Dit stuk verschijnt in het kader van de Nieuwsbrief Neerlandistiek voor de klas. Het bevat geen origineel onderzoek, maar is een vereenvoudigde weergave van recent onderzoek op het gebied van het Nederlands, speciaal bedoeld voor leerlingen van de middelbare school.
Door Marten van der Meulen
Ik woon in Utrecht, maar wat betekent die naam? De studie van plaatsnamen is niet alleen interessant voor taalkundigen, maar ook voor historici. Zo leer je niet alleen iets over de taal van onze verre voorouders, maar vind je ook sporen van hun belevingswereld terug in plaatsnamen die nog steeds bestaan. Een van die sporen is de godsdienst: onderzoek naar sporen van godsdienst in plaatsnamen levert verrassende resultaten op.
Het bestuderen van plaatsnamen
De studie van plaatsnamen wordt toponymie genoemd. Hieronder vallen dus plaatsnamen van dorpen, steden en andere bewoonde plaatsen, maar bijvoorbeeld ook de studie van heuvels, bergen en meer geografische kenmerken. Waarom zou je dat doen, zulke geografische namen bestuderen? Daar zijn allerlei redenen voor. Die plaatsnamen betekenen vaak iets: ze zijn niet willekeurig gekozen.
Neem Oegstgeest. Daar is tegenwoordig niks van te breien: is dat vernoemd naar een bepaald type geest dat daar vroeger spookte? Nee, zeker niet. Het betekende oorspronkelijk zoveel als ‘de geestgrond van Oosegeer’, zo legt onderzoeker Peter-Alexander Kerkhof hier uit. Die herkomst is interessant, omdat het betekende dat de plaats waarschijnlijk gesticht is door een Fries.
Hoe dan?
Het voorbeeld van Oegstgeest laat goed zien hoe ondoorzichtig plaatsnamen soms zijn. Zo zijn er nog veel meer. Wat te denken van Bathmen, Den Helder, Chaam, Haarlem, Sexbierum, Sittard? Er zijn heel veel plaatsnamen waarvan je niet direct ziet wat ze betekenen of waar ze van afstammen. Om daarachter te komen moet je terug in de geschiedenis. De laatste jaren zal zo’n naam niet veel meer veranderd zijn, maar er moet een moment zijn geweest waarop de plaatsnaam nog wel iets betekende. Soms kun je de de woorden waaruit een plaatsnaam is opgebouwd uitzonderlijk herleiden, soms zul je terugmoeten zoeken naar oudere spellingen van een plaatsnaam.
Je kunt dat doen door allereerst oude kaarten te bekijken. Die zijn handig, want daar staat de plaatsnaam als het goed is meteen op de juiste plaats. Je kunt ook in archieven gaan zoeken, of in oude brieven of andere bronnen. Het wordt dan al wel lastiger om zeker te weten dat de naam die je vindt ook daadwerkelijk past bij de plaats waar je naar op zoek bent. Vervolgens kun je ook op zoek naar omgevingsfactoren. Als je bijvoorbeeld weet dat er in de buurt van Kerkrade veel bossen werd gerooid in de tijd dat die stad werd gesticht, dan is het al makkelijker om –rade aan rooien te koppelen. Plaatsnaamkunde wordt geholpen door wat we verder weten over de geschiedenis van een streek, maar andersom kan het ook helpen bij het begrijpen van die geschiedenis.
Oude godsdienst
Plaatsnamen zijn in sommige gevallen heel weinig veranderlijk. Sommigen plaatsen worden al eeuwenlang met hetzelfde woord aangeduid. Zelfs als de mensen die er wonen inmiddels een andere taal spreken dan de oorspronkelijke bewoners. Neem de naam Nijmegen. Die naam gaat terug op twee Keltische woorden: novio ‘nieuw’ en magos ‘veld’. Inmiddels zijn er nauwelijks meer sporen van de Kelten in Nederland: in de taal slechts een woord of vijf. Een ander cultureel fenomeen waar nu nauwelijks meer iets van over is, is de Germaanse godsdienst. Plaatsnamen met een religieuze connotatie komen ontzettend veel voor: denk alleen al aan alle plaatsen met het woord kerk erin, zoals Ridderkerk en en Heemskerk. Maar verwijzingen naar de Germaanse godsdienst, vinden we die nog?
