Een ode aan de mus en een hommage aan Peter Vos, mussentekenaar bij uitstek
In deze bundel zijn 50 gedichten over de huismus bijeengebracht, 39 gebloemleesd uit binnen- en buitenland en 11 geschreven voor deze gelegenheid (o.a. Esther Jansma, T. van Deel, Eva Gerlach, Mark Boog en Ad Zuiderent). En het zou toch wat zijn als in Mussenlust de absolute oorsprong van het gedicht De Mus van Jan Hanlo te lezen is. Opgetekend in een mail door ooggetuige en buurmeisje van Hanlo op dat moment, Neeltje Maria Min.
De mus, de ‘gewoonste’ van alle vogels, is voor velen veel meer dan een alledaags beestje. In de dichtkunst staat hij symbool voor de liefde, zorg, seksualiteit, religie, spiritualiteit, nietigheid, moed, brutaliteit. In al die verscheidenheid komt de vogel naar voren als metafoor voor zo ongeveer het hele bestaan. Het tekent de veerkracht van de huismus, dat onopvallende vogeltje waar werkelijk niets gewoons aan is. Een bijzonder beestje is het, een trouwe metgezel die een monument verdient. Een standbeeld, gehakt uit woorden.
De samenstellers: Peter Müller, Anton Korteweg en Jean-Pierre Geelen. Bestelinformatie bij de uitgever.
Het boek wordt op 1 september om 14.30 uur gepresenteerd in het Literatuurmuseum in Den Haag, een plek waar gedichten (en tekeningen) op hun plaats zijn.
Laat een reactie achter