Door Marc van Oostendorp
In een vreemde taal ben je minder bang. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek dat deze week verscheen in Nature Scientific Reports.
De onderzoekers deden een fascinerend experiment, dat gebaseerd is op zo’n beetje de klassiekste psychologische proef die er bestaat: de Pavlov-reactie. Je laat iemand een aantal keer twee plaatjes zien en na het ene plaatje geef je ze steeds een kleine schok en na het andere plaatje niet. Na verloop van tijd beginnen ze na dat ene plaatje en voor de schok al een beetje te transpireren.
We weten uit eerdere literatuur al dat het daadwerkelijk toekennen van de schok niet eens nodig was. De deelnemers uitleggen dat na het ene plaatje een schokje zou volgen, was al genoeg. In dit nieuwe artikel laten de auteurs dat opnieuw zien. Ze meten de warmte van de huid en de grootte van pupillen; beide blijken te reageren als er een plaatje wordt getoond waarover is verteld dat het tot een schokje zou leiden, zonder dat de electriciteit in werkelijkheid ook maar is aangesloten.
Lichamelijke reacties
De onderzoekers voegden dit keer echter een nieuwe dimensie aan het onderzoek toe. Ze vertelden het verhaal over die schok niet alleen in de moedertaal van de onderzochten – het Spaans –, maar ook in een vreemde taal die ze goed spraken – het Engels. In beide talen werd het effect inderdaad gemeten. Maar in de vreemde taal was het een stuk zwakker (zie de figuur hierboven).
Hoe is dat mogelijk? Daar hebben de onderzoekers niet echt een antwoord op, zoals ze zelf ook toegeven. Het heeft, zeggen ze, mogelijk iets te maken met de verschillende manieren waarop mensen hun eigen taal en een vreemde taal leren. Je moedertaal leer je in wat zij een ‘emotioneel rijke omgeving’ noemen, terwijl je een vreemde taal leert in een klaslokaal en uit boeken. De deelnemers waren Spanjaarden die het Engels op school hadden geleerd.
De vreemde taal raakt daardoor kennelijk minder rechtstreeks verbonden met het soort gevoelens dat lichamelijke reacties veroorzaakt. Je begrijpt alles wat er tegen je gezegd wordt – de deelnemers hadden nog steeds de verwachte respons –, maar je voelt het minder.
Sterre Leufkens zegt
Dat is precies wat ze zeggen in Harris et al. (2003), een onderzoek naar taboewoorden en ‘childhood reprimandes’. Ze zien dat meertaligen een sterkere lichamelijke reactie hebben op die reprimandes in de L1 dan in de L2, en vermoeden dat dat komt doordat ‘early language codevelops with emotional regulation systems’.
Harris, Catherine L., Ayşe Ayçíçeğí, and Jean Berko Gleason (2003). “Taboo words and reprimands elicit greater autonomic reactivity in a first language than in a second language.” Applied Psycholinguistics 24 (4), 561-579.
DirkJan zegt
Het hoeft elkaar niet uit te sluiten, maar de meeste Nederlanders voelen bij een buitenlandse (Engelse) film meer emoties dan bij een Nederlandse. Dat kan komen door de afstand in taal en we Nederlandse films vaak wat gemaakt en knullig vinden, met name in uitspraak en acteerwerk. Bij buitenlandse acteurs valt slecht spel minder snel op.