Gegroet, beste vrienden van de verscheiden neerlandici! Na een zware week waarin weer menig roltongtoeter gesneuveld is en wij samen een heel speciale doordeweekse aflevering van de slowquiz hebben meebeleefd, keren wij terug naar de serene zondagse werkelijkheid van ons in aanbouw zijnde monument voor de ons ontvallen neerlandici.
Juni is geen maand waarin bij bosjes neerlandici sterven of geboren worden, maar degenen die wij in juni gedenken zijn zeker niet de minsten. Daar komt bij dat er deze week wel een bijzonder rijke oogst aan herinneringen en anekdotes verwacht mag worden, want wij zien in het lijstje waarlijk topneerlandici. Het is waar dat sommigen het bestaan van deze categorie wetenschappers betwijfelen, maar ik denk dat niemand iemand als Jo Daan of Kees Fens die status zal betwisten.
Daar komt nog eens bij dat een aantal van de neerlandici van deze week zeker binnen de herinneringshorizon uit de eerste hand moeten liggen. Dus komt u maar op met de mooie verhalen!
zondag | 11-06-2006 | sterfdag | Jo Daan |
maandag | 12-06 | Geen neerlandici geboren of gestorven | |
dinsdag | 13-06-1973 | sterfdag | Leendert van Dis |
woensdag | 14-06-1858 | geboortedag | Jacob Muller |
14-06-2008 | sterfdag | Kees Fens | |
donderdag | 15-06-1834 | geboortedag | Jan ten Brink |
vrijdag | 15-06 | Geen neerlandici geboren of gestorven | |
zaterdag | 17-06-1988 | sterfdag | Cornelia Brinkman |
17-06-1999 | sterfdag | Antonin van Elslander |
Marc Beerens zegt
Kees Fens’ hoorcolleges waren zeer memorabele ‘onemanshows’. Fens was, met zijn kenmerkende, enigszins snerpende stemgeluid, een meester in het pregnant karakteriseren van schrijvers en hun werken en in het analyseren van met name gedichten. Dat ging hem met een jaloersmakend gemak af, met een fantastisch gevoel voor overzicht en in een wervelende flow van voordragen die iedereen aan zijn lippen deed hangen.
Ik heb veel colleges bij hem gevolgd en ik kon in 1996 als een van de laatsten bij hem afstuderen. Kort na zijn dood werd duidelijk dat een door mij uitgegeven boek het laatste was waarin hij had gelezen de avond dat hij overleed, de briefwisseling tussen Willem Kloos en Albert Verwey, ‘Van de liefde die vriendschap heet’. Het boek lag open op pagina 20. Toen ik dit liet weten aan een van de bezorgers ervan, Rob van de Schoor, reageerde die met een welhaast Engelse gevatheid die ongetwijfeld ook aan Kees Fens zelf een glimlach (Fens was niet iemand van de schaterlach) zou hebben ontlokt: ‘Ah, zo ver kan je dus komen voor je je dood verveelt.’
Jos Joosten zegt
Over Fens zijn tal van anekdotes te vertellen, waarvan sommigen (zoals bij meer van de hier gepasseerde neerlandici) allicht beter gereserveeerd zouden kunnen worden voor een ‘Wat weten we nog van deze neerlandici’-borrel, waarbij iedereen vooraf verplicht wordt opname-apparatuur en mobiele telefoons in te leveren, zodat het weer wordt wat het moet zijn: mondelinge overlevering.
Eén verhaal over Fens schiet mij terstond te binnen, namelijk zijn opvallende verzuchting tijdens een werkcollege (opvallend, omdat het daar over van alles ging, maar nooit over politiek) dat hij overwoog om voor één keer D66 te zullen gaan stemmen, zodat kandidaat en Volkskrant-criticus Aad Nuis in de Kamer en uit de literatuurkritiek zou gaan.