoe je staal en hout of kunststof aan elkaar last?
Taalgaardenier zegt
Zelf vind ik ook dat aan de steel niet enkel taalkundig maar ook technisch juist is.
p.clijsen zegt
Op de steel kan ook hoor….
p.clijsen zegt
Overigens, houd u zich ook met vlaams bezig? Lijkt me namelijk wel logisch omdat Vlaams historisch ook een input in het algemeen nederlands heeft gegeven. Het oudste geschreven nederlands komt van Vlaams en de immigratie in de tachtigjarige oorlog heeft daar nog een schepje bovenop gedaan en vandaag kruipen er ook flamicismen het algemeen Nederlands in.
Een spin, wordt in Brabant vaak een spinnekop genoemd en in westvlaams een kobbe en in het engels heb je een cobweb.om maar wat te noemen.
WebredMiet zegt
Natuurlijk. Alles wat onder de koepelbenaming ‘Nederlands’ valt in België en Nederland: dialect, regiolect, algemeen Nederlands, Belgisch Nederlands, Nederlands Nederlands. Gewoon wat u zegt, los van de vraag in welk ‘vakje’ het hoort. Dat laatste is mijn werk 🙂
Erik Bouwknegt zegt
Spinkop is ook in het noorden van Nederland bekend, en kobbe zit ook nog verstopt in kopstubber, Drents voor ‘ragebol’ (borstel aan/in een lange steel om spinnenwebben te verwijderen).
Taalgaardenier zegt
Input, historisch, immigratie, flamicismen, enz. zijn geen echt Nederlands noch Vlaams. Dit NederFrEngels kan gemakkelijk door eigen taal vervangen worden.
Ik mainteneer,
Taalgaardenier zegt
wat is het verschil tussen regiolect en streektaal?
Maggy R zegt
Bij bijvoorbeeld een bestek met hoornen of ivoren heften zit het stalen of zilveren deel erin gelijmd of geklonken. > vork in de steel
Bij hooivorken en dergelijke is in de regel een huls gesmeed waar de houten steel in bevestigd is. > vork aan de steel
Deze verklaring komt geloof ik redelijk overeen met het kaartje veel agrarische gebieden met groen driehoekje, veel geürbaniseerde gebieden met rood rondje.