Gegroet, vrienden van de verscheiden neerlandici! Het midden van de maand augustus is een slechte periode voor de neerlandistiek, dus kijkt u maar goed uit. Veel sterfdagen van neerlandici de komende week, van 1826 tot 2016. Klein flitsvraagje: een van hen speelde nog een prominente rol in een onlangs verschenen neerlandistisch proefschrift. Welk proefschrift was dat, en in welk verband werd deze neerlandicus genoemd?
Blijft u echter vooral uw herinneringen en anekdotes opschrijven. Het hoeft niet meteen zo uitgebreid als Peter van Zonneveld afgelopen week deed. Mag wel natuurlijk, maar laat u niet afschrikken: ook de petites histoires worden op prijs gesteld!
zondag | 13-08-2010 | sterfdag | Cornelis de Deugd |
maandag | 14-08-1871 | sterfdag | Philip-Marie Blommaert |
dinsdag | 15-08-1937 | sterfdag | Amaat Joos |
15-08-1970 | sterfdag | Maria Kronenberg | |
woensdag | 16-08-1826 | sterfdag | Lambertus van Bolhuis |
16-08-1882 | geboortedag | Pierre Ritter | |
donderdag | 17-08 | Geen neerlandici geboren of gestorven | |
vrijdag | 18-08-1997 | sterfdag | Henk Wage |
18-08-2016 | sterfdag | Peter Gumbert | |
zaterdag | 19-08 | Geen neerlandici geboren of gestorven |
Erik de Smedt zegt
Omdat Marc Beerens als uitgever van het bij Vantilt verschenen proefschrift ‘Sprekend kritiek’ moeilijk kan antwoorden, doe ik het maar: P.H. Ritter jr. was als literatuurcriticus voor de radio (AVRO) in de jaren dertig natuurlijk een ‘gefundenes Fressen’ voor Jeroen Dera bij zijn onderzoek naar literatuurprogramma’s in de vroege jaren van de Nederlandse radio en televisie.
Peter-Arno Coppen zegt
Dat is goed beantwoord, en ook nog eens met een snelheid die Marc naar de kroon steekt!
Marc Beerens zegt
Kleine aanvulling: het proefschrift van Jeroen is bij Verloren uitgekomen: https://verloren.nl/boeken/2086/275/25351/imprint-literatoren/sprekend-kritiek
Enigszins gemakzuchtig – maar ik wil zo nog wat schrijven over Asselbergs – herhaal ik de anekdote van verleden jaar van Ritter die verslag doet van de herbegrafenis van Jacques Perk, waarbij hij – in de ogen van moeder Perk wel bijna de reïncarnatie van haar jonggestorven zoon – aanwezig mocht zijn. ‘De dodenschrijn gaf zijn geheimenis prijs. Een ijl geraamte, in povere weefsels gewonden, tot strengen van verkleurde draden vergaan, lag weerloos onder de open hemel. Alleen de blonde baard was vol en uitgegroeid en golfde nog onbesmet over het tenger skelet. “Die blonde baard!” riep de oude [vader] Perk opeens, en hij wendde zich af en steeg ijlings in het rijtuig terug. Een kreet van zo nameloze smart heb ik sedert nooit meer van enig sterveling gehoord.’
Op citaten.net staan enkele aforistische wijsheden van Ritter weergegeven: https://citaten.net/zoeken/citaten_van-p.h._ritter_jr.html
Jenny Mateboer zegt
Begin jaren ’80 volgde ik een bijvak paleografie bij Peter Gumbert. Eén middag per week reisden we met een paar a.s. medioneerlandici van Utrecht naar Leiden. In mijn herinnering was dat op vrijdag, in ieder geval aan het einde van de week. Wippend op zijn stoel probeerde Gumbert zijn enthousiasme over allerlei kriebels, haaltjes en streepjes op zijn toehoorders over te brengen. Sommigen raakten zo bevlogen dat ze nog jaren met Gumbert in een codicologisch kringetje in allerlei bibliotheken op onderzoek gingen, en talloze beschrijvingen van handschriften maakten. Interessant vond ik het wel! Maar helaas, als in de tweede helft van het college de zware gordijnen dicht gingen en de diaprojector aan, had ik de grootste moeite om wakker te blijven. Ondanks Gumberts aanstekelijke elan. Maar wat een erudiete en vriendelijke man.