Door Reinder Storm
Voor een denkbeeldige tijdreis is een oude stadsplattegrond een uitstekende inspiratiebron. Proberen we dus Bredero in zijn eigen omgeving te ontmoeten, dan kunnen we het best eens op een contemporaine kaart kijken.
Zoals te lezen is in het naslagwerk van dr. Marc Hameleers over kaarten van Amsterdam, zijn er tot halverwege de 19de eeuw ruim 250 kaarten gemaakt van de hoofdstad. Die kaarten lijken vaak erg op elkaar: dikwijls werden ze gekopieerd. Maar een fractie van de bewaard gebleven kaarten bevat nieuw, oorspronkelijk beeldmateriaal. Tijdens het leven van Bredero verscheen er van dit genre vernieuwende kaarten maar één, namelijk die van Pieter Bast, in 1597.
Aan de hand van de kaart van Bast, krijgen we meteen een beeld van locaties die Bredero noemt. Zo wordt in het Amsterdams klaagh-liedt (XLIII) mensen die zich te buiten gaan aan liederlijkheden een toekomst voorgehouden aan de Heylighe Wech – of een enkele reis naar Indië. Aan de Heiligeweg was het allesbehalve ‘heilig’. Daar stond het Rasphuis, een strafinrichting waar men niet voor z’n plezier verbleef. Op de kaart van Bast zien we het rood omcirkelde Rasphuis duidelijk staan, vlakbij de hoek met de Kalverstraat. De Heiligeweg ontleent trouwens zijn naam aan de tijd dat Amsterdam een druk bezocht bedevaartsoord was: de bestemming was de Heilige Stede, ofwel de Nieuwezijds kapel (bij de pijl). Voor Bredero was deze kerk ook van belang: hij werd er begraven, maar deze kerk werd afgebroken in 1908.
Aansprekender is natuurlijk een verwijzing naar nog bestaande gebouwen. Een goed voorbeeld is de Schreierstoren. In een ander Klaegh-liedt (LXXXV) verwoordt Bredero het aldus:
Goddinnen rijck van’t schreyer hoec en Ty,
Verhaelt myn doot aen al de werelt vry,
’t Sy waer ghy treckt, het sy met schip of vloot,
Vereert myn lijck ten minsten met een schoot.
Bredero’s lijk gaan we niet meer vereren (zijn laatste rustplaats is na de afbraak van de Heilige Stede onbekend), maar bij de Schreierstoren kunnen we nog eens aan hem denken. De kaart uit 1597 wijst de juiste plek – tot op de huidige dag.
Met dank aan Elise van Schaik
Dit stukje verscheen eerder op de website Bredero2018.
Laat een reactie achter