Door Heleen Kleiboer
Laatst las ik een artikel met de titel Kan ik dierlijke eiwitten ook vervangen met plantaardige?. Na even googelen vond ik ook een ouder artikel met dezelfde voorzetselcombinatie in de titel, die luidde Deze app vervangt dagdagelijkse woorden in je sms’en met geleerde termen. Volgens Van Dale en de Taalunie is vervangen met echter niet de juiste combinatie van werkwoord en voorzetsel: het zou vervangen door moeten zijn. Waarschijnlijk is het gebruik van het voorzetsel met hier een letterlijke vertaling van het Engelse to replace with.
Ik vind deze ‘Engelse voorzetsels’ in het Nederlands een heel interessant fenomeen, onder andere omdat vaak gezegd wordt dat grammaticale woorden zoals voorzetsels niet snel ontleend worden uit een andere taal. Hier volgt nog een aantal andere voorbeelden waar het Engels mogelijk invloed heeft uitgeoefend op het voorzetselgebruik:
- Beginnen van, van to start from (“we beginnen vandaag van hoofdstuk drie”)
- Complimenteren op of een compliment op, van (to) compliment on (“ik kreeg gisteren een compliment op mijn nieuwe schoenen”)
- Eerlijk zijn met, van to be honest with (“we moeten eerlijk met hem zijn”)
- Bang zijn van, van to be afraid of (“ik ben bang van spinnen”)
- Geobsedeerd zijn met of een obsessie met, van to be obsessed with of an obsession with (“hij is geobsedeerd met deze boekenreeks”)
- Mensen over hebben, van to have people over (“ik heb wat vrienden over vanavond”)
- Over WhatsApp, van over WhatsApp (“ik vraag het haar wel even over WhatsApp”)
- Komen/zijn van, van to come/be from (“ik kom van Overijssel, ik ben geboren in Zwolle”)
Ik zou dit fenomeen graag verder onderzoeken voor mijn bachelorwerkstuk, maar om dat te doen heb ik meer van deze ‘Engelse’ voorzetsels in het Nederlands nodig! Als u meer voorbeelden van dit verschijnsel kent (bij voorzetsels), dan graag een reactie onder dit bericht of een e-mail naar heleenkleiboer@gmail.com.
Marcel Plaatsman zegt
Zeker interessante materie! Ik zal ‘ns opletten.
Je hoort inderdaad nogal ‘ns zeggen dat voorzetsels niet gauw ontleend worden, maar de praktijk laat zien dat het volop gebeurt. Wie Brusselse familie of vrienden heeft kent vast wel het overmatig gebruik van “aan” in hun taalgebruik, onder invloed van het Frans. Nu zijn dat wel mensen die beide talen veel gebruiken (dus zoals dat voor veel anderen voor het Engels geldt), maar ook elders in Vlaanderen hoor je Franse leenvertalingen nog volop, zoals “zich verwachten aan”. Overigens is “ergens van zijn” heel algemeen in Vlaanderen (“ik ben van Mechelen”), wat dus ook een gallicisme kan zijn (“je suis de Malines”), maar ook een oudere regionale variant van het Nederlands.
In z’n algemeenheid durf ik de stelling wel aan dat álles ontleend kan worden, en dat iedere keer als er gezegd wordt dat een taalverschijnsel toch níet ontleend zou kunnen worden, dat al in de een of andere taal ontleend is (en niet zelden in grenstalen als Vlaams, Luxemburgs, Zwitserduits, Tsjechisch… maar ook Fries, dat volop van het Nederlands leent).
Maggy zegt
Ik krijg de indruk dat steeds vaker schilderijen op ipv aan de muur hangen, maar dat verdient nader onderzoek. Zijn van en komen van zijn combinaties die in 17e en 18e eeuwse DTB boeken veel voorkomen (Jan Jansz van Haarlem trouwt Maria Miesdr van Hoorn).
Nynke zegt
Ik denk dat het goed zou zijn om te onderzoeken of deze voorzetsels inderdaad allemaal nieuw zijn in het Nederlands; van ‘bang zijn van’ vraag ik me bijvoorbeeld af of dat niet al heel lang voorkomt in het Vlaams (omdat het daar voor mijn gevoel erg frequent voorkomt).
