Door Yves T’Sjoen
De media hebben de voorbije maanden uitgebreid bericht over de tweehonderdste verjaardag van de universiteiten van Gent en Luik. In het najaar van 1817, ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder het gezag van koning Willem I, ging in een beperkte bezetting met naar verluidt zestien professoren en 190 studenten aan de Gentse universiteit het eerste academiejaar van start. Als deel van de taalpolitiek van de Nederlandse vorst, bekend als “neerlandisatie”, is in Gent, Luik en Leuven de leerstoel Nederduitsche letterkunde en welsprekendheid opgericht. De eerste professor welsprekendheid, tegen wil en dank promotor van het Nederlands in Gent, was de Amsterdamse predikant J.M. Schrant. Nadat hij het rectorschap weigerde, is de Nederlandse arts Jean-Charles van Rotterdam aangesteld. Het is bekend dat in de tijd van Schrant in Vlaanderen nauwelijks Nederlands werd gesproken en het Latijn fungeerde als academische onderwijstaal aan de pas opgerichte Vlaamse universiteiten en in Leuven. De bekende dichter Johannes Kinker was overigens in Luik aangesteld voor hetzelfde vak. Op Community Day 2017, de officiële start van velerlei herdenkingsmomenten, presenteert historica Gita Deneckere haar lang verwachte boek Uit de ivoren toren. 200 jaar Universiteit Gent, waarin de oprichtingsgeschiedenis gedetailleerd beschreven staat.
Feestdag
Bij die gelegenheid stellen de vier stichtende faculteiten (Letteren en Wijsbegeerte, Rechtsgeleerdheid, Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Wetenschappen) een feestprogramma voor. Door het universiteitsbestuur is een Strategische Stuurgroep samengesteld onder het curatorschap van Rik van de Walle en Lieve Bracke.
De faculteit Letteren en Wijsbegeerte richtte aan het begin van vorig academiejaar een werkgroep op die een reeks activiteiten plant, te beginnen op zondag 8 oktober. Gaande van een expositie over ‘Stoute Boeken’ en de tentoonstelling ‘Tussen Blok en Blad. 200 jaar Studententijdschriften’. Personeel en studenten(-stagiairs) zijn van meet af aan bij de initiatieven betrokken. In de faculteitsbibliotheek zijn op de stichtingsdag meertalige voorleessessies gepland, met zelfs een “boekendokter” die voor hulpbehoevende lezers diagnoses stelt en leesremedies voorschrijft. Er is daarnaast bijvoorbeeld een concreet plan om in gangen van de Campus Boekentoren (Blandijn) versregels op de muren aan te brengen die de passant, bij welke geesteswetenschappelijke opleiding de voorbijganger ook betrokken is, inspireert en weet te prikkelen. Op zondagnamiddag 8 oktober bijt de slagerszoon met het brilletje Tom Lanoye, oud-student Germaanse filologie, de spits af van een voordrachtenreeks met literaire alumni.
Opzet van de lezingencarrousel is literaire auteurs in hun hoedanigheid van oud-student weer uit te nodigen naar de faculteit waar zij een opleiding volgden en hen te laten reflecteren over de studietijd, over de rol van de universiteit in een maatschappelijke context, en te laten voorlezen uit het literaire oeuvre. Daarin komen soms referenties voor aan de studieperiode, zoals in vroege publicaties van Brusselmans en Lanoye. Professor-emeritus Anne Marie Musschoot stelde in 1991 in opdracht van de alumnikring Bond van Gentse Germanisten en het periodiek Spieghel Historiael een bijzonder lezenswaardige bloemlezing samen met literaire tekstfragmenten van oud-studenten, van Anton Bergmanns Ernest Staas, advocaat (1874) en de dichter Julius Vuylsteke tot Lieven Tavernier en Tom Lanoye, die in persoonlijke notities terugblikken op of in hun verhalen en romans verwijzen naar studiejaren in Gent.
