Door Marc van Oostendorp

Vandaag precies vijftien jaar geleden ben ik in Leiden komen wonen. En nu vertrek ik weer.
Aan het begin van onze eeuw was de huizenmarkt ongeveer al bijna even overspannen als nu. Ik werkte in Amsterdam, maar besloot in Leiden te gaan wonen omdat huizen in de buurt van het Meertens Instituut te duur waren.
Ik wilde in een kleine stad wonen waar toch een bibliotheek was (dat deed er toen nog toe), een boekwinkel (dat was toen nog iets) en een bioscoop (dat interesseerde me toen nog). Waar ik wat mensen kende, en waar ik eerder een tijdje postdoc was geweest en nog langer daarvoor een tijdje gestudeerd had. Ik vond een romantisch 17e-eeuws huisje aan een gracht, dat ik ombouwde tot een bewoonbare boekenkast. Menig beroemde taalkundige heeft er een glas gedronken, enkelen hebben er overnacht.
Perron
Ik was trots op mijn huis en ik was trots op de stad – wat trots ook mag betekenen in dit verband. Ik wilde er nooit meer weggaan, ik vond, ik vind, Leiden een mooie en gezellige stad, ik voelde me altijd thuis als ik het Rapenburg op reed, ik vond mijn gracht veilig en knus, ik vind de gemiddelde Leidenaar aardig, en ik heb bijzondere vrienden gemaakt in de stad. Ik ging graag op zaterdag naar de markt. Ik wilde hier mijn leven na omzwervingen opbouwen. Ik verkocht mijn hart niet aan de stad – ik gaf het weg.
Het was een stad met een literair verleden en een literair heden. Maar dat heden behoort inmiddels ook alweer tot het verleden, de schrijvers zijn naar elders getrokken of doodgegaan. Niet dat ik die schrijvers nu zo veel zag, maar ze waren er.
Nu heeft het geen zin meer om er te wonen. Ik werk sinds een aantal maanden in Nijmegen en in Amsterdam. Mijn betere helft werkt in Utrecht. Ook ons vertier vinden we eigenlijk nog vooral elders en we hebben in Leiden nog wel een paar goede vrienden, maar die kunnen we ook elders wel ontmoeten en ze zijn bovendien ook allemaal van plan weg te gaan.
Missen
De afgelopen twee jaar woonde ik in Leiden als iemand die gescheiden is en toch in het huis van zijn ex blijft wonen. En dan zonder dat die ex dat eigenlijk in de gaten lijkt te hebben dat hij er ook nog woont.
Dus is het slim om weg te gaan. Op allerlei gebied is gebeurd wat mensen ons twee jaar geleden voorspelden: we zijn er op vooruitgegaan qua werk en qua zo ongeveer alle andere omstandigheden. Ik zal de stad vanaf nu zoveel mogelijk mijden. De wereld is groter dan een dromerig plaatsje.
Maar ik zal haar missen.
…ik vond mijn gracht veilig en knus…
Knus wel, maar veilig? Vooral de Leidse zebrapaden zijn levensgevaarlijk voor argeloze voetgangers die door niets ontziende studenten ondersteboven worden gefietst…
Ik woonde aan de vijfde binnenvestgracht. Dat was geen doorgaande route.
“Vandaag precies vijftien jaar geleden ben ik in Leiden komen wonen.” Maar daarvoor studeerde u in Leiden, woonde u tijdens uw studententijd daar niet?
Ja, de eerste jaren van mijn studententijd woonde ik ook in Leiden. Maar daarna heb ik allerlei omzwervingen gemaakt.
maar waarnaartoe verhuisd?