In memoriam Kees Thomassen (1950-2015)
Door Peter van Zonneveld
Vandaag is het twee jaar geleden dat Kees Thomassen overleed. Hij was conservator na-middeleeuwse handschriften van de Koninklijke Bibliotheek, bevlogen drukker in de marge en een bijzonder aimabel mens. Kees was de eerste student die veertig jaar geleden, in 1977, bij mij afstudeerde. We waren vrijwel leeftijdgenoten en onze liefde voor de negentiende eeuw was de basis voor een langdurige vriendschap. Het contact was weliswaar niet erg intensief, maar wel altijd hartelijk. Steeds was het fijn hem te ontmoeten, al liet de communicatie soms te wensen over (hij was zo mogelijk nog dover dan ik).
Ik zie hem nog bij mij thuis in Amsterdam aan tafel zitten, voor de bespreking van zijn doctoraalscriptie. Die ging over twee negentiende-eeuwse tijdschriften, De Vriend des Vaderlands en De Muzen. Daar wist hij alles van. Ik heb het nooit geprobeerd, maar je kon hem daar midden in de nacht voor wakker maken. Vanuit mijn huis in Amsterdam moest hij snel terug naar Leiden, om een laatste tentamen te doen bij Professor Gomperts. In Sloterdijk stapte hij op de trein. Groot was zijn verbazing, toen hij opeens de duinen zag opdoemen. Hij was abusievelijk in de trein naar Zandvoort gestapt. Dat was schrikken, maar het is allemaal nog goed gekomen.
Toen ik bezig was met de uitgave van het studentendagboek van Nicolaas Beets (1983), hielp hij me met de annotaties. We gingen regelmatig wandelen op het prachtige, romantische kerkhof aan de Leidse Groenesteeg, waar zovele negentiende-eeuwse studenten en geleerden hun laatste rustplaats vonden. Zijn vrouw Hetty, de hondentrimster, hield Afghaanse honden. Om aan wedstrijden deel te nemen, mocht hun rug, meen ik, niet hoger zijn dan vijftig centimeter. Ze hadden een speciaal poortje om dat te meten. Je kon Kees en Hetty daar aardig mee plagen. Elke keer wanneer ik kwam, keek ik dan bezorgd naar de jonge honden en naar dat poortje. Kees was geruime tijd voorzitter van die windhondenvereniging.
In die tijd gingen er nog geen nachttreinen. Wanneer er dan in Leiden een feest was, en ik niet om twaalf uur naar huis wilde, bleef ik bij de familie Thomassen slapen. Een enkele keer was ik dan niet de enige logé. Dat leidde de volgende ochtend soms tot verrassende situaties. Het waren wilde tijden…
Kees kreeg een baan bij de Koninklijke Bibliotheek, waar hij uiteindelijk de na-middeleeuwse handschriften onder zijn beheer kreeg. Hij werd een expert op het terrein van het Album amicorum. Daar heeft hij verschillende mooie boeken over gepubliceerd.
In zijn vrije tijd was hij een vermaard margedrukker. Jarenlang was hij zeer actief in de Stichting ‘Drukwerk in de marge’. Onder de naam ‘De Uitvreter’ heeft hij in totaal wel 360 drukwerkjes vervaardigd. Toen hij in 2000 vijftig werd, kreeg hij van zijn collega-drukkers een mooi geschenk: ‘Zoo’n uitvreter toch. Een vriendendoos voor Kees Thomassen.’ Hij was zeer gezien, ook al omdat hij anderen vaak met leuke drukwerkjes wist te verblijden.
In 1994 was het honderd jaar geleden, dat François HaverSchmidt zich van het leven beroofde. Samen met Jan Keijser stelde Kees een editie van Snikken en grimlachjes samen, waarin meerdere drukkers een bijdrage leverden. De oplage was 90 exemplaren. Op 19 januari 1994 werd het eerste exemplaar aangeboden aan de bibliotheek van de Leidse Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Ik vond het erg leuk dat ik het als ondervoorzitter juist van Kees in ontvangst mocht nemen.
Ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de Leidse arabist en islamoloog Jan Just Witkam verzorgde hij een editie van Goethes gedicht ‘Ginkgo biloba’, met daarin mijn vertaling in het Nederlands en die van Gwynne van Zonneveld in het Engels. Het heet ‘Gingo biloba’, omdat Goethe die naam in de eerste druk van 1819 nog zo spelde.
François HaverSchmidt bracht ons in 2006 opnieuw bijeen. Ter gelegenheid van het verschijnen van mijn boekje Door de straten der Sleutelstad… Een wandeling door het Leiden van Piet Paaltjen’ had ik een sonnet geschreven. Daar maakte hij een mooie uitgave van. Hij hield van kleurrijk drukwerk en opgewekte typografie. Zijn boekjes zijn vaak humoristisch en gaan een scabreuze inhoud niet uit de weg.
Kees Thomassen is niet meer onder ons. We missen zijn enthousiasme, zijn vrolijkheid, zijn hartelijkheid en zijn integriteit, maar het plezier dat hij beleefde aan zijn activiteiten als drukker is voorgoed in zijn uitgaven vastgelegd. Ze zijn allemaal te vinden op de website www.uitvreter.nl
Laat een reactie achter