Door Roland de Bonth
In 1990 publiceerde Liesbeth Koenen twintig interviews met onderzoekers over taal en het menselijk brein, in 1997 gevolgd door een uitgebreide herdruk met 35 gesprekken en in 2014 voorlopig afgesloten met de nog uitgebreidere derde druk waarin maar liefst 50 + 1 wetenschappers aan het woord komen. De titel van dit interessante (e-)book: Het vermogen te verlangen (negen letters).
In het voorwoord tot de derde druk schrijft Koenen dat ze haar boek in de wandeling doorgaans Het vermogen noemt. Dat zíj dat doet, is begrijpelijk (want korter), maar daarmee verdwijnt wel het spitsvondige van de titel. Als lezer word je door de toevoeging negen letters op het spoor van een kruiswoordraadsel gezet. Maar welk woord omschrijft Koenen hier cryptisch? Inderdaad: ‘taalkunde’.
Pas tijdens mijn studietijd ben ik besmet geraakt met het cryptogrammenvirus. Wanneer op onze studentengang op Hoogeveldt – het oudste en grootste studentencomplex van Nijmegen – de zaterdagedities van de Volkskrant en het NRC Handelsblad waren bezorgd, kwam er direct een groepje naar de keuken annex woonkamer om gezamenlijk de cryptogrammen te maken. Soms lukte het ons direct de gehele puzzel op te lossen. Meestal bleven er een paar opgaven over, maar die werden in de loop van het weekend alsnog ingevuld, een enkele maal na uitwisseling met puzzelgenootschappen van belendende studentengangen.
Over het algemeen hebben mensen een uitgesproken mening over het cryptogram, veel meer dan bij andere talige puzzels als doorloper, kruiswoordpuzzel, woordzoeker en Zweedse puzzel. Of men vindt ze geweldig, of men heeft er een hartgrondige hekel aan. Het moge duidelijk zijn dat ik tot het kamp van de liefhebbers behoor. Omdat de opgave in de meeste gevallen niet een-twee-drie op te lossen is, is de bevrediging bij het vinden van het gezochte woord vele malen groter. En ook aan de creatieve manier waarop de cryptogrammenmaker zijn opgave heeft vormgegeven, kan een puzzelaar genoegen beleven.
Het woord cryptogram in de betekenis van een bepaald type kruiswoordraadsel is voor het eerst aangetroffen in De Groene Amsterdammer van 12 februari 1949. Hoewel de schrijver van het stuk niets ten nadele wil zeggen over gewone kruiswoordpuzzels, doet hij dat feitelijk toch door te stellen dat deze ‘’voor een groep verlichten in Engeland en Amerika een overwonnen standpunt [zijn]. De werkelijke zoekers houden zich daar bezig met wat wij voor u gedoopt hebben: kryptogrammen’’. Kruiswoordpuzzels zijn kennelijk dus een aardig tijdverblijf voor de gewone man, intellectuelen vinden in cryptogrammen pas een waardige uitdaging.
Wat een cryptogram precies is en waarin het zich onderscheidt van kruiswoordraadsels wordt vervolgens kort uiteengezet:
“Kryptogrammen bedienen zich ook van de gebruikelijke tableaux van hokjes. Maar de gezochte woorden worden op een volkomen nieuwe en een zeer geraffineerde manier aangeduid. Zij mogen in feite op iedere manier aangeduid worden, die de maker belieft. Die aanduidingen bestaan uit zinnetjes, en daarin is met een of meer woordspelingen het gezochte woord verborgen. Achter de aanduiding staat tussen haakjes het aantal letters dat het gezochte woord (of woorden) heeft. Kryptogrammen vereisen geen schoolse kennis, en ook geen woordenboek, atlas, kookboek, spoorboekje: zij vereisen slechts een dosis gezond verstand van een zeer speciaal kryptogrammatisch soort.” (De Groene Amsterdammer, 12 februari 1949; artikel te vinden op Jaspers cryptogrammensite)
Ruim twee jaar later werd ook in de Telegraaf van zaterdag 18 augustus 1951 het cryptogram geïntroduceerd voor de dan meer dan honderdduizend abonnees, van wie er velen zich onledig houden met het oplossen van puzzels. Daarom was de krant op 24 maart 1951 begonnen met zogeheten reisbrieven van de puzzelredacteur naar het onbekende land Puzzolanië.
