Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (166)
Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Door Marc van Oostendorp
Eindvergadering
Terrarium. Verwaarloosd en geronnen
een gruwzaam leven in de dorre spleten;
het kruipen van de tijd geeft niets gewonnen
voor wie van moeheid niet te sterven weten.De groene wanden zijn met slijm besponnen.
Er is geen water. Geen weet hoe zij heten.
Vertraagd zit een zijn eigen poot te vreten.
Twee zijn voorzichtig aan elkaar begonnen.Genade, God, – o, laat mij toch ontwaken!
Verschrikkelijk is het rond dit groene laken.
‘Wij gaan thans over tot de derde klas.’Sigaren staan in scharen en in kaken.
Aanzie toch, wat wij van elkander maken!
Suf hokt de ziel in een verdord karkas.(Ida Gerhardt, Sonnetten van een leraar)
Wat mij weleens, hoe noem je dat, verfrissend zou lijken: wanneer iemand de vergadering oprecht enthousiast zou bezingen: een boek zou schrijven over de talloze mooie kanten die er ook zijn wanneer mensen bij elkaar komen en serieus praten over hun werk – als ze proberen hun werkzaamheden enigszins op elkaar af te stemmen, naar elkaar luisteren en gesterkt weer naar buiten gaan.
Helaas, de westerse cultuur is vergeven van de vergaderhaat. Ik kan me niet anders herinneren dan dat familieleden en vrienden van mijn ouders klaagden over dat vreselijke vergaderen. Ook in mijn werkzame leven is het altijd zo gegaan: voor een vergadering wordt geklaagd over de tijdverspilling. Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand zich verheugde op een vergadering.
En zeker kunstenaars komen natuurlijk liever niet bij mekaar met andere mensen, stel je voor!
Eindvergadering is een sterk gedicht. We weten dat de dichteres zich vaak ziekmeldde voor de laatste vergadering van het jaar, en dit sonnet legt uit waarom. De collega’s worden beschreven als reptielen in een terrarium, ‘verwaarloosd en geronnen’.
Volgens het WNT is geronnen eigenlijk alleen in gebruik bij sommige substanties: geronnen melk en geronnen bloed. Voor andere substanties wordt het volgens het Woordenboek niet meer gebruikt, zij het dat daar een curieuze toevoeging op volgt, waarvan je je afvraagt welke redacteur dat ooit heeft opgeschreven, en waarom: “Nog bij Bilderdijk, misschien ook als gevolg van zijne vertrouwdheid met oudere dichters”.
Ik weet niet wat Ida Gerhardt van Bilderdijk vond. Ik kan daar nergens iets over vinden. Ze hebben veel met elkaar gemeen: het gevoel permanent miskend te zijn, het protestantisme, de eigenzinnige levensloop. De vertrouwdheid met oudere dichters, die hen voerde naar het gebruik van geronnen. En een grote afkeer van de vergadering der mensen.
Gerard van der Leeuw zegt
Ik vond vergaderen ook altijd vreselijk: dat zinloze door elkaar heen kakelen van mensen die er duidelijk niets in zien…
Maar een serieuze vraag: ik lees niks in je commentaar over ‘zo gewonnen, zo geronnen’, wat dunkt me hier toch wel een rol speelt…..
Marc van Oostendorp zegt
Ik zie dat niet. Op welke manier speelt dat gezegde een rol, denk je?
Wouter Steenbeek zegt
Ik heb eigenlijk nog nooit beroepsmatig vergaderd. Alleen in het verenigingsleven en daar keek ik zeker wel naar uit: gezellig met zijn zessen in een veel te kleine keuken of studentenkamer, samen eten van tevoren, overleggen over leuke dingen die ons te wachten stonden, kijken naar de boeken en de muurversierselen waar iemand zijn kamer mee had ingericht… en natuurlijk roddelen over mensen, wat in de lawaaiige soos minder gemakkelijk ging. Als alle vergaderingen zo ongedwongen en toch productief konden zijn, zag niemand er meer tegenop. Alleen een ALV werd weleens zinloos, doordat dan de hele zaal mee mocht doen en sommige mensen duidelijk niets te zeggen hadden.
Verder: Gerhard kan nog zo’n hekel aan vergaderen hebben gehad, maar ik kan dit gedicht niet geheel serieus nemen. De vergelijking met een verwaarloosd terrarium met hongerige reptielen die elkaar op beginnen te vreten is potsierlijk, en waarschijnlijk bewust potsierlijk. Uit een terrarium kun je niet weg; de vergadering duurt hooguit een paar uur. En als je honderd mensen vraagt wat ze liever hebben, een vergadering of twee weken geen eten, dan weet je de uitslag van tevoren. Natuurlijk zijn dichters aanstellers, die een kleine ergernis in groot leed omzetten. Maar dit gedicht doet me weinig aan Willem Kloos denken en des te meer aan John O’Mill, wiens versjes ook vaak over het leraarsleven gaan.
Gerard van der Leeuw zegt
Ik geloof absoluut niet dat Ida Gerhardt het potsierlijk bedoeld heeft. Eerder claustrofobisch. Je zit in zo’n vergadering en je kunt niet weg…. Ook haar frequente zich ziek melden wijst daarop. Ik vind zelf die vergelijking van het verschoten terrarium met het groen van de vergadertafel erg mooi. Ik weet helaas niet niet of I. G het ballet ‘De groene tafel’ van Kurt Joos(s?) kende, maar het lijkt me niet onmogelijk. De thematiek ervan zal haar zeker hebben aangesproken. Wat ‘geronnen’ betreft: het lijkt me onmogelijk dat het spreekwoord niet door haar hoofd heeft gespeeld toen ze dit sonnet schreef. En ze moet gedacht hebben aan de oude betekenis van ‘rinnen’: vloeien, stromen, voorbijglijden (van de tijd). En natuurlijk ook aan haar geliefde rivieren die traag door eindig laagland gaan. ‘Und ruhig fliest der Rhein…… Het gedicht is opstandig, maar ook melancholiek.
Wouter Steenbeek zegt
Ik snap het claustrofobische gevoel van “ik wil hier weg”, en ook de troosteloze omgeving. Maar dat verklaart nog niet waarom ze dat kannibalisme uit hongersnood erbij haalt. De vergaderende leraren lijden geen honger en zitten al helemaal niet aan elkaar te knagen. Ik kan me geen serieuze metafoor bedenken die daaraan ten grondslag ligt. Dat kan toch alleen maar een bewuste overdrijving zijn?
Gerard van der Leeuw zegt
Nee, maar in de dierenwereld gebeurt dat wel! Mensen schieten elkaar overhoop (beschaafd?), maar eten elkaar zelden op, maar in de dierenwereld, het terrarium komt dat veel vaker voor. En ik lees niks over ‘hongersnood’. Het gaat veeleer over verveling. Maar overdrijving: ja. Ik ga weer eens kijken naar ‘Prova’ d’orchestra’ van Fellini, al heeft die film een politieke lading… en IG mist die natuurlijk ten ene male.
Anton zegt
Het gaat niet alleen over verveling. Het gaat om leraren die leerlingen een poot om op te staan afbijten. “Mag niet over.”