Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (160)
Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Door Marc van Oostendorp
A EN Ω
Lucas II 49
Het mooiste werk: Grieks in het eerste jaar.
Het Griekse alfabet staat op het bord.
‘Kijk, kinderen, Ψ: dat is een kandelaar.
Maak dat de Omega gaaf getrokken wordt.’Behoed dit eerst beginnen voor gevaar;
dat niet het werk, nauwelijks ontkiemd, verdort.
-Zie, als het buiten vroege lente wordt,
liggen de kleine Griekse bijbels klaar.Pasen: een jongen leest met heldere stem
van Jezus, twaalf jaar, in Jeruzalem;
en hoe hij voor de schriftgeleerden las.En elk kind in de luisterende klas
Begrijpt het vragend: ‘Wist gij niet?’ van Hem,
die in de dingen van zijn Vader was.(Ida Gerhardt, Sonnetten van een leraar)
Een van de aardigheden van dit gedicht is dat het begint met een uitleg van de letters Ψ en Ω, terwijl dat letters zijn die je helemaal niet nodig om de passage uit de bijbel te lezen die de jongen verderop voorleest, Lucas 2:49:
Καὶ εἴπεν πρὸς αὐτούς, Tί ὅτι ἐζητεῖτέ με; Οὐκ ᾒδειτε ὅτι ἐν τοῖς τοῦ πατρός μου δεῖ εἴναί με;
Maar hij zei tegen hen: waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?
Het is een passage waarin wordt verteld hoe de 12-jarige Jezus een tijdje kwijt was, tot Zijn ongeruste ouders hem vonden in de tempel. De geciteerde zin is de eerste keer dat Jezus spreekt in Lucas, en het wordt gezien als een aanwijzing dat Hij als kind al een nauwere band had met Zijn hemelse Vader dan met Zijn ouders.
De suggestie is dat de kinderen al die uitleg niet nodig hebben omdat ze Jezus van nature begrijpen. Dat wordt nog eens benadrukt doordat er helemaal geen ik is in het gedicht. Je gaat ervan uit dat de lerares aan het woord is, bijvoorbeeld omdat iemand de bron moet zijn van de evaluatie ‘het mooiste werk’, en omdat dit sonnet verscheen in een bundel ‘sonnetten van een leraar’ waarin die leraar elders explicieter aan het woord is.
Maar hier zet ze zich dus op de achtergrond, als iemand die het ontluiken van de kinderen vooral observeert. Ze heeft er geen aandeel in, ze weten het zelf beter.
Wat ik niet zo goed kan plaatsen is het herhaald gebruik van Grieks. Wanneer er na de eerste regel ‘het alfabet staat op het bord’ had gestaan, en later ‘liggen de kleine bijbels klaar’ was het ook wel duidelijk geweest over welke taal we het hier hadden. Misschien dat met dat herhaalde Grieks het vreemde, het mysterieuze benadrukt wordt dat deze kinderen ineens bevangt, naar wie niet hoeft te worden gezocht omdat ze zelf de weg wel weten naar hun Vader.
Jona Lendering zegt
Ik vraag me af of de psi niet wordt genoemd omdat deze letter lijkt op een menora.
Gert de Jager zegt
De herhaalde verwijzing naar het Grieks heeft misschien ook te maken met de titel die weer naar Jezus verwijst: een fenomeen dat zich in het Griekse alfabet afspeelt. Wat schrijft Gerhardt trouwens toch stroef (regel 5 en 6, de slotregels) vergeleken met twee andere classici: Gorter en Leopold. Die twee aarzelden niet om af en toe de syntaxis flink naar hun hand te zetten en zijn wat mij betreft stukken genietbaarder gebleven.
mediawizzard zegt
Ida Gerhardt is na het gymnasium begonnen met klassieke talen en is gepromoveerd op Lucretius’ leerdicht De Rerum Naturā. Het door haar vertaalde werk beschrijft de verschijningsvormen van de natuur en hun ontstaan. In het werk predikt Lucretius de levensbeschouwing van de Griekse filosoof Epicurus.
Lucretius heeft veel filosofen en parapsychologen beïnvloed, zoals Spencer, Bergson, Santayana en Teilhard de Chardin; op Spencer na allen tijdgenoten van Ida Gerhard en haar levensgezellin Marie van der Zeyde.
Van der Zeyde gebruikte in haar werk de opkomende wetenschappelijke disciplines van haar tijd, waaronder psychologie en parapsychologie. Gerhardts moeder was psychisch ziek en moest worden opgenomen in een inrichting. De dichteres zelf begon aan het einde van haar leven te lijden aan aanvallen van paranoia.
Het is opvallend dat zij het gedicht met de letter psi start. De aanduiding psi wordt in de parapsychologie gebruikt als neutrale aanduiding voor parapsychologische fenomenen. De term is oorspronkelijk bedacht door de bioloog Benjamin P. Wiesner, en is afgeleid van ψ, de 23e letter uit het Griekse alfabet en van het Griekse woord psyche (ziel).
Gerhardt beschrijft de psi als een kandelaar. Het is geen toeval dat de menora zeven armen heeft (of eigenlijk een middenstuk en zes armen). Zeven is in de Bijbel het getal voor de volmaaktheid. Ook de oméga moet als hoofdletter gaaf getrokken worden.
De symboliek van de ‘Alfa en Oméga’ speelt een grote rol bij Gerhardts tijdgenoot, filosoof en medebewonderaar van Lucretius, Pierre Teilhard de Chardin. Hij beschrijft het punt oméga als de toestand van de door Christus verloste mensheid. Hiernaar wordt door de dichteres verwezen met Pasen.
Gerhardt vergelijkt het voorlezen door de leerling tijdens Pasen met het voorlezen van de twaalfjarige Jezus, de voorbereiding op de bar mitswa, het begin van een leven als meerderjarige. Zij kiest bewust voor het moment van Pasen met de betekenis dat mensen opnieuw kunnen beginnen, verlost zijn en dat God een nieuwe toekomst geeft.
Het is duidelijk dat Gerhardt het gedicht vanuit een christelijk perspectief schrijft. In één van de bijgevoegde aantekeningen noteert zij namelijk over de titel: “A en O – Eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Men zie hierbij Openbaring 22:13.” Daar staat over God: “Ik ben de Alfa en de Oméga, de eerste en de laatste, het begin en het einde.”