Door Lucas Seuren
Het zit Kajsa Ollongren niet mee: ze is net drie weken minister en krijgt nu al voor de tweede keer te horen dat ze niet in het kabinet thuishoort. Sterker nog, ze zou volgens PVV-kamerlid Bosma zelfs geen vrij burger mogen zijn, maar in de gevangenis moeten zitten omdat ze plannen zou hebben om Amsterdam af te scheiden van het Koninkrijk der Nederlanden. Tijdens een nieuwjaarsreceptie voor D66 stelde Ollongren dat de oprichting van de Republiek Amsterdam nog nooit zo dichtbij is geweest, en onder artikel 93 staat op dergelijke plannen een gevangenisstraf van ten minste 30 jaar.
Het filmpje met de uitspraak van Ollongren is eenvoudig te vinden op internet, dus dat ze gesproken heeft over de Republiek Amsterdam staat niet ter discussie. De verdediging die door Kees Verhoeven, kamerlid namens D66, werd aangevoerd was dat Ollongren het niet zo bedoelde. Ze had slechts duidelijk willen maken dat D66 niet mee zal werken aan de plannen van de PVV om bevolkingsgroepen uit te sluiten van de samenleving.
De kwestie toont wat gelijkenissen met de rechtszaak over de minder-Marokkanen-uitspraak van Geert Wilders tijdens een overwinningsspeech in 2014. Ook toen ging het feitelijk om een enkel zinnetje in een langere speech waarvan beoordeeld moest worden of Wilders daar een vraag stelde of dat hij zich schuldig maakte aan groepsbelediging een aanzetten tot discriminatie. De vraag is dan, zou een rechtszaak tegen Ollongren om deze uitspraak, net als bij die van Wilders, een kans van slagen hebben, of is het zoals Bosma zelf ook al zegt gedoemd?
Intenties
Net als met Wilders hebben we hier ook te maken met een interessant talig probleem: wat kunnen we zeggen over de intenties van een spreker op basis van zijn of haar taalgebruik, met andere woorden, hoe moet de ontvanger van een boodschap weten wat de zender bedoelt? Is iemand die zegt dat hij zorg gaat dragen voor minder Marokkanen schuldig aan groepsbelediging, of stelt hij slechts een politieke kwestie ter discussie? Wil iemand die stelt dat de Republiek Amsterdam dichtbij is daadwerkelijk Amsterdam afscheiden van het Koninkrijk of is het slechts retoriek om duidelijk te maken dat de standpunten van een andere partij niet aansluiten bij die van de stad Amsterdam? En voor wie meer voorbeelden wil: wil iemand die regelmatig zegt een muur te gaan bouwen op de grens van de VS met Mexico voornemens een fysieke muur te bouwen, of slechts de grensbewaking te verbeteren?
Dit is een probleem dat zeker niet beperkt is tot dit soort politieke uitspraken. We worden er non-stop mee geconfronteerd bij elke vorm van interactie. Je ogen, oren, of vingers zetten licht, geluid, of reliëf om in signalen die je vervolgens interpreteert als (talige) communicatie, maar je weet daarmee nog niet wat de zender met die signalen wilde bereiken. Mensen zijn geen telepaten en we moeten dus op basis van die signalen afleiden wat de intenties zijn van de spreker of schrijver.
Co(n)text
Gelukkig zijn mensen fantastische interpretatiemachines; we leren de conventies die onderdeel zijn van de taal, en kunnen daardoor op basis van co- en context veelal vrij goed afleiden wat een zender met een boodschap hoopt te bereiken.
In de Marokkanenkwestie stelde het Openbaar Ministerie dat uit de context, namelijk de rest van de speech, bleek dat van een vraag geen sprake kon zijn. De “vraag” was namelijk onderdeel van een zogenaamde drieslag—PVV-stemmers wilde ook minder Europa en minder PvdA—en bovendien stelde Wilders nadat zijn toehoorders luidkeels ja hadden geroepen, dat hij dat zou gaan regelen.
Actie en reactie
Op dezelfde manier kunnen we kijken naar de uitspraak van Ollongren en net als bij Wilders zijn er twee dingen waar we op kunnen letten: (1) de rest van de speech en (2) de opvolgende reactie van publiek en spreker zelf.
Ten eerste is dat te zien aan de rest van haar speech. Deze duurt ongeveer zes minuten, waarbij ze veel tijd besteedt aan de plannen van de PVV voor de dan nog opkomende Tweede Kamerverkiezingen. Ze legt daarbij continu een contrast tussen wat de PVV wil en de waarden van Amsterdam. Direct na haar zin over de Republiek Amsterdam stelt ze ook dat wat Wilders ook wil doen, Amsterdam zal geen moslims uitsluiten, niet stoppen met de humane opvang van vluchtelingen, of kapotmaken wat kunstenaars hebben opgebouwd. Ze wil bepaalde plannen dus niet uitvoeren, maar dat is wat anders dan gelijk maar een nieuwe “politiek correcte heilstaat” oprichten, om de woorden van Bosma te gebruiken.
Ten tweede kunnen we kijken naar hoe haar uitspraak begrepen wordt door haar publiek. Bij de speech van Wilders werd hij toegejuicht; men zag zijn uitspraak duidelijk als een toezegging om zorg te dragen voor minder Marokkanen. Bij Ollongren is dat anders: het publiek reageert lachend. Men vat de opmerking dus niet serieus op, maar als een grapje. Ter contrast, bij andere plannen juicht en klapt de D66-aanhang enthousiast, dus het publiek maakt een onderscheid tussen serieuze plannen en een ludieke opmerking.