Literaire schrijvers op de universiteitsbanken
De rol van de schrijver, van kunst en cultuur aan een universiteit is niet gering. Literaire teksten zijn er niet enkel voor het esthetisch vermaak van de lezer. Ze dragen bij tot andere perspectieven, inzichten en gedachten, dagen uit en voeden de verbeelding. Het avondprogramma met professoren en docenten die praten over hun favoriete literatuur, Belezen Wetenschappers, toont dit al twee seizoenen op overtuigende wijze aan. Het is naar mijn oordeel een van de opdrachten van de universitaire gemeenschap actuele literatuur en kunst een platform voor beleving en kritische reflectie te bieden. Niet alleen als onderzoeksobject maar tegelijk als levende contemporaine kunstuiting. De viering van tweehonderd jaar universiteit richt zich niet alleen op de verworvenheden van het wetenschappelijk onderzoek, maar dus ook op een Gents hoofdstuk in de literaire historiografie. Nogal wat schrijvers, oud-studenten van de alma mater, drukken hun stempel op de hedendaagse Nederlandstalige literatuur. Germanisten, romanisten, slavisten, historici en filosofen, allen met als gemeenschappelijk statuut gandavensis, zijn de volgende maanden terug in de faculteit. De namenlijst is indrukwekkend: Inge Braeckman, Herman Brusselmans, Johan De Boose, Heleen Debruyne, Ann De Craemer, Caroline De Mulder, Stefan Hertmans, Pol Hoste, Tom Lanoye, Els Moors, Erwin Mortier, Filip Rogiers, Jeroen Theunissen, Charlotte Van den Broeck, Tom Van de Voorde, Miriam Van hee, Guido Van Heulendonk, Annelies Verbeke en Sofie Verdoodt. Het is een select gezelschap en niet eens een volledig overzicht van literaire schrijvers die in Gent tussen pakweg de jaren zeventig en gisteren student waren.
Studenten voeren de regie
De plejade van in dit geval negentien schrijvers is gevraagd, in de geest van Schrant en dus op welsprekende wijze, in gesprek te gaan en in een regie die door hedendaagse studenten wordt gevoerd. Naast de alumnivereniging Bond van Gentse Germanisten is de studentenvereniging Filologica nauw betrokken bij de praktische organisatie van de optredens. Met studenten lezen we vooraf teksten van de respectieve schrijvers, werkgroepen bereiden de interviews voor en enkele toonvaste studenten gaan op het podium in discussie. De voordrachtenreeks maakt deel uit van de Permanente vorming letterkunde die sinds enkele jaren bestaat in de faculteit. Voor het eerst werken beide platforms historische en hedendaagse literatuur collegiaal samen om het jubeljaar nog meer luister te geven.
De maandelijkse voordrachten zijn voor studenten, personeel en andere belangstellenden gratis toegankelijk. Het programma dat het hele academiejaar 2017-2018 in beslag neemt, kan hier worden bekeken. Wie meer wil vernemen over de geschiedenis van facultaire opleidingen door de leesbril van jonge en oudere schrijvers, soms jaargenoten van wie deze tekst leest, is komend academiejaar van harte uitgenodigd in het faculteitsgebouw op de Blandijn.
DirkJan zegt
Ik lees hier over het langverwachte boek ‘Uit de ivoren toren. 200 jaar Universiteit Gent.’ In Nederland sprak vandaag de (bekende) hoogleraar Robbert Dijkgraaf tijdens de opening van het academisch jaar bij de Universiteit van Amsterdam na het noemen van de bedreigingen van de wetenschap: “We moeten daarbij niet bang zijn ivoren torens te bouwen. Het mooie van een toren is namelijk dat je verder kunt kijken en eerder een betere toekomst of een dreigend gevaar ziet aankomen.”
Roland Fagel zegt
Schrant rijmt weliswaar op predikant, maar hij was rooms-katholiek priester, hij kwam niet uit Amsterdam naar Gent maar uit het landelijke Bovenkarspel, hij doceerde niet ’tegen wil en dank’ maar blakend van enthousiasme (volgens Paul Fredericq was hij in de beginjaren van de universiteit de meest geliefde docent en een kampioen van het Nederlands) en hij vervulde het rectoraat in het jaar 1820-1821.