Arend Quak deed onderzoek naar zogenaamde Germaanse sacrale plaatsnamen. Dat zijn namen waarvan een element een relatie heeft met een pre-christelijke godsdienst. Die plaatsnamen moeten ontstaan zijn vóór de inwoners van het Nederlands taalgebied overgingen op het christelijke geloof in de 7e en 8e eeuw. Daarna werden er alleen vanuit de nieuwe religie nog plaatsnamen gegeven. Het onderzoek laat zien dat er maar héél weinig sacrale plaatsnamen zijn in Nederland en België. Eigenlijk is er, zo stelt Quak, maar een handjevol: Donderslag (Donar), Anlier, Asselier, Auler (allemaal ‘goddelijk bosachtig terrein’), Alfberg (‘berg van de elven’), Wijhe (‘heiligdom’) en Heilo (‘heilig bos’). Vervolgens zijn er wat twijfelgevallen: Woensel en Woensdrecht zouden bijvoorbeeld een relatie met de god Wodan kunnen hebben, maar zouden ook op een persoonsnaam terug kunnen gaan. Ermelo zou een sacraal karakter kunnen hebben, maar ook kunnen zijn vernoemd naar het volk de Ermiones. Elst zou terug te voeren zijn op een betekenis ‘woonplaats bij een tempel’,
Quak vindt dus uiteindelijk maar een klein aantal plaatsnamen die teruggaan op godsdiensten vóór de Romeinen. Zo’n stuk of 7, dat is erg weinig op de ongeveer 2000 toponiemen die we kennen van voor het jaar 1200. Deze zeldzaamheid vinden we ook in Duitsland, maar niet in Scandinavië en Engeland: daar zijn juist veel meer sacrale plaatsnamen. Hoe komt dat? De onderzoeker denkt dat de missionarissen op het continent veel strenger waren, en plaatsnamen dus hebben aangepast. Waarom er hier zoveel strenger werd opgetreden dan in bijvoorbeeld Zweden is niet duidelijk. Misschien waren onze voorouders weerbarstiger, en moesten ze met hardere hand worden onderdrukt.
Bronnen
Kerkhof, P.-A. (2014). ‘Hoe de Friezen Oegstgeest hebben gesticht’. Nemo Kennislink.
Plaatsengids.nl. ‘Kerkrade‘. 2018.
Quak, A. (2002) ‘Germaanse sacrale plaatsnamen in de Nederlanden’, Naamkunde 34.
Sijs, N. van der (2001) Chronologisch woordenboek. Uitgeverij L. J. Veen: Amsterdam/Antwerpen. p. 218-221
Sijs, N. van der (samensteller). (2010). ‘Nijmegen (geografische naam)’. in Etymologiebank.
Mogelijke opdrachten
- “Ik woon in Utrecht, maar wat betekent die naam?” Ja, wat is de betekenis van Utrecht? Zijn er andere plaatsnamen waar elementen van de naam Utrecht terugkomen?
- Neem de naam van de plaats waar jij woont. Kun je de herkomst daarvan achterhalen?
- De herkomst van veel plaatsnamen wordt ook verklaard door een verhaal. Kun je voor de volgende plaatsnamen achterhalen hoe de naam wordt verklaard?
-
- Leiden
- Bern
- Wierum
- Antwerpen
- Warschau
Rob Duijf zegt
‘De studie van plaatsnamen wordt toponymie genoemd. Hieronder vallen dus plaatsnamen van dorpen, steden en andere bewoonde plaatsen, maar bijvoorbeeld ook de studie van heuvels, bergen en meer geografische kenmerken’.
Heel leuk om te horen dat er in het middelbaar onderwijs aandacht is voor toponymie, Marten! Dit taalkundige aspect sluit mooi aan op geschiedenis en historische geografie.
Als inwoner van Wormerveer in de gemeente ‘Zaanstad’ (in de ‘Zaanstreek’) heb ik ook een toponymische uitdaging, want wat is nu eigenlijk de oorsprong van de naam ‘Zaan’? De Middeleeuwse naam van het oorspronkelijke vissersplaatsje Wormerveer, gelegen aan de Zaan, is ‘Saenre’
(Ik heb deze vraag eerder voorgelegd op het blog ‘Mainzer Beobachter’ van historicus Jona Lendering).
De Zaan is een historische waterloop van 13,5 kilometer in de gemeente Zaanstad in Noord-Holland. Strikt genomen is de Zaan geen rivier, maar een prehistorische hoogveenstroom die uitmondde in het historische IJ, nu het Noordzeekanaal.
