Door Marc van Oostendorp
Op het oog onbeduidende misstandjes blijven doorzeuren omdat niemand het de moeite vindt er melding van te maken. Het voelt een beetje kinderachtig om een onbehagen aan de grote klok te hangen dat je zelf na vijf tellen weer vergeten bent.
Dat is heel begrijpelijk, maar heel veel keer vijf seconden door een grote groep mensen maakt toch een mensenleven. De kogel moet door de kerk. Welnu, ik zou een regel toe willen voegen aan het promotiereglement.
De afgelopen weken mocht ik een paar keer een vraag stellen tijdens zo’n plechtigheid. Dat is lastig. Aan de ene kant doet het er betrekkelijk weinig toe wat je vraagt: de kandidaat zal waarschijnlijk de titel toch wel krijgen. Aan de andere kant wil je wel serieus zijn. Maar aan de derde kant dan toch ook weer niet zo serieus dat de kandidaat afgaat tegenover zijn of haar familie. De beste vraag is er een waarvan de hele zaal denkt: ‘oei, dat is dodelijk!’, terwijl de kandidaat meteen een meesterlijke manier ziet om jou als vragensteller schaakmat te zetten en de familie met trots te vervullen over zoveel knapheid.Omdat dit ingewikkeld is, is best begrijpelijk dat veel collega’s hun aandeel in het toneelspel op papier zetten en tijdens de plechtigheid voorlezen.
Maar eerlijk is het niet.
De kandidaat, die is natuurlijk pas echt zenuwachtig. Die moet in het openbaar een gesprek voeren met hoog- en zeergeleerden die in toga voor hem zitten en zich aan het eind ‘terugtrekken voor beraad’. Die moet maar proberen te begrijpen wat er eigenlijk wordt gezegd en daar dan een antwoord op improviseren.
De vragenstellers hebben al het voordeel dat zij kunnen bepalen waarover ze willen spreken, ze zouden dat niet moeten uitbuiten door hun tekst ook nog vast te leggen. Bovendien bestaat een echt gesprek natuurlijk niet uit op de computer getypte en daarna uitgeprinte woorden. En niets is mooier, voor iedereen, als tijdens een promotie ineens een echt gesprek ontstaat.
Dat de promotor na afloop de officiële formules en zijn laudatie voorleest, is misschien onvermijdelijk. Maar verbied het voorlezen van vragen bij promoties!
Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm op Voxweb.
Lucas Seuren zegt
Kan een opponent de vraag dan niet gewoon uit zijn hoofd leren? Ik zie niet helemaal in hoe dat papiertje voorkomt dat er een gesprek kan ontstaan; een goed interviewer (academisch of journalistiek) is immers ook in staat om een gesprek te ontwikkelen terwijl zijn vragen zijn voorbereid en soms zelfs de antwoorden.
Het systeem is gewoon niet ingericht voor een dialoog. De bedoeling is een kritische vraag, waarna de promovendus uitgebreid antwoord. En door de tijdsdruk en de grootte van de oppositie is er maar weinig ruimte om door te vragen.
Als je een dialoog wil lijkt me een zinnigere oplossing om de promotiecommissie te beperken tot de drie leescommissieleden. Dan staan er niet nog vier mensen in de wachtrij. Maar dat is weer problematisch omdat daarmee de illusie wordt ontnomen dat de promovendus kan zakken; welke leescommissie keurt er nou een proefschrift unaniem goed, om vervolgens het unaniem af te keuren.
Marc van Oostendorp zegt
Je hebt gelijk dat er allerlei andere aspecten zijn aan het systeem die het hebben van een echte discussie onmogelijk maken. Er wordt her en der gesproken over de mogelijkheid van een échte openbare verdediging voordat het boek wordt gedrukt (want dat is natuurlijk het grootste obstakel: het boek is al gedrukt, het zou bijna onmenselijk zijn om het af te keuren).
Maar dat staat niet in de weg dat je binnen de bestaande marges het systeem wel kan verbeteren. Voor mijn gevoel werden er twinitg jaar geleden minder vragen integraal voorgelezen. Je hebt de vraag vantevoren bedacht, dan kun je hem toch ook gewoon *stellen*?
Lucas Seuren zegt
Misschien is het probleem dat ik nooit aan de andere kant van de tafel heb gezeten, maar ik snap nog steeds het verschil niet tussen de vraag integraal voorlezen en “gewoon stellen”. (Ironisch voor iemand die promoveert op vragen, ik weet het.)
Overigens ben ik geen voorstander van een echte openbare verdediging. Er wordt toch regelmatig een proefschrift door de leescommissie afgewezen. Dat is vervelend als er vrienden en familie bijzitten, er een receptie en diner gepland zijn, etc. Het legt aan de andere kant ook druk op de commissie om goed te keuren, vanwege de sociale implicaties van afkeuren.
Dat is echt een ingrijpende verandering; het hele proces moet dan op de schop. De charme van een pro forma verdediging, met de ceremonie, familie, e.d. vind je nergens en ik ken niemand die dat niet waardeert. Het zou enorm afdoen aan de promotie en bovendien weer een uniek aspect van de Nederlandse promotie om zeep helpen. We zijn al te druk bezig met Amerika nadoen; laten we onze eigen identiteit daarin zoveel mogelijk bewaren.
Dan kun je beter eisen dat de leescommissie eerst als een soort reviewcommissie optreedt. Dus niet langer het proefschrift goed- of afkeuren, maar ook een soort goedkeuring mits of revise en resubmit. Dat hoeft dan ook zeker niet openbaar.
Marc van Oostendorp zegt
Je zou inderdaad naast de ‘echte’ verdediging (ik vind dat wel charmant in landen die het hebben) die weliswaar openbaar is, maar waarbij niet meteen alle nichten en neven hoeven worden opgetrommeld een ceremonie kunnen doen, waarbij de hooggeleerden toga’s dragen, de kandidaat een lekenpraatje houdt en de hooggeleerde een laudatio (uitgebreider dan nu, omdat het zo’n fabriek is mogen ze op de meeste universiteiten maar een paar minuten) waarna de bul overhandigd wordt. Daar kan de familie dan naartoe.
Volgens mij kun je aan alle kanten van de tafel vaak horen wat het verschil is tussen een voorgelezen vraag en een gestelde. Ik kan bij de eerste vaak mijn aandacht niet houden, omdat de meeste geleerden helaas zich tijdens het typen niet kunnen voorstellen hoe het dadelijk zal zijn in de zaal, en ze ter plekke niet goed toneel kunnen spelen.
Wat ik vooral bedoel is dit: om nog een soort discussie te hebben en niet alleen toneelspel is het belangrijk dat ook de oppositiecommissie zich minimaal een beetje in de gevarenzone begeeft. De mooiste herinneringen heb ik aan de opposities waarin een vragensteller verstrikt raakte in zijn eigen vraag; niet zo heel fijn voor de vragensteller, wel voor de algehele sfeer.
M.
Lucas Seuren zegt
Lekenpraatje is ook niet standaard 😉 Groningen doet daar niet aan.
Marc van Oostendorp zegt
Maar om dit alles te bereiken, moet je alle promotiereglementen veranderen (en ik weet niet hoeveel daarvan eigenlijk op welke manier wettelijk geregeld is), dus daar kan dit ook nog wel bij.