(Persbericht Universiteit Utrecht)
https://www.youtube.com/watch?v=EFd2Bd9RkR0
21 februari is wereldwijd de Internationale Dag van de Moedertaal. Op deze dag vieren we samen met initiatiefnemer UNESCO taalkundige en culturele diversiteit en meertaligheid. Een mooie dag om stil te staan bij de app die op dit moment aan de Universiteit Utrecht ontwikkeld wordt: Moedertaal in het onderwijs Nederlands als Tweede Taal (MoedINT2). De app helpt docenten die Nederlands als tweede taal doceren.
Eigenschappen van taal
Als je Nederlands leert als tweede taal, krijg je onderwijs over allerlei moeilijke eigenschappen van de taal: het verschil tussen ‘de’ en ‘het’, het woordje ‘er’ – aspecten die moeilijk zijn voor íedereen die Nederlands leert. Maar afhankelijk van je moedertaal, kom je ook nog andere problemen tegen.
In het Turks bestaat bijvoorbeeld geen verschil tussen ‘hij’ en ‘zij’. Het is lastig als je dat verschil in het Nederlands wel moet maken. Het Russisch heeft geen lidwoorden, dus moet je als moedertaalspreker van het Russisch eerst leren wat dat zijn, voordat je goed Nederlands kunt spreken. Taalwetenschapper Sterre Leufkens: “Docenten vinden het lastig om met dit soort moedertaalspecifieke problemen om te gaan. Ze weten niet van iedere taal wat de verschillen met het Nederlands zijn.”
Taalkundigen van de Universiteit Utrecht hebben daarom samen met onderwijsdeskundigen en ICT-experts een app ontwikkeld, die NT2-docenten helpt bij het herkennen en oplossen van deze problemen. In de app vinden ze overzichten van cruciale verschillen tussen het Nederlands en een aantal veel voorkomende eerste talen.
De eerste versie van de app wordt nu opgeleverd met daarin informatie over de talen Pools en Syrisch-Arabisch. De komende tijd zal ook lesmateriaal worden toegevoegd. Uiteindelijk zal de app informatie geven over meer dan 15 talen. De app is te vinden en te gebruiken op www.moedint2.nl.
Laat een reactie achter