Door Michiel de Vaan
vermout zn. ‘alcoholische drank’
Nnl. vermouth (1853, Surinaamse courant), zelden gespeld als vermout (1909). Ontleend aan Frans vermouth (1798), dat zelf in de 18e eeuw als dranknaam aan Duits Wermut ‘weermoed; weermoedwijn’ ontleend is, hetzelfde woord als Nl. weermoed. De vermouth is dus een terugontlening van een Germaans woord via het Frans.
weermoed zn. ‘absintplant (artemisia absinthium); bitter kruid’
Mnl. wermoede (1435–1500), wermoide (1477), wermoet (1401-1500). Nnl. wermode (1515), weermoet (1543), wermoedt (1546), wormte (1599), wormmoet ofte wermoet (1648). De plantnaam is in de Nederlandse dialecten door alsem vervangen en nu niet meer terug te vinden.
Verwante vormen: Oudsaksisch wermuth m., uuermoda f. ‘absinth’, Middelnederduits wermode, wermede, wermot; Oudhoogduits wermuot, wermuota, Middelhd. wermuot, wermüete, Mohd. Wermut; Oudengels wormōd, ME wormod, MoE wormwood.
Uit West-Germaans *wermōda- of *wermōdu-. De etymologie is niet met zekerheid te bepalen. De twee meest voor de hand liggende analyses zijn (1) als een zn. *werm- met het vaker voorkomende suffix *-ōd- (als in armoede), of (2) als een samenstelling van een eerste lid *wer- met *mōda- ‘gemoed’. Maar zowel *werm- als *wer- zijn onbekende stammen (*wera- ‘man’ past hier niet). Seebold (in het Etym. Wb. der deutschen Sprache, 2011) vermoedt in *werm- een verband met Keltisch *swerwo- ‘bitter’, wat gezien de smaak van absinth goed denkbaar is. Dat zou twee ongebruikelijke veranderingen inhouden, van *sw- tot *w- en van *-rw- tot *-rm-, tenzij het Westgermaanse woord aan het Keltisch (Gallisch) ontleend was. In dat geval zou *sw- >> *w– de Keltische leniëring van *s- tot *h- kunnen reflecteren, en Keltisch -rw- zou door de Germanen als gelenieerde vorm van *rm opgevat kunnen zijn (vergelijk de verandering van Kelt. rm > rw in Gallisch curmi ‘bier’ > Latijn cervesia). Uiteraard blijft dat een zeer speculatief scenario, dat voornamelijk het gebrek aan een evidente oplossing weergeeft.
Laat een reactie achter