• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Gerbrand Adriaenszn Bredero, een vroege Carmiggelt?

2 augustus 2018 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Margriet de Roever

In … 2018 zullen er weer herdenkingen zijn’, las ik een halve eeuw geleden in het Maandblad Amstelodamum. Dat wijdde toen bij Bredero’s 350ste sterfdag een nummer aan de dichter, met een vervolg in de aflevering daarop. Door modernere indices zou dan meer over hem aan het licht kunnen komen. Dat mag zo zijn, maar één akte daaruit is mij altijd bijgebleven en die is de moeite waard om nog eens onder de aandacht te brengen. Daarin staat dat Bredero in 1610 collecteur was van de impost op bier. Hij haalde deze belasting op voor een zekere Van Vyerhuysen, die de inning daarvan had gepacht.

Adriaen Brouwer, Herbergscène, vermoedelijk in Amsterdam, c. 1630 (wikimedia).

Dat bracht Bredero – een vrije jongen, nog onder vaders dak – beroepshalve naar de herbergen, kroegen en drinklokalen van de stad. Ik zag het al voor me, Bredero die daar uit een ooghoek het hele ‘menselijk bedrijf’ om hem heen observeert: hoe de waard zijn klanten bedotte, of de klanten elkaar; verholen blikken die lonkten naar een vrouw; de kale kak van de zwierige Brabanders, verdreven uit hun vaderstad Antwerpen. Op zijn tochten door de stad, en vooral in de kroeg, moet hij de types hebben opgeduikeld die hij in zijn literaire werk zo kleurrijk beschrijft. Het deed mij sterk denken aan Simon Carmiggelt in onze tijd, die voor zijn columns ook de straat opging en inspiratie opdeed in het café.

Briefje met het adres van Bredero’s grootvader: Cornelis Adriaenszo[on], harinckpacker, woenen[de] in d[en] Wijdesteechge (de dwarsstraat langs het brede stuk van de N.Z. Voorburgwal) op d[en] Houtmarckt, in d[en] Jonge Bredenroode; het huis waaraan de familie zijn naam ontleende (Stadsarchief, archief 342, gasthuizen, dl. 77, naast f. 269 (cclxix)).
Amstelodamum staat tegenwoordig op internet en is geheel doorzoekbaar. Ik kwam in die nummers uit 1968 meer wetenswaardigs tegen. Dat Bredero geen eed aflegde. Dat ook zijn vader zijn brood verdiende met imposten. Zelfs suggereert de doorgewinterde Amsterdamkenner mej. I.H. van Eeghen een verband tussen zijn familie en het toneelstuk Moortje: een ondergeschoven kind; de intrigante Moy-Ael, mogelijk geënt op Ael Jans met wie Bredero’s neef Pieter Conijn op zijn zeventiende een verhouding had; diens herberg De drie vijzeltjes wordt in regel 730 genoemd. In Ritsaert en Writsaert ziet Van Eeghen Pieter zelf. En ook ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat wat Bredero in zijn eigen leven meemaakte, doorklinkt in dit stuk.

Verantwoording

Amstelodamum. Maandblad voor de kennis van Amsterdam. Orgaan van het Genootschap Amstelodamum, jrg. 55 (1968), p. 147-168 en 184-186. Citaten en verwijzingen respectievelijk op p. 162, 184, 149, 157, www.amstelodamum.nl/archief-overzicht/.

p. 147: I.H. v[an] E[eghen], Bredero, een ‘‘nom de plume’’;

p. 148-163: I.H. v[an] E[eghen], De familie van Garbrant Adriaensz Bredero. ‘t Kan verkeeren’;

p. 163-164: I.H. v[an] E[eghen], De bruiloftszangen van Bredero;

p. 165-166, I.H. v[an] E[eghen], De restauratie van Oudezijds Voorburgwal 246. NB het huis naast het huis van zijn vader;

p. 167-168: I.H. v[an] E[eghen], Het geboortehuis van Bredero, [Nes 41];

p. 184-186: J.Z. Kannegieter, Bredero in dienst bij een belastingpachter;

p. 186: I.H. v[an] E[eghen], Het graf van Adryaen Cornelisz Bredero in de Nieuwezijds Kapel.

Uit de stadsrekening van 1610 (de rapiamus, toegangsnr. 5039, dl. 103) blijkt dat Claes Pieterssoon van Vierhuysen o.a. imposten pachtte op bier en Rijnse, Franse en Spaanse wijn, f. 9, 9v en 16v; ook Bredero’s neef Pieter Conijn pachtte dat jaar een impost op wijn, f. 10v, zie www.amsterdam.nl/stadsarchief/archief/inventarissen.

Dit stukje verscheen eerder op Bredero 2018

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, Amsterdam, Bredero, Bredero-jaar

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Michel van der Plas • Uit Amerika

een hardnekkig vasthouden aan een stal,
aan koetsbellen die niet uit het gehoor
mogen; star blijft men een ster op het spoor
tot die zich op zijn dak nestelen zal

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IJSBLOEMEN

Het raampje is een Séraphine,
een bloemstilleven ongezien,
een nonnenspiegel, een gewas
vol donzen dorens, melk van gras,
oase onder een pak sneeuw,
berijpte manen van een leeuw,
albino’s, schedelverentooi,
strikken van tule, ’t krullenooi —
ze drukt haar pop tegen haar vacht
en ooilam, ooilam zegt ze zacht —,
paard, pluim, toom, tuig en rinkellast,
dood fluitekruid, een holle bast,
een schalvel, een dicht berkenbos,
een meisjesschool met haren los
het duin afrennend wie-het-eerst,
een knippapieren kinderfeest,
van porselein, van gips, van steen,
soldaten op hun tinnen teen.
Het ziet er van de doden wit. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

13 februari 2026: DBNL-dag 2026 in Den Haag

13 februari 2026: DBNL-dag 2026 in Den Haag

24 december 2025

➔ Lees meer
6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1937 Adriaan Beets
1978 Mea Verwey
➔ Neerlandicikalender

Media

Gerard Kornelis van het Reve – Kerstbrief (1963)

Gerard Kornelis van het Reve – Kerstbrief (1963)

23 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d