Er doen verschillende theorieën de ronde over het ontstaan van de naam Zaan (Zaene, Saene, Segnem, Sagnem). Een theorie die aansluit bij moderne ideëen en geologische inzichten over het ontstaan van de stroom, is een mogelijk oud-Friese naam voor een waterverbinding tussen twee meren.
Opvallend is, dat de naam doet denken aan rivieren als de Zenne in België, de Seine, Saône en de Saâne/Saane (Normandië) in Frankrijk, de Saane in Zwitserland en de Shannon in Ierland. Het mag duidelijk zijn dat al deze rivieren zich in het Keltische taalgebied bevinden. Volgens een hypothese zou de naam wellicht te zijn herleiden naar Sionna, een door de Kelten aanbeden rivier-godin van waarschijnlijk pre-Keltische oorsprong. De root zou dan het hydroniem voor waterloop zijn, namelijk set-/ sed-.
Shannon (godin) of Siannon of Sionna, is de godin van de rivier in de Keltische mythologie
Sequana was in de Keltische mythologie de riviergodin van de Seine, meer in het bijzonder van de bronnen aan het begin ervan: Fontes Sequanae (“De bronnen van Sequana”). Sequana werd vooral vereerd door de Gallische stam van de Sequani. Haar naam is bekend van een tiental inscripties en er is ook een bronzen cultusbeeld van haar.
De vraag is dus: heeft de naam ‘Zaan’ een (pre)Keltische oorsprong? Spraken de ‘oer-Friezen’ die hier woonden toen de Romeinen in 12 v.Chr. onder Drusus in onze contreien verschenen een Keltische taal, een hypothese die door sommige onderzoekers wordt aangenomen?
Ik ben benieuwd of hiervan kaas valt te maken…
Anton zegt
Oerfriezen in de Zaan waren misschien wel Kennemers, en die zijn best vroeg “belegt” op zijn Duits. Maar dat die Keltisch spraken? Of substraat?
De vormen met -gn- zijn vreemd.
(Een heel weids landschap van waternamen werd in de jaren 50 blootgelegd door Hans Krahe. Beekes zag er niet veel in.)
Rob Duijf zegt
Je opmerking over Kennemers vind ik niet overtuigend, Anton. Het gebied dat we nu kennen als Kennemerland viel in de Romeinse tijd onder het Friese territorium in de Hollandse kuststreek. In de Romeinse bronnen wordt het alszodanig niet genoemd.
In de voege Middeleeuwen tijdens de Frankische gezagsperiode wordt Kennemerland voor het eerst als Kinhem (Kennehim, Kinnin of Kinheim) genoemd als een gouw in ‘Frisia’. De bevolking bestond in deze tijd echter uit ‘nieuwe Friezen’ (van Angel-Saxische, deels inheemse afkomst).
Anton zegt
Friskuus, dat zal juist zijn. De gedachte aan een andere discussie over Kennemers drong zich hier ongelukkigerwijs naar voren.
DirkJan zegt
Bericht Meertens Instituut maart 2018
“Aan de etymologiebank, waarin de herkomst van vele woorden te vinden is, zijn 9.000 Nederlandse geografische namen toegevoegd. Het gaat voornamelijk om plaatsnamen, maar ook om wijk- en buurtnamen en enkele streeknamen. In de loop van het jaar wordt de etymologiebank nog verder uitgebreid met een groot aantal nieuwe trefwoorden.
De plaatsnamen, wijknamen, buurtnamen en streeknamen zijn afkomstig uit het onlangs verschenen boek Nederlandse plaatsnamen verklaard van Gerald van Berkel en Kees Samplonius. Zij brachten al in 1989 het Plaatsnamenboek op de markt, dat verschillende herdrukken beleefde. In de uitgave van 2007 stonden zo’n 6.500 plaatsnamen. Aan de nieuwste uitgave, verschenen in januari 2018, heeft Van Berkel er nog eens 2.500 toegevoegd. En alle 9.000 zijn nu dus ook online beschikbaar via de etymologiebank.”
http://www.etymologiebank.nl/
Wouter van der Land zegt
Dank voor die info! Maar bij ‘Woensdrecht’ staat bijvoorbeeld: ‘Een godennaam Wodan is onwaarschijnlijk, omdat heidense godennamen niet voorkomen in combinatie met cultuurwoorden als drecht.’