Marcel Plaatsman zegt
Ook in Nederland is dat heel algemeen, “bang van”. Ook het in betekenis gelijkende “vrees” ging al met een genitief (“vreze Gods”), dus dat zich daaruit een constructie met “van” heeft ontwikkeld vind ik niet zo raar. Het zal dus goed oorspronkelijk kunnen zijn.
Wouter van Wingerden zegt
Ik zou dit ook niet als anglicisme bestempelen. In een zin als ‘Ik word er bang van!’ is ‘voor’ niet eens mogelijk.
Laura Jacobs zegt
Dat heeft voor mij wel een andere interpretatie, namelijk ‘dat veroorzaakt dat ik bang word’ (vergelijk ‘daar krijg ik honger van’).
Henk zegt
In die Poplack-achtige ontleningsschalen gaat het om lexicale ontleningen. Daar heb je maar weinig voorbeelden van in het Nederlands. ‘Vis-à-vis’ en ‘à’ zijn een paar van zulke gevallen. De leenvertalingen van idiomatische verbindingen zijn lang niet zo ongewoon.
Lang niet alle gevallen die je noemt, hebben een Engelse oorsprong. In elk geval ‘bang zijn van’ en ‘komen/zijn van’ vind je in grote hoeveelheden in ouder en regionaal gekleurd Nederlands. Ook voor de andere gevallen zou ik niet voetstoots een Engelse invloed aannemen.
msvandermeulen zegt
Ik sluit me hier bij aan. Dat er interessante variatie is, dat lijkt me het geval. Maar of dat door het Engels komt, dat lijkt me een hypothese, maar zeker geen vaststaand feit. ‘Bang van’ bijvoorbeeld is een oude vorm die ook wel als gallicisme is afgekeurd (zie onderstaande link). Sowieso: het feit dat iets voorkomt in een buurtaal betekent zeker niet dat het voorkomen van die vorm in onze taal een gevolg is van invloed van die taal op de onze.
https://onzetaal.nl/taaladvies/bang-van-bang-voor-onweer/
Frans zegt
Marcel Plaatsman zegt
Bij eilanden is “van” inderdaad ook in de standaardtaal het gewone voorzetsel. Texelaars zelf moeten zich er dan weer rekenschap van geven dat iemand “van” Oost komt, want je woont ook “op” Oost (als telg van ’n Ooster geslacht til ik hier zwaar aan :p ). Maar goed, dan gaat het dus om de verhouding op-van. Dat “van” in ouder Nederlands (en nog in regionaal Nederlands) sowieso ’n algemenere betekenis had zou ook kunnen blijken uit ’n woord als “vandaan”. Ik ben zelf geneigd te denken dat “van”, nadat de genitief verloren ging, verengd is tot de bezitsbetekenis, en z’n bredere betekenis verloor. Ik heb “Ik kom van Mechelen” dan ook altijd als een archaïsme opgevat.
Frans zegt
Ach ja, en in Antwerpen heb ik op ’t Zuid gewoond, terwijl er op Rotterdam-Zuid enkel geheid wordt. Maar in havensteden als Rotterdam en Antwerpen is een vermeende Engelse invloed a priori minder vergezocht dan in Overijssel. Mijn grootvader had bv. een sjambeloer, een chamber robe. Volgens Google en Delpher is dat woord nog nooit eerder geattesteerd, dus bij dezen. Misschien spel ik het verkeerd.
DirkJan zegt
Laat ik over ‘sjambeloer’ volstaan met het citeren van mijn Van Dale 14:
sjamberloek
de (m.); -s
(1693) <verouderd Du. chambrelouquen (mv.), via een Slavische taal geleend <Turks yagmurluk (regenjas)
kamerjapon voor heren, wijde huisjas met ceintuur
Frans zegt
Ach, dat staat ook gewoon in mijn woordenboeken. De oudere Van Dale cd-roms en de Cd-rom Middelnederlands hadden het wat dat betreft beter voor elkaar qua UX dan die websites van tegenwoordig, want dan had ik dat nooit over het hoofd gezien.
meikeklaassens zegt
Vrouwen over 40… in een reclame voor vrouwen boven de 40. Ik weet niet precies meer voor welk product, dacht shampoo.