• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Waarom Rudy Kousbroek zoveel vragen stelde

5 januari 2018 door Marc van Oostendorp 8 Reacties

Door Marc van Oostendorp

Foto: Roland Gerrits/ Anefo. (Bron: Wikimedia)

Dat je van schrijvers kunt leren, daar hoor je niet zo vaak over. Toch is dat onmiskenbaar soms een reden om te lezen: dat een schrijver dingen zegt die je bewondert en waar je je ideeën en misschien je leven aan aanpast. Maar zeker in wetenschappelijk werk kom je niet vaak iemand tegen die toe zal geven dat hij iets van een schrijver geleerd heeft.

Wat dat betreft eindigt het proefschrift Rudy Kousbroek in de essayistisch-humanistische traditie dat de neerlandicus Rudy Schreijnders onlangs aan de Universiteit voor Humanistiek verdedigde op een verrassende manier, namelijk met een lijstje dingen die je van Kousbroek kunt leren. Het betreft dan lessen als “Denk zelf na, wees eerlijk, prik mythes door, ook als je daarbij tegen de stroom van de heersende moraal of publieke opinie in moet roeien.”

Hier is een bewonderaar aan het woord. Ook in de inleiding legt Schreijnders uit dat het lang zijn wens is geweest om een studie naar de door hem bewonderde schrijver te doen, en dat deze kans hem na zijn pensioen werd geboden. Hij heeft er een boek van gemaakt waarin hij, zoals de titel zegt, Kousbroek heeft willen plaatsen in wat hij de ‘essayistisch-humanistische traditie’ noemt.

Zoekend en tastend

Als ijkpunten van die traditie neemt hij Montaigne en Multatuli: de eerste omdat hij het essay heeft uitgevonden, de tweede omdat hij het genre als eerste in Nederland zou hebben ingevoerd. Uit de literatuur destilleert hij vervolgens wat een essay is en wat humanisme is, om op die manier kenmerken van de ‘essayistisch-humanistische traditie’. Het gaat dan om dat zelf denken, of om de mens centraal stellen, of om een ‘ironische stijl’.  Vervolgens laat hij zien dat de drie schrijvers aan deze eisen voldoen.

Schreijnders is het sterkst in zijn analyse van Kousbroeks thematiek en zijn stijl. Hij laat zien hoe samenhangend Kousbroeks wereldbeeld was in alle essays, ondanks de grote diversiteit aan thematiek – hoe de schrijver altijd de vrijheid bevocht, bijvoorbeeld op de godsdienst, om zich helemaal uitte kunnen drukken. En hoe hij dat zoekende en tastende uitdrukte door zijn essays vaak te beginnen of te eindigen met een vraag – in een bijlage geeft Schreijnders alle vragende begin- en uitzinnen uit de gebundelde essays.

Onproblematisch

Helaas valt er wel wat af te dingen op deze methode. In de eerste plaats is het wel wat eigenaardig om een ’traditie’ op te hangen aan een zestiende eeuwse Fransman en een negentiende-eeuwse en een twintigste-eeuwse Nederlander. Je kunt natuurlijk niet alles bestuderen, maar je zou toch wel iets meer willen weten over hoe die traditie precies verlopen is. Vooral omdat het woord ‘humanistisch’ in de twintigste eeuw in de Nederlandse letteren niet alleen een positieve betekenis had. De door Kousbroek zeer bewonderde Lucebert berichtte dat “de dichters van fluweel. schuw en humanisties dood gaan” en dat bedoelde hij niet als een aanbeveling. Zoals eerder E. du Perron – die toch ook aan veel van Schreijnders’ criteria lijkt te voldoen – bezwaar had tegen de ‘humanistiese’ Dirk Coster.  De term ‘humanistisch’ is dus niet onproblematisch, vooral niet in het literaire klimaat van Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw.