Dat is niet heel wetenschappelijk wanneer er maar een handvol voorbeelden zijn van namen met een god erin… Er is te weinig materiaal om te generaliseren.
Wouter van der Land zegt
“Misschien waren onze voorouders weerbarstiger, en moesten ze met hardere hand worden onderdrukt.”
Dat is een schrijnende opmerking. Onze voorlopers werden met –ook voor die tijden– grensoverschrijdend geweld onderworpen. Dat MOESTEN de onderdrukkers helemaal niet doen. Waar mensen met hart en ziel in geloofden, moesten ze opgeven en zelfs plaatsen die naar hun geloof verwezen, werden vernietigd. Dat zijn volgens de huidige internationale normen misdaden tegen de menselijkheid.
De geschiedenis is opportunistisch herschreven: Bonifacius werd vermoord…
msvandermeulen zegt
Pardon, ik wilde niet schrijnen. Ik wilde slechts het verschil proberen te interpreteren: waarom hier wel en niet in Engeland of Scandinavië? “Moesten” betekent hier dus licht iets anders, die betekenis is volgens mij best gebruikelijk ook.
Wouter van der Land zegt
OK, nee die betekenis van ‘moesten’ kende ik nog niet. Overigens werd er toevallig gisteren reclame gemaakt voor de speelfilm Redbad die over een maand verschijnt en handelt over het Fries verzet tegen het oprukkende Christendom. Mogelijk hebben taal- en naamkundigen meegeholpen van het script:
http://www.redbaddefilm.nl/
Joop van Diepen zegt
Maar waar werd Bonifacius vermoord in 754? Er is ook een theorie dat dat niet in Friesland was.
Anton zegt
Wie weet werd de banvloek over de naam Dorestad uitgesproken omdat het zo verdacht veel weg heeft van Dõõ(n)restad…
Anton zegt
Een andere naamswijziging vond plaats in het durpie waar graaf Florens een nieuwe burcht voor de edelvrouwen liet bouwen. Edelen moeten wel rein zijn, dus dat werd Reijnsburgh. De verbinding werd al na een eeuw al niet meer als bijzonder logisch of sterk ervaren zodat ook de naam Rijnsburg aan populariteit won. De combinatie -ns- gaf in Holland dan ook nog eens gelegenheid tot een speciale klinkerverkorting van beide klinkervarianten richting Rensburg, Renswoude, Bensdorp e.v.a.
arvteg zegt
Men onderschat de problemen waar het gaat om het juist verklaren van plaats-namen en “uit welke taal zij afkomstig zijn” ( met-name die , welke een lange “geschiedenis” hebben doorlopen .
Hoe weet je de betekenis van woorden ( en plaats-namen ) die je niet kent ?
Daar-naast het trans-forme karakter van de overgeleverde namen ; zoals bij Nijmegen . Die naam is niet per definitie “keltisch” // want overgeleverd bij de Romeinen . ¿ Spraken zij keltisch ?
Stelsel-matig “vergeten” “taal-kundigen” , dat wanneer zij ( onbekende ) talen ( en plaats-namen met een trans-form karakter of die uit een sub-stratum afkomstig zijn ) , niet alleen een gereconstrueerd woord met een merk-teken moeten voorzien ( daarvoor gebruiken zij * ) // maar òòk de taal , die in feite “mee-gereconstrueerd wordt” .
Zittau 27-7-2018
arvteg zegt
Het artikel van Kerkhof over Oegstgeest // zou ik niet willen aanraden ; leerzamer is Van Berkel – Samplonius [:] [ http://etymologiebank.nl/trefwoord/oegstgeest ]
( // maar hun bron-vermeldingen zijn eigenlyk “indirect” ; je krijgt geen idee hoe het in de tijd van hun optekening geschreven werd ) .
Dan zie je bij-voorbeeld ook dat zo’n plaatsnaam in een bepaald verband gebruikt werd . En dat kan weer van invloed zijn op hoe die naam “te verstaan” .
Zittau 27-7-2018
Pia PUYLAERTPOELS zegt
Een toevallige vakantievriend vertelde mij ter loops dat de uitgang -MU(i)DE steeds verwees naar een ZEE-haven = we waren vlakbij Sint Anna ter Muiden = èn dat Dendermonde “dus” betekende, dat de rivier de Dender dààr de rivier de Schelde ingaat, ; confer Roermond, waar de rivier . . etc.
Staat dat in de dikke van Dalen ?