Gegroet, vrienden van de verscheiden neerlandici! Het was weer een memorabele week, waarin de kwestie Van Haeringen en zijn vrouw een beetje in de lucht is blijven hangen (of het moet zijn dat het door je vrouw – of man? – laten checken van je manuscripten op leesbaarheid zo niet een staande praktijk, dan toch wel een aanbevelenswaardige gewoonte onder neerlandici gevonden wordt). Graag dus nog aandacht daarvoor, want ik weet niet hoe het met u zit, maar nou wil ik het weten ook.
Was het de vorige week al een feest met al die herinneringen, de komende week belooft ook weer een rijke oogst. Ik heb al eens eerder een anekdote over Sassen verteld (die ik desgewenst graag nog eens herhaal, want je kunt een anekdote niet vaak genoeg vertellen), maar ook iemand als Nieuwenhuis zal zeker nog indrukken hebben nagelaten die in de huidige generaties nog doorklinken.
Deelt u dus weer uw herinneringen of – al dan niet vermeende – anekdotes over de neerlandici die wij de komende week gedenken!
zondag | 25-06-1921 | geboortedag | Albert Sassen |
maandag | 26-06 | Geen neerlandici geboren of gestorven | |
dinsdag | 27-06 | Geen neerlandici geboren of gestorven | |
woensdag | 28-06-1912 | geboortedag | Samuel Lenselink |
28-06-1997 | sterfdag | Karel Reijnders | |
donderdag | 29-06-1982 | sterfdag | Gerard Knuvelder |
vrijdag | 30-06-1856 | geboortedag | Gerrit Kalff |
30-06-1908 | geboortedag | Rob Nieuwenhuys | |
zaterdag | 01-07 | Geen neerlandici geboren of gestorven |
Joop van der Horst zegt
Lenselink heb ik leren kennen in mijn studietijd in Leiden. Eerst en vooral als docent. Maar ook in wat toen, geloof ik, de Studieraad heette: een soort van min of meer democratisch gekozen parlementje voor de studie Nederlands. Lenselink maakte daar ook deel van uit, maar zei nooit iets. Hij keek slechts op zijn horloge, bezorgd dat de vergadering weer te lang zou duren en dat hij huiswaarts in de file terecht zou komen. Stutterheim was voorzitter van deze Studieraad, daarbij overigens steeds weer op het goede pad geholpen door Ariane van Santen die naast hem zat. Het zwijgen van Lenselink wekte enige ergernis. Toen hij dan in zekere vergadering ruim voordat die was afgelopen, opstond en zich tegenover de voorzitter verontschuldigde voor zijn voortijdig vertrek, sprak Stutterheim de gedenkwaardige woorden: “Collega Lenselink, wij danken u voor uw medewerking; althans voor het feit dat u niet tegengewerkt hebt.”.
Peter-Arno Coppen zegt
Ha, dit zou ik ook een mooie anekdote over Stutterheim vinden!
Truus Pinkster zegt
Sassen was mijn lector aan de RUGroningen van 1964-1968, het jaar waarin ik mijn kandidaats deed.
Daarna niet meer omdat ik de richting literatuurwetenschap gekozen heb.
Het was een prettige docent, vertrouwd voor mij als Groningse, omdat hij zo ‘gewoon’ was, geen flauwekul om zich heen had.
En heel precies. Hij heeft mij, ons, in contact gebracht met Chomsky en alhoewel ik dus niet de taalkundige richting gekozen heb, kan ik nog altijd terug grijpen en verder bouwen op wat hij ons toen onderwezen heeft.
In de in het artikel ook genoemde ’turbulente’ periode in de jaren 1968 ben ik zeer actief geweest. Maar onze acties richten zich niet tegen Sassen, ik kan mij ook niet herinneren dat hij daar ooit stelling in genomen heeft. Wel tegen de autoritaire en moeilijk te bewegen van Es.
Wat ik leuk vond om te lezen is dat ook Sassen een staatsexamen gymnasium gedaan heeft voor hij Nederlands ging studeren.
Behalve onze noordelijke afkomst is dat een andere overeenkomst tussen ons.
En de liefde voor rozen. De laatste keer dat ik hem gezien heb was bij een kweker ten noorden van de stad Groningen waar wij onze rozenkennis even konden delen.
We waren beiden verrast elkaar daar tegen te komen. En ik vooral dat hij nog zo goed wist wie ik was. Wellicht toch die noordelijke herkomst ?
Want aan mijn syntaxis-kennis kan het niet gelegen hebben. De enige onvoldoende die ik gehaald heb in mijn studie was op zijn, ook enige schriftelijke (!), grammatica-examen.
Peter-Arno Coppen zegt
Ik zat ooit met mijn vrouw op een feestje van collega Jan van Bakel aan een tafeltje met Albert Sassen en zijn vrouw. Zij waren inderdaad beiden fervente rozenkwekers, die daar ook graag uitgebreid over uitweidden. Het was een goedlachse man, die bij die gelegenheid ook met zichtbaar plezier de grap kon vertellen dat men hem en zijn vrouw na hun pensioen wel eens gevraagd had “Oculeert u nog op uw leeftijd?” Daar hadden ze erg mee gelachen, en hij vond dit een uiterst amusant verhaal om te vertellen. Ik heb deze anekdote al eens opgedist in een versie van de flitsquiz, maar herhaling behoort tot het wezen van de anekdote.
Marc Beerens zegt
Vandaag zowat 20 jaar geleden droegen, samen met vele anderen, Fokas Holthuis en ik Karel Reijnders te grave in Overasselt. De jaren daarvoor, sinds het voorjaar van 1993, waren Fokas en ik zeer dikwijls bij Karel op bezoek geweest, meestal op dinsdagmiddag, in diens mooi gelegen huis achter de Maasdijk. Karel had geloof ik veel plezier in zijn jeugdige visite, die hem als het ware nog een gehoor bood voor zijn verhalen en anekdotes, die hij overigens zeer onderhoudend kon brengen. Ik herinner me dat tijdens zo’n bezoek Fernand Lodewick, Reijnders’ beste vriend, opbelde, die te horen kreeg dat de telefonade niet goed uitkwam omdat Karel ‘studenten’ over de vloer had. Omgekeerd hielpen wij hem met het ordenen van zijn bibliotheek en archief.
Ik mag hier wel onthullen dat Karel degene is geweest die Fokas heeft aangemoedigd om zijn eigen antiquariaat te beginnen. Het levensbericht door Nop Maas, zelf oud-student, tekent hem ten voeten uit.