Daar komt bij dat het hoofdstuk over Montaigne vooral gebaseerd lijkt op secundaire bronnen in het Engels en het Nederlands. Er wordt niet verwezen naar de rijke Franse literatuur over de schrijver. In de bibliografie wordt ook niet naar een Franse editie van het werk van de schrijver verwezen, alleen naar een Nederlandse vertaling. Dat valt een beetje tegen voor iemand die een heel hoofdstuk aan die auteur wijdt in een proefschrift over een Nederlandse schrijver die op allerlei manieren zo door de Franse cultuur werd geïnspireerd. Bovendien is stijl een van de vijf criteria die Schreijnders gehanteerd, en het wordt hiermee wel erg van horen zeggen. (Voor Multatuli geldt dat in zekere zin ook; het hoofdstuk over hem gaat meer over wat anderen over Multatuli te zeggen hebben, dan over de schrijver zelf. Maar Multatuli wordt tenminste besproken in de taal waarin hij zelf schreef.)

Was het wat dat betreft niet beter geweest om Montaigne helemaal buiten het onderzoek te laten, en dat te beperken tot de Nederlandse essayistische traditie?

Rudy Schreijnders. Rudy Kousbroek en de essayistisch-humanistische traditie. De Papieren Tijger, 2017.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: essays, Rudy Kousbroek

Lees Interacties

Reacties

  1. Jan Stroop zegt

    5 januari 2018 om 16:22

    Staat er ook iets in over de schandalige manier waarop Kousbroek over taalkunde en taalkundigen placht te schrijven?

    Beantwoorden
    • Rudy Schreijnders zegt

      5 januari 2018 om 18:42

      Bedoel je misschien Karel van het Reve (Het raadsel der onleesbaarheid)?

      Beantwoorden
      • Jan Stroop zegt

        6 januari 2018 om 20:56

        Nee, ik heb ’t over Rudy Kousbroek. Die schreef regelmatig stukken over taal waarin hij op een bespottelijke manier tegen taalkundigen tekeerging.

        Één keer lukte ’t me een weerwoord geplaatst te krijgen, en wel in NRC-Handelsblad van 7 november 2003. Dat was een reactie op een infaam stuk van Kousbroek in ’t Cultureel Supplement van NRC-Handelsblad van vrijdag 24 oktober 2003.

        Je kunt elk artikel van Kousbroek via de Krantenbank terugvinden, maar uitgerekend dit stuk lijkt opvindbaar.

        Mocht iemand ’t tevoorschijn kunnen halen dan plaats ik hier ook mijn al genoemde weerwoord.

        Beantwoorden
        • DirkJan zegt

          7 januari 2018 om 00:51

          Ook in het online archief van de NRC is het artikel van Kousbroek niet terug te vinden. Wel de reactie van Jan Stroop en een naschrift van Rudy Kousbroek. Die laatste is hier achter de betaalmuur van de NRC te vinden:

          https://www.nrc.nl/nieuws/2003/11/07/naschrift-rudy-kousbroek-7661164-a1359794

          Beantwoorden
          • Jan Stroop zegt

            7 januari 2018 om 11:11

            Hier mijn reactie op ’t artikel van Kousbroek (24 oktober 2003):

            https://www.nrc.nl/nieuws/2003/11/07/kousbroek-1-7661194-a1278644

            Beantwoorden
      • Marc van Oostendorp zegt

        8 januari 2018 om 20:31

        ‘Het raadsel der onleesbaarheid’ ging niet over taal- maar over letterkundigen.

        Beantwoorden
  2. Rudy Schreijnders zegt

    12 januari 2018 om 10:46

    Ik heb het artikel van Kousbroek in mijn archief gevonden, gescand en geplaatst

    Beantwoorden
    • Jan Stroop zegt

      12 januari 2018 om 14:40

      Dit is deel 1 van ’t door Rudy Schreijnders gescande artikel: http://www.janstroop.nl/wp-content/uploads/2018/01/geen-traain-maar-trein-1.jpg

      dit is deel 2: http://www.janstroop.nl/wp-content/uploads/2018/01/geen-traain-maar-trein-2.jpg

      Met dank!

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d