Grapje
Het lijkt er dus op dat Bosma gelijk had: als hij daadwerkelijk naar de politie zou stappen, zou dat weinig kans van slagen hebben. Maar niet om de reden die hij aandraagt, namelijk dat het proces tegen Wilders politiek is. Hoe misplaatst de uitspraak van Ollongren wel of niet is, uit de context valt op te maken dat ze waarschijnlijk nooit voornemens was om Amsterdam af te scheiden van Nederland. En (gebrek aan) humor valt gelukkig nog altijd onder de vrijheid van meningsuiting.
Wouter van der Land zegt
Ik heb het filmpje van WIlders even teruggekeken op YouTube. Er staat een soort applausdirigent naast hem en dat maakt dat je dit toch ook met een korrel zout moet nemen, ook al is het een duidelijke en grove toespeling op Goebbels. Als je dit elke dag doet is het al snel strafbare opruiïng, maar daar is geen sprake van. Het is een soort lockerroomtalk.
Over Bosma: hij zal het off-camera met u eens zijn dat het geval Ollongren anders is. Zijn speech was denk ik een soort cabaret, bedoeld om twijfel te zaaien over de geloofwaardigheid van de minister. Daar slaagde hij aardig in, want ik zag clips ervan voorbijkomen op social media.
Er is een nieuw soort politiek ontstaan waar argumenten er feitelijk niet meer toe doen, vergelijk ook Ruttes ‘bij de VVD staat de hypotheekrenteaftrek als een huis’. Het gaat om symbolische retoriek; je zegt iets wat je kiezers willen horen, maar het doet er niet zoveel toe of je het allemaal waarmaakt, afgezien van opnieuw symbolen zoals meer asfalt en 130 rijden. De kiezer weet dit inmiddels ook drommels goed en de rechters zouden daarin tot op zeker hoogte moeten volgen. Anders is het inderdaad een politiek proces.
Lucas zegt
Daar zit zeker veel in. Last Week Tonight had vorige week nog een aardig item over Trumps bewering dat Obama zijn telefoon had laten tappen in verkiezingstijd, wat volledig lege retoriek bleek: zodra hij ernaar werd gevraagd gaf hij niet thuis.
Nu weten we als kiezer natuurlijk al jaren dat een verkiezingsprogramma niet meer is dan ambitie; compromissen maken het onmogelijk om een groot deel uit te voeren. Het wordt eng als die uitgesproken of uitgeschreven ambities helemaal geen ambities zijn; als politici de kiezer gewoon naar de mond praten, niet alleen omdat ze het niet kunnen waarmaken, maar ook helemaal niet van plan zijn om waar te maken.
Als dat laatste de nieuwe standaard is, hoe moet je als kiezer dan een onderscheid maken tussen een oprechte verkiezingsbelofte (waarbij een belofte dus nog wel onderhevig is aan compromissen) en holle retoriek? Als taal en gebruikscontext geen uitkomst meer bieden, wat hebben we dan nog over?
Wouter van der Land zegt
@Lucas, zo eng is het al. De VVD heeft indertijd de hypotheekrente direct op de onderhandelingstafel aangeboden als ruilgoed en Jan-Kees de Jager van het CDA meende er niets van toen hij zei dat we de Griekse lening met rente terug zouden krijgen. Maar beide partijen regeren weer. Het gevolg is evengoed merkbaar, er bestaan geen grote partijen meer. Een te verwachten oplossing is om de kiesdrempel tge verhogen, zodat partijen weer groeien en zich in hun retoriek een hoger abstractieniveau kunnen aanmeten (‘eerlijk delen’, ‘voor de hardwerkende mensen’, ‘GELOOF in de toekomst’). Beter is het denk ik om het referendum een nieuwe kans en een nieuwe vorm te geven. Ook D66 heeft zich daar gelukkig alweer voor uitgesproken! Wat zou het mooi zijn als er een vorm gevonden wordt waarin politici serieus de boer op moeten bij sommige ingrijpende beslissingen. Er zal dan echt een dialoog met de kiezer ontstaan, i.p.v het schaamteloze ‘stemt u nee dan gaat het licht uit’. Dan zullen politici dus weer echt moeten spreken.
andreengels zegt
Er zijn natuurljk ook andere redenen dat Ollongrens uitspraak niet strafbaar is: Artikel 93 spreekt over ‘De aanslag ondernomen met het oogmerk om het Rijk geheel of gedeeltelijk onder vreemde heerschappij te brengen of om een deel daarvan af te scheiden’. Het is niet voldoende dat Ollongren zegt dat ze Amsterdam wil afscheiden, is dat niet strafbaar, pas als ze dat daadwerkelijk probeert te doen. Er is ook een strafbaarheid van voorbereiding voor ernstige misdrijven, maar daarvoor is pas sprake “wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft”. De opmerking van Ollongren vormt geen reden om aan te nemen dat zij enig van deze zaken gedaan heeft.
Lucas zegt
Ah, ik begreep het zo dat het strafbaar was zodra je het voornemen tot afscheiding bekendmaakt. Maar mijn kennis van juridisch taalgebruik is dan ook zeer beperkt.