Net als in De Groene Amsterdammer wordt ook hier gewezen op de Angelsaksische oorsprong van deze puzzelvorm. En hoewel de aanduiding cryptogram duidelijk niet de goedkeuring van de schrijver kan wegdragen, verkiest hij toch de in Engelstalige landen gebruikelijke term boven de voorhanden zijnde Nederlandse benamingen voor deze kruiswoordpuzzels, als krypten en woordspelingenkruiswoord.
Aan het maken van cryptogrammen kun je niet alleen thuis plezier beleven, maar ook op school. Zo wordt het nuttige met het aangename verenigd. Waarin schuilt dan precies het nuttige? Bij het zoeken naar de gevraagde woorden spelen homoniemen en synoniemen een belangrijke rol. Ook anagrammen komen veelvuldig voor in cryptogrammen.
Het oplossen van cryptogrammen is niet eenvoudig: het vereist een speciale manier van lezen en nadenken. Het is in het begin dan ook zaak dat leerlingen zich niet laten ontmoedigen maar ze te leren zich niet blind te staren op de omschrijving als geheel. Het gaat er juist om dat ze elk afzonderlijk woord in al zijn betekenissen tot zich door laten dringen. Ook is het belangrijk dat leerlingen kijken naar de tijd waarin de omschrijving gesteld is, of er sprake is van enkelvoud of meervoud en of er een verkleinwoord gebruikt wordt. Het in een groepje oplossen van cryptogrammen werkt stimulerend, omdat leerlingen dan elkaar kunnen uitleggen hoe ze tot een bepaalde oplossing zijn gekomen.
Om de puzzelaars in de klas op weg te helpen, kun je hen wijzen op tips die op internet te vinden zijn. Kijk bijvoorbeeld hier, hier of hier. Lukt het ondanks verwoede pogingen toch niet om met vereende krachten op het juiste woord te komen, dan zijn er op internet tal van cryptowoordenboeken te vinden, waarin je (woorden uit) de omschrijving en/of het inmiddels bekende woordpatroon kunt invullen. Zie bijvoorbeeld hier of hier.
Probeer cryptogrammen eens in te zetten in de klas. Het activeert het gebruik van homoniemen en synoniemen en het stimuleert leerlingen na te denken en te associëren. Bovendien dwingt het leerlingen zorgvuldig te lezen en is het daardoor geschikt als – in een omschrijving van Jan Meulendijks – ‘’het procedé van een chipsfabrikant hoort op de basisschool onderwezen te worden.”
DirkJan zegt
Leuke suggestie voor leerlingen, maar het zal voor velen niet zo eenvoudig zijn om een cryptogram op te lossen. Je moet het echt leren en er zin in hebben. Ik werd rond mijn twaalfde gegrepen door het cryptovirus en leerde de fijne kneepjes van mijn moeder aan de hand van de relatief eenvoudige weekcrypto in de Haagsche Courant. Later raakte ik verslingerd aan het cryptogram van de Volkskrant en ik was best goed, maar toch is het me maar een paar keer gelukt om hem helemaal af te krijgen, al dan niet in samenwerking met anderen. Bij het Scryptogram van NRC lukte dat nooit, dat was echt loeimoeilijk. En toen op een dag had ik er genoeg van.
Het is ook aardig om leerlingen zelf cryptische omschrijvingen te laten verzinnen.
DirkJan zegt
Proost, 80 jaar! (6 letters)
Sterre Leufkens zegt
Nog een mini-introductie voor wie wil leren cryptogrammen op te lossen:
http://milfje.blogspot.com/2016/06/milfjes-grote-cryptogrammencursus.html