Door Roland de Bonth
Schrijven is schrappen. Maar voordat je kunt schrappen, moet je eerst hebben leren schrijven. Het aanleren van een goede schrijfvaardigheid is een langdurig proces. Leerlingen krijgen dat niet onder de knie door uitsluitend invullesjes te maken – ‘’vul het juiste verwijswoord in’’ – en door te oefenen met het schrijven van losse zinnen – ‘’maak met de volgende woorden een grammaticaal correcte zin’’. De aandacht richten op een bepaald onderdeel van een tekst – de inleiding of het slot bijvoorbeeld – zet al meer zoden aan de dijk, maar echt betekenisvol wordt het vooral als leerlingen de opdracht krijgen om een volledige tekst te schrijven.
Daarbij is het belangrijk dat in de opdracht het communicatieve aspect niet uit het oog wordt verloren. Leerlingen moeten voorafgaand aan en tijdens het schrijfproces zowel het doel – overtuigen, beschouwen, informeren, activeren of amuseren – als het publiek – leeftijdsgenoten, volwassenen – van hun tekst voor ogen houden. Als ze zich hiervan bewust worden, zijn ze beter in staat hun woordkeus en zinsbouw daarop af te stemmen. En hierdoor is de kans groter dat de boodschap die zij als zender uitsturen door de ontvanger op de juiste wijze wordt geïnterpreteerd.
Om ervoor te zorgen dat leerlingen gemotiveerd(er) zijn om een tekst te schrijven is het de taak van een leraar om de schrijfopdrachten zodanig te formuleren dat deze in een betekenisvolle context worden geplaatst. Meestal wordt hiermee bedoeld dat de opdrachten aan moeten sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen of dat zij de belangstelling wekken van leerlingen.
Een mooi voorbeeld daarvan is de formatieve lessenserie die Gerdineke van Silfhout in samenwerking met docenten van het Sint-Joriscollege Eindhoven heeft ontwikkeld. Het lesmateriaal is hier te vinden. In een vijftal lessen leerden de leerlingen een column schrijven die aansluit bij het nieuws en publiceerbaar moest zijn in een regionaal dagblad. Eén leerling zag zijn column geplaatst in het Eindhovens Dagblad. Hij liet daarin duidelijk blijken het oneens te zijn met het besluit van de gemeente om ouderen niet langer de kans te bieden om met korting huishoudelijke hulp in te kopen. Zo krijgt een schrijfopdracht pas écht betekenis.
Betekenisvol is het ook om te schrijven voor een goed doel. Zo wordt door sommige scholen deelgenomen aan de schrijfmarathon die Amnesty International jaarlijks organiseert. De actie van het Nationaal Ouderenfonds om een kerstkaart te sturen naar ouderen die de kerstdagen alleen doorbrengen, is eveneens een voorbeeld van een schrijfopdracht om een betekenisvolle invulling te geven aan de kerstacties die op veel middelbare scholen rond Kerstmis plaatsvinden.
Op een andere mogelijkheid werd ik twee jaar geleden gewezen door een vader van een mentorleerling. Hij vroeg me of hij een keer op school langs kon komen om een toelichting te geven op Sagaam. Als een van de initiatiefnemers van deze website wilde hij polsen of er belangstelling was om met onze leerlingen deel te nemen aan dit project. Het gesprek vond plaats en ik werd enthousiast.
Wat is Sagaam? Sagaam is een in december 2015 gelanceerd online internetplatform, waar bijzondere herinneringen en gebeurtenissen uit iemands leven kunnen worden gedeeld met anderen. Het team van Sagaam bestaat uit mensen die een passie hebben voor geschiedenis, taal en moderne techniek en hun enthousiasme wordt gedeeld door de ambassadeurs van Sagaam: Nelleke Noordervliet, Adriaan van Dis en Rudi Westendorp.
De achterliggende gedachte van Sagaam weerspiegelt zich in het Engelstalige motto: ‘’Words are how we think, Stories are how we link’’. Het draait bij Sagaam om verhalen. Verhalen en gebeurtenissen die worden verteld en niet worden vastgelegd, gaan verloren – verba volant, scripta manent. Door verhalen op te schrijven ontstaat er een groot collectief geheugen met bijzondere én alledaagse gebeurtenissen. Een andere – en in mijn ogen niet onbelangrijke – doelstelling van Sagaam is om de vereenzaming van veel mensen te verminderen, door verhalen van buren, familieleden of (relatief) onbekenden op te schrijven,
Iedereen die een account aanmaakt, kan vervolgens een verhaal schrijven en plaatsen. Dit wordt in een helder vijfstappenplan uiteengezet. Voor sommige mensen zal het geen probleem zijn een gebeurtenis of voorval uit het eigen leven op papier te zetten, andere mensen hebben daar wellicht meer moeite mee. Toch hoeft dat niet te betekenen dat de wetenswaardigheden van die mensen in de vergetelheid raken. Er is een groep vrijwilligers die telefonisch of via e-mail deze mensen helpt om hun verhaal op te schrijven.
De geplaatste verhalen zijn thematisch gerangschikt. Zo zijn er verhalen over liefde, natuur en geschiedenis. Een schrijver kan aan zijn verhaal enkele trefwoorden en een periode toevoegen. Daardoor kunnen lezers die bijvoorbeeld geïnteresseerd zijn in verhalen over de Tweede Wereldoorlog, snel teksten over hun interessegebied vinden.
Sagaam leent zich uitstekend om te gebruiken op school. Er is een apart gedeelte van de website gewijd aan ‘’Sagaam in de klas’’ én er is ook ‘’Een praktische handleiding voor het leerkrachten in het PO & VO’’ te vinden. Daarin zijn projectsuggesties te vinden en tips voor thema’s die leerlingen in een interview met bijvoorbeeld hun opa of oma zouden kunnen bespreken (muziek, Koude Oorlog, moderne techniek, school, spelen). Speciaal voor leerlingen is in die handleiding ‘’Op zoek naar een mooi verhaal’’ opgenomen. Stap voor stap wordt daarin beschreven hoe je een interview moet voorbereiden, afnemen, uitwerken en plaatsen.
Terecht wordt er op gewezen dat een verhaal moet worden gecontroleerd op stijl en spelling. Niets is zo storend voor een lezer om een op zichzelf interessant verhaal te moeten lezen waarin te weinig aandacht is geschonken aan taalverzorging. Een voor de hand liggende tip is het gebruik van de spelling- en grammaticacontrole van een tekstverwerkingsprogramma. De suggestie om de tekst ook door een kritische lezer te laten bekijken is een waardevolle. Natuurlijk kunnen medeleerlingen feedback geven op het werk van hun klasgenoten, maar met name bij leerlingen die nog niet zo bedreven zijn in het schrijven van teksten, kan de leraar Nederlands ondersteuning geven.
Toen ik leerlingen uit de brugklas opdracht had gegeven om voor Sagaam een verhaal van opa of oma op te tekenen, heb ik te kennen gegeven dat een verhaal pas geplaatst mocht worden als we de tekst samen hadden doorgenomen. Dit waren zowel voor mij als voor hen waardevolle gesprekken. Ik kreeg een goed beeld van de schrijfvaardigheid van mijn leerlingen – wat kunnen ze al goed en waar hebben ze nog sturing nodig – en zij kwamen erachter hoe de boodschap die zij uitzonden overkwam bij een volwassen lezer. Samen hebben we zorgvuldig aan de tekst geschaafd, waarbij mijn voornaamste doel was om een foutloze tekst te verkrijgen die recht doet aan de eigen schrijfstijl van de leerling: “’Words are how we think, Stories are how we link’’.
Laat een reactie achter