Door Marc van Oostendorp
Nederlanders zeggen graag ja. Niet alleen om iets te bevestigen (”Heb jij dat gedaan?’ ‘Ja’) of te aanvaarden (‘Je bent een idioot’, ‘Ja’), maar ook om het gesprek eindeloos op gang te houden. Een paar jaar geleden tekende ik voor Onze Taal een gesprek op uit het programma Boer zoekt vrouw, waarin drie mensen bijna alleen maar ja zeggen tegen elkaar en daarbij een panorama aan emoties.
In dat gesprek worden allerlei emoties onder woorden gebracht. En toch, is het woord ja alleen ons kennelijk niet genoeg. Gelukkig hebben we ook nog Yes!
Yes! #RadnaDiels heeft getekend voor haar poëziedebuut: voorjaar 2018 te koop! Gefeliciteerd Radna! #poezie #dichter pic.twitter.com/ycRSqgRTje
— De Arbeiderspers (@arbeiderspers) 21 augustus 2017
Let wel, ik geloof dat Yes! alleen in bepaalde contexten gebruikt wordt in het Nederlands: veel minder bijvoorbeeld voor een simpele bevestiging.
Heb jij dat gedaan.
Yes.
Zo’n dialoogje klinkt vrijwel automatisch alsof de aangesprokene trots is op wat hij gedaan heeft, niet alsof hij dat schuldbewust toegeeft. Omgekeerd kun je je de tweet van De Arbeiderspers nauwelijks voorstellen met een Ja! in plaats van Yes! Het zou iets anders betekenen, minder modern en grootstedelijk natuurlijk (hoewel ik ook genoeg vijftigers ken die Yes! roepen in zo’n geval), maar vooral ook: minder als een overwinning.
Want dat is wat Yes! geloof ik in het moderne Nederlands betekent: er is iets gebeurd waar ik blij of trots op ben. Voor de gewone dagelijkse conversatie hebben we ja en karnemelk, voor bijzondere, feestelijke gelegenheden yes en rode wijn. Het is waarschijnlijk geen toeval dat de ‘Engelse’ vorm dan precies gebruikt wordt bij heftige emoties: in zo’n geval een vreemde taal gebruiken is in ieder geval in eerste instantie een vorm van afstand creëren, het is iets minder echt als je het niet in je moedertaal zegt. (Zoals je, elders op de ladder van emoties, ook liever shit en fuck zegt.)
De Limburgse taaljournalist Gaston Dorren vertelde me overigens dat hij in het Limburgs ook zoiets voelt: als je neutraal wilt bevestigen zeg je jao, voor enthousiasme gebruik je ja. Of yes, natuurlijk.
Ton van der Wouden zegt
Er is een aantal vaste uitdrukkingen of idiomen of constructies waarin de een wel kan en de ander niet:
reken maar van yes/*ja
wil je nou met me trouwen, ja of nee/*yes of nee
*yes nee maar dan kan ik niet/ja nee maar dan kan ik niet
Maggy R zegt
“Reken maar van Jetje.” ken ik, evenals “reken maar van wel”. Reken maar van yes of ja ken ik niet.
Peter-Arno Coppen zegt
Het komt anders al voor in de boeken van J.B. Schuil over de A.F.C-ers en de Katjangs.
Lucas zegt
Wat betreft dat ‘ja’; In Onze Taal noem je het altijd bevestiging, maar in veel van de genoemde situaties is dat een vrij rare analyse wmb. Het doet dan iets als “tekenen voor ontvangst” om het zo maar te noemen. Sterker nog, ik vermoed dat bevestiging in de minderheid van de gevallen gebeurt, als ik zo kijk naar hoe mensen het in gesprekken gebruiken.
Yes kan overigens ook hele andere dingen doen dan trots. Ik zie het bijvoorbeeld nog wel eens in een soort “herbevestiging”, als een gespreksactiviteit of gesprek op zijn einde loopt. Je geeft een reactie waar een reactie nodig is, maar je draagt niet bij aan ontwikkeling van een verder gesprek (ik heb hier niet systematisch naar gekeken). Een paar voorbeeldjes:
A: Mooi. Goed, dan gaan we dat doen.
B: Yes.
A: Nah, greetings maar weer.
B: Yes.
A: Oh lekker makkelijk.
B: Yes.
Dat afsluitende blijkt goed in situaties waar zelfs geen reactie gevraagd wordt:
A: Naja maar moet je wel even van te voren laten weten.
M: Ja dat doe ik dan. Dat komt goed. (stilte) yes.
Kortom, “yes” lijkt ook zo’n beetje het tegenovergestelde van enthousiasme te kunnen doen. Hoe dit precies anders is dan “ja” op dergelijke momenten durf ik niet te zeggen; nogmaals, geen systematisch onderzoek naar gedaan.
Wouter van der Land zegt
Er is meen ik een groot verschil tussen ‘Yes!’ en ‘yes’.
‘Yes!’ is met een specifieke intonatie ontleend aan het Amerikaans Engels en is een variant van ‘hoera’. Deze vorm is ook al hard op weg om exclusief schrijftaal te worden.
‘yes’ is gewoon het Engelse equivalent van ‘ja’.
‘Shit’ en ‘fuck’ hebben iets dubbels. Aan de ene kant zijn ze eufemistisch door de afstand van de vreemde taal, maar tegelijk vergroten ze juist uit door de inheid van het Engels. Aan de vergadertafel zeg je ‘shit’, waar je normaal ’tering’ oid zou zeggen, maar evengoed komt de boodschap hard aan.
Willem van Doorn zegt
Ik luister al een aantal jaren in andere talen naar antwoorden die vergelijkbaar zijn met het Nederlandse “Ja nee…” (Zie ook hierboven een voorbeeld) dat je regelmatig in interviews hoort aan het begin van een antwoord op een vraag terwijl men de volle mening tracht te formuleren en waarbij het “nee” vaak op verschillende manieren wordt beklemtoond. Het lijkt mij een echt Nerderlands fenomeen dat ik niet in het Spaans, Italiaans of Engels hen gehoord. In het Duits is er misschien “Ja doch…”.
Is deze uitdrukking wel eens onderzocht?
Peter-Arno Coppen zegt
Bij het Nederlandse ‘ja nee’ denk ik meteen aan het Britse typetje Vicky Pollard met haar ‘Yeah but no but yeah but..”
Peter-Arno Coppen zegt
Zie dit filmpje
Willem van Doorn zegt
Hoi Peter, Brilliant!
In The Vicar of Dibley zet Jim Trott ook een typetje neer met “No, no, no”. https://www.youtube.com/watch?v=3Z0QUygjr2w En in een latere episode blijkt zijn vrouw het tegendeel te doen, maar het is niet hetzelfde fenomeen. In ons geval beginnen wij, gewone Nederlanders uit alle delen van het land en alle sociale lagen, ons antwoord op een gewone vraag met “Ja nee ….” waarschijnlijk terwijl we het juiste antwoord